Auteur & kunstenaar

Tweede huis (4) – Schwartzhaus

De sneeuw is weg. Wij gaan wandelen. Ons bospad is een glibberplas, eenmaal op straat lijkt het een beek, al het smeltwater van boven zoekt de weg omlaag. Eindelijk zijn wij veilig beneden. We steken de dorpsweg over om de overbuurberg te beklimmen, richting Russen. Een stel heeft onlangs het verlaten hotel gekocht tegenover ons huis. ‘s Avonds lichten hun vensters op als een rij gele vlaggetjes. We willen kennismaken, binnenkijken en een Gluhwein drinken.

Wij moeten eerst over de Steinach, het beekje. Dat heb je met dalen, daar gaan beekjes door. In feite is het omgekeerd. Het beekje heeft het dal uitgesleten in de loop der jaren die in de miljoenen kunnen lopen.

Steinach Quelle aan ZO zijde van de Ochsenkopf
(waternamen eindigend op -ach wijzen op hoge ouderdom, Steinach betekent op steenachtige bodem – de bron ontspringt aan de voet van de steen, het schild vermeldt de inwijding van de bron onlangs, nou ja, in 1995)

Het beekje is beek geworden, het gaat zichzelf te buiten. Kolkend en wild slaat ze over de oevers, schuimend als aanstormende paarden brengt ze zeeën smeltwater van de Ochsenkopf naar de (Rote) Main.
Wij zien de Rijn overstromen voor we er zijn.

Een hond springt tegen me op. Honden zijn vaak verliefd op me. Hun eigenaars ook. Van verre komen ze aangelopen met een grote glimlachen op de getaande gezichten. Een seconde denk ik dat de vriendin van mijn moeder uit het graf is opgestaan. Dat koket bejaarde loopje, hoofd in de nek, wapperende grijze krullen. Mijn hart staat stil. De man kon haar vader zijn of haar kind, een intrigerende combinatie van groeven en openheid.
‘Lieve hond,’ zeg ik.
‘Zijn jullie hier op vakantie?’ vragen zij.
Verhalen kolken over en weer.

Zij kent ons huis van naam. Vroeger hadden de huizen hier geen nummer, die zijn van later. Ons huis was het 65ste huis, vandaar dat het nu nummer 65 is. Wat meteen verklaart waarom wij altijd uren in een straat heen en weer rijden voor we het nummer van de schoorsteenveger of de  riolenman gevonden hebben. Het eerste huis kan nummer 785 zijn omdat  het nummer 785 is dat gebouwd is.
Het huisje naast ons herinnert daaraan, het heet nog steeds het heksenhuisje. Dat weten zelfs wij. Niet dat er een heks woont. Het is van twee violisten uit Keulen die zomers Wagner spelen in Bayreuth.

‘Daar woonde een heks,’ verklaart onze ingewijde, ‘nah jah, ein Frau allein.’
Ze glimlacht net zo als de oude vriendin. Ze gaat verder.
‘De naam van julie huisje was Schwartzhaus.’
Naief als ik ben, reageer ik luchthartig. Dat ons Hollandse huis, een voormalig popcentrum, ook zwart was. Muren en ramen. Wat binnen gebeurde, mocht buiten niet zien.
De vrouw heeft geen oren naar Hollandse huizen.

‘In het verre verleden woonde daar een verre verwant.’
Verre voor mijn beurt bejubel ik het toeval. Zo ben ik en zo moet je soms niet zijn.
De vrouw is stoicijns als de vriendin van mijn moeder was. Die hield er ook niet van als je haar verhaal onderbrak. Ik voel het en zwijg bedremmeld. De vrouw komt een stapje dichterbij.
‘Het huis was toen een hut met het dak tot de grond.’ Haar stem daalt naar de bodem. ‘Mijn verre-verwant-in-het-verre-verleden is de hut uitgevlucht via dat schuine dak met de baby op de arm.’
Het onheilspellende van haar mededeling dringt door in het holst van de nacht, krakend rond mijn bed.

Op een nacht werd de man gek. Hij was net terug uit de oorlog, de gruwelen spookten in zijn kop. Vooral als de volle maan boven de berg uitkwam, een magisch moment dat ik op de foto heb vastgelegd…

volle maan boven het Fichtelgebirge

Dat moment sloeg de waanzin toe en greep de man zijn geweer. Hij begon te schieten in de hut. Doodsbang nam de vrouw haar baby op de arm om te vluchten. Ze klom uit het raam en gleed van het dak de hut uit, de helling af. De man schoot en bleef schieten tot zijn geweer leeg was.

In het holst van de nacht zie ik wat zich een eeuw geleden afspeelde. Heeft hij de laatste kogel door zijn eigen kop geschoten? In de hut? Heeft iemand hem gevonden? Begraven? Op ons erf? Of is hij verslonden door een vos? Vossen zijn Allesfresser, ze eten huid en haar, bot en bloed tot niets rest.
Maar de gedachten, waar blijven die? Zijn die weg, of blijft er iets hangen op de plek waar je sterft?
In ons huisje…?

Ik raap mijn verstand bij elkaar voor ik het verlies.
Stel dat dolende zielen bestaan, dan had het spook zich eerder gemeld. We wonen hier vijf jaar, of is het al zes, 2007, 8, 9, 10, 11, 12, 13… Van tellen word je nuchter. Van behang afkrabben ook. En glas inzetten en tegels en een schone wc. Ons huisje is als nieuw. Toen de vriendin van Frau Holz langskwam herkende ze het niet. Hoe zou zo’n spook het dan herkennen?
Of…
Haal je spoken van ver door verhalen?
Of omgekeerd…
Wil een geest erkend worden. Heeft de geest ons in handen van de verre verwant gedreven, van wie ik van verre dacht dat het een oude bekende was, opgestaan uit het graf…

‘Ik hoor niets.’
Ik schrik van de brekende stilte.
Man slaapt niet. Hij is wakker. Hoe lang? Heeft hij al die tijd geluisterd en niets gehoord?
Heb ik het me verbeeld? Die stomme ibuprofen na 17 dagen zere arm, omdat ik wou slapen voor de terugreis. Medicijnen hebben vreemde bijwerkingen. 
Ik staar ik het meteloze donker.
Een doffe plof.
Het moment is daar. Het aanwezige wezen manifesteert zich als geroepen…

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

7 reacties

  1. Is er dan wel elektriciteit in dat huisje? Maar een geest/spook gaat toch naar een plaats, ongeacht of het verbouwd is. Zelfs als er ooit niets stond, maar op die plaats wel wat is gebeurd. In Frankrijk had ik in een oude kleine varkensstal uit 1800 alle rotzooi opgeruimd en helemaal schoongemaakt. Ik was zo trots op mezelf dat het zo mooi was geworden. Ik besloot er te gaan slapen en werd midden in de nacht wakker omdat het licht was. Dat kon niet, want het was pikkedonker daar in die omgeving. Het maakte ook niet uit of ik mijn ogen open of dicht had. Paarsig licht. En ik ben het huis ingevlucht van bangigheid. Wat het was, ik weet het niet.

    In Spanje hoorde ik altijd geluiden ‘s avonds. Uiteindelijk bleek het een generator van een huis te zijn, de tijden klopten precies. Het geluid ging via rotsen in de bodem zo’n anderhalve kilometer ver naar juist die plaats waar ik was. Heel bizar, maar wel verklaarbaar.

    Nou jouw verhaal nog. Morgen?

    Liefs

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *