Ze zit nauwelijks aan tafel of ze pakt een rood kleurpotlood uit de beker en begint te kleuren. Bij afwezigheid van papier gaat dat op het tafelblad, dat van zichzelf donkergrijs van kleur is, een kleur waarop het rood niet te zien is. Aal krast verwoed. Als er iets op haar harde schijf is gestanst, is het dit, al doende wordt het wat. Of het nou een jurkje voor je dochtertje van drie is uit een versleten broekspijp van je man, een trui van uitgehaalde wol voor jezelf of een vliegtuig voor je zoontje van twee uit een oude krant, als je maar doorgaat, wordt het uiteindelijk wat. Ze gaat door. Desnoods dwars door de tafel.
Waar is hier ergens hagelwit tekenpapier? Ik durf niet naar haar atelier aan de andere kant van de gang, zoiets heb ik al eens gedaan en toen viel ze en brak haar heup en kreeg ze decubitus en nog veel meer. Mijn ogen schieten over alles dat binnen handbereik ligt. Een theedoek, een tijdschrift en een stapeltje boeken van het soort dat zij mij voorlas toen ik dat jurkje van die broekspijp kreeg. Nu vindt zij dat hele leuke verhalen. Hoe kruimeltje een broodkorst wordt.
Aha, in de vensterbank ligt een velletje tekenpapier dat wit is geweest, tussen de rode krassen is nog ruimte voor rode krassen.
Het moment dat mijn moeder haar hand optilt, schuif ik het papier eronder. Het resultaat is direct te zien, meer rood. Ze is nu zo geconcentreerd bezig dat ik wel even het dienblaadje met de theepot, de honing, de kopjes en de koekjes van het aanrecht kan pakken, drie meter verderop. Ja, ik moet er weer aan wennen na een week niets en een dag helemaal niets. Nou ja, mijn boek voltooien, zoals een Engel schreef, en wat zes lezers discreet vroegen via yahoo. Of het boek nu af was. Neeeeee, het is niet voltooid en niet af. Ik zie de bouwstenen, of liever, die zag ik gisteren. Nu moet er nog cement tussen en model in en dan moet het nog kloppen met de rest van het verhaal. Kan maanden duren, maar intussen mag er a best naar gevraagd worden in elke boekhandel, die het dan aan elke uitgever vraagt, zodat het straks meteen zijn weg naar welke uitgever dan ook vindt. Omdat er schreeuwend vraag naar is.
Intussen ben ik vandaag, wat ik gisteren dacht te zijn, mijn moeder tot steun en toeverlaat. Hoewel ik dat woord nooit begrepen heb. Wat is een toeverlaat? Iemand die een vel papier onder een kleurpotlood duwt? Of de hampelmanvrouw die thee inschenkt uit een eenpersoonstheepotje met een tuit die de verkeerde kant op staat. De helft van de thee gaat over tafel, terwijl de niet kleurende hand intussen drie koekjes verkruimelt en de kleurende hand de kruimels kleurt. Een dweiltje zou hier op zijn plaats zijn. Waar liggen die dingen? De dichtstbijzijnde hangt als een vlag aan de kraan.
Ik lap de tafel droog. Aal trekt de lap uit mijn handen. Ze heeft sterke handen, hele sterke, altijd gehad, niet van het slaan, ze sloeg haar twee bloedjes van kinderen nooit, maar van de sport. Ze kon een speer werpen van Groningen naar Schiermonnikoog en een dicusbal van Groningen naar Maastricht en een spijker van Groningen naar Australie. Zo’n dweiltje is een peuleschil, ook als-ie nat is, vochtig, klam.
Ze legt het doekje op het roodbekraste tekenvel. Ze verandert. Aal dus. Dat komt door dat doekje.
,,Geel.” Het eerste woord dat ik geheel en al versta sinds ik uit Drenthe terug ben. Glashelder en keihard, en dan nog een keer als een fluistering. ,,Geeeeel.”
Ik zie het nu ook. Dat doekje is geel. Dat had ik al gezien toen het nog aan de kraan hing, in feite zag ik het doordat het zo geel hing te wezen, maar ik zag het niet echt.
,,Geel is mooi.”
Ik heb nooit van geel gehouden, wie wel, ik weet niet waar ik van houd. Aan mijn kleren te zien zou je zeggen zwart. Zwart is geen kleur. Zwart is makkelijk. Al mijn kleren passen bij elkaar.
Aal neem een hompje geel in haar handen, een plukje geel, en gaat daarmee over de rode krassen. Er verschijnt geen geel op het papier. Het rood begint uit te lopen.
,,Het lijkt wel een aquarel,” zegt spuit elf.
Aal is niet geinteresseerd in schildertechnieken, ze wil kleur, en wel geel. Ze spreidt het lapje over het papier, kneedt het, vormt het, plaatst het. Het blijft niet zitten, dat stomme geel.
,,Geel is mooi.”
Ik krijg een brainwave. ,,Heb je soms zin om te schilderen, Aal?”
,,Jaaa!”
Ik begeleid haar naar haar atelier. Met andere woorden ik schuif haar met stoel en al naar het atelier. Daar staat het schilderij dat met rode stippen begon en na confrontatie met de rode lippen van Charlotte Mutsaerts een blauwe toplaag kreeg. Ze wijst naar dit schilderij. Het is zonneklaar, dat is het schilderij waar ze vandaag aan werken wil.
Met geel.
8 reacties
Prachtig die lieve eigenzinnige aal lekker geel vandaag, misschien word het een regenboogweek of moet je wat eitjes koken voor jullie lunch met maisbrood en gele thee?
mmm, ja, goed gezien en prima plan. Vandaag schoot me te binnen dat sjaaltjes in allerlei effen kleuren wellicht ook fijn voor Aal zijn. Of verven met nat gekleurd crepepapier, dat geeft ook lekker kleur af. Ik dacht dat Aal alles aftaste vanuit de tastzin, en we hebben daarop ingespeeld met allerlei tastbare, aaibare voeldingen, zelfs een voelkussen met ingenaaide belletjes, rijst, etc., in de kleur….. grijs. Door deze ervaring besef ik hoe belangrijk kleur is, voor Aal als schilder zeker. Dat het niet de dweil is, maar de kleur.
goed idee Minke, en wat is ie weer pakkend Anne.
kuz Anne B
Gelukkig lag het niet aan mij dat ik niet begreep of je boek nu af was. Ik dacht toch werkelijk in de vakantie wat senieler te zijn geworden. Mijn kinderen zeiden voor het eerst “Kees” in plaats van “Papa”. Zou dat dan toch het begin van de aftakeling zijn? Leuk, het valt me nu nog meer op dat je Aal zegt. Wanneer zie je voor het laatst “Mama?”
Op mijn 18e. Vanaf dat moment noem(de) ik mijn vader Jan en mijn moeder Aal. Vanaf dat moment beschouwde ik mijn ouders als mijn vrienden. De fijngeaderde geheimzinnigheid van de bloedband ontdek ik evenwel dagelijks…
Wanneer zei je voor het laatst “Mama?” bedoelde ik natuurlijk.
Wat prachtig geschreven, echt een juweeltje. Je herinneringen alleen al door haar handen, zulke kostbare momenten die nooit verloren gaan. En Aal herinnert zich geel, ze ziet de kleur, weet nog,dit is geel.
wat weer een heerlijk verhaal en wat geweldig wat kleur met een mens kan doen