Auteur & kunstenaar

Boer zocht vrouw

Mijn osteopaat en mijn huidtherapeut waren vanochtend zeer ingenomen met het resultaat van hun werk aan mijn gebeente, organen en huid. Met een dikke laag huidbeschermende crème van de laatste en pijn in mijn twaalfvingerige darm door de eerste ga ik eens even een heel eind fietsen in de winterzon.
Aan een kronkelweggetje ergens in West Friesland staat een bord met ‘Biologische Kwekerij’ erop. Het huis erachter heeft een rieten kap, luiken, bloembakken met oersterke bloemen die op margrieten lijken en in februari bloeien. Van zo’n kweker koop ik graag mijn groente, helemaal nu mijn benen doorgedraaid zijn van het fietsen en ik daar bovenop steeds meer de pest krijg aan de voedselindustrie met zijn zaadmanipulaties, kunstmest en hormonen en vlees waarvan je je afvraagt of het ooit dier geweest is.

Het achtererf ligt er verlaten bij. Nergens kisten met boerenkool en peen, nergens koeien die loeien of wroetende zeugen. Ik loop naar de achterdeur en roep ‘Vollek!’
Er komt een hondje aangeblaft met achter zich een sloffende grijsaard, een bevende hand in de schuddende broekzak, de andere hand ontspannen uit de mouw. Er hangt iets treurigs om de man.
‘Heeft u boerenkool en wortelen en uien en aardappelen voor mij?’
De man kijkt me aan. Trekt zijn ruige wenkbrauwen op om beter te zien wie hij voor zich heeft. Een vrouw met een spierwitte kop van de huidbeschermende crème. Hij knikt. Dat zit wel snor.

‘Voor veertig jaar was ik een van de eerste biologisch-dynamische boeren in Nederland. Wij hadden de boomgaard, kassen en ook nog een stal voor het paard van mijn dochter,’ hij wijst naar een afbladderend groen boetje, ‘m’n vrouw hielp altijd mee op het land. Ze had ook een winkeltje aan huis…’
Dat klinkt niet erg hoopvol voor mijn inkopen.
‘We zijn te oud… We zijn gestopt…’
Ik wil de fiets al keren, maar de oude baas wil me duidelijk nog niet kwijt. Hij komt een stapje dichterbij. Ik ruik havermoutpap en geraniums.
‘Jij houdt dus van het boerenleven.’
Dat schijnt op mijn gezicht geschreven te staan. Toen ik toneelspeler wilde worden of dierenarts kwam mijn vader in zijn voortvarende goedheid op de proppen met een rasechte boerenzoon compleet met boerderij, dan kon ik ‘s avonds op het amateurtoneel en overdag aan de gang met de beesten en hoefde ik mijn tijd en zijn geld niet te verdoen met ellenlange studies.
De oude baas roemt het landleven als eertijds mijn vader.

‘We hebben de grond altijd biologisch dynamisch bewerkt en nooit gif gespoten of kunstmest gebruikt. De natuur hielp ons altijd mee. Hadden we een luizenplaag dan kwamen wolken lieveheersbeestjes de luizen opeten,’ hij wijst naar een machtige haag, ‘die zit vol vogels die de insecten opeten. In de boomgaard hebben we uilen tegen de ratten en onder het WC raampje broedt elk jaar een vliegenvanger, geen vlieg komt erin.’
Abrupt stopt hij, net nu het grappig wordt.
‘Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer zijn wild van onze vogelstand, maar mijn land wilden ze niet kopen. De Rafaelstichting wilde er wel een zorgboerderij van maken, maar die hadden geen geld…’
Het noodlot waart rond en het komt almaar dichterbij.
‘Mijn zoon had het zo van me kunnen krijgen.’
Hij valt stil, pal voor het noodlot. Ik luister naar zijn zwijgen, de stokkende adem van een oude man.
‘Mijn zoon heeft geen vrouw. Zonder vrouw gaat het niet.’
Hij kijkt me aan met die droeve kijkers van hem. Daar sta ik met mijn fiets en mijn crème en mijn twaalfvingerige darm.

‘Deze grond is in handen van de familie sinds 1370, dat is voor jaren al uitgezocht…’
In de stilte die valt, zie ik de ganse boerenlijn, zeker twintig generaties stoere boeren en uitgerekend zijn zoon is de eerste in zes eeuwen zonder vrouw. Zo moeilijk kan het toch niet zijn? Yvon Jaspers moet hem toch zo aan de vrouw kunnen helpen? Hoewel er gisteravond maar liefst twee van de vijf boeren voortijdig alleen achterbleven.
‘Eeuwig zonde dat deze grond verloren gaat…’
Hij staart me aan en in zijn blik bloedt de hele stamboom.

‘Vrouw!’
Er ligt zoveel emotie in dit ene woord, dat ik er zeker van ben dat hij me hier en nu zijn zoon cadeau wil doen. Bijna plechtig haalt hij zijn bevende hand uit de broekzak en legt hem trillend op zijn hart, waarbij hij mij aankijkt met een bik waar ik echt geen ‘nee’ op zeggen kan.
‘Vrouw! Wij moeten hier weg. Ik heb mijn land verkocht, maar wel met bloedend hart.’

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

8 reacties

  1. de boer uit jouw verhaal laat mij weer even zeker weten dat ik mijn “paleo lifestijl” blijf volhouden, bio koop waar mogelijk en vlees van een zelfslachtende slager die weet waar ziijn vee heeft gescharreld. Het liefst grasgevoerde koeien. En zelf alles eerlijk klaarmaken zonder meuk. Hij heeft ervoor gevochten dat wij kunnen kiezen… En dat paard dat in een boetje stond, ach heel holland snapt nu wat een boetje is 🙂

  2. Anne, met jouw schrijfstijl kan je van een steen nog een boeiend verhaal maken. Al lezend kwam ik in mijn herinnering terecht van een fietstocht samen met een oude vriend die in Hoogwoud woonde. Zag weer het hoge water, een kleine muziektent, leeg, de West Friese huizen en de eindeloze weilanden. Je bent geweldig.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *