Mijn oren suizen, mijn hersens kraken. Wil hij me op afstand laten weten dat ik hem nabij ben in de diepte van zijn ziel? ‘In de afstand ben je me het meest nabij’, de toverzin die zich in mijn geheugen groefde, de zin die elke afstand overbrugt, de zin die ik niet vaak genoeg kan horen. Denkt hij in Ventimiglia aan wijs zieltje? Het wezentje dat hem raakt en ontroert als niemand daarvoor? Zijn dode vrienden daar gelaten?
,,Ik heb een betekenisvolle droom gehad.’’
Ik hoor zijn diepe yoga ademhaling. Hij belt in verhoogde staat van bewustzijn vanuit de baarmoeder, de plek die verbonden is met zijn ontluikende liefde voor mij. Hij belt om mij zijn droom te openbaren. Net nu ik hem wantrouw in het verwerkelijken van onze droom. Mea culpa. Ik heb spijt.
,,Ik ben een en al oor.’’
In Ventimiglia klinkt een lachje, een onbekend lachje, een gesmoorde keelklank, bijna onheilspellend.
,,In mijn droom zette ik alle oude spullen buiten boord, mezelf inbegrepen.’’
Angst kruipt uit mijn knikkende knieën omhoog naar mijn nek. Hij gaat toch geen gekke dingen doen? In Ventimiglia? Hij is daar om zichzelf te vinden. Niet om zichzelf buiten boord te zetten. Hij zal toch niet van de rots springen met het idee dat hij dan vrij is, verlost van het lichaam dat hem zwaar weegt, terwijl er geen gram vet aan zit. Met zijn gedachten die als balonnen boven hem zweven vergeet hij wellicht de wetten van de zwaartekracht. Toen hij hoorde dat zijn enige vriend van een flat was gesprongen, barstte hij in lachen uit of het een slapstick van Monty Pyton was. Ik overstem mijn angst.
,,Dat is symbolisch, Otto, dat je alle oude rommel wegdoet. Dan kun je met een schone lei beginnen, je studie oppakken en je filosofische praktijk beginnen, weg uit Amsterdam met zijn lawaai en stank. Dan zoeken we een huis met een tuin, waar geestverwanten komen en haardvuur brandt, waar het ruikt naar zelfgebakken brood en kruiden uit de tuin en jij bij het vuur zit met cliënten die je helpt met filosofische vragen. Dat is op je lijf geschreven!’’
Ik schrik dat ik zijn lichaam erbij haal. Val stil. In Ventimiglia weerklinkt geen ademhaling, geen geruis van de zee, geen schreeuw van een meeuw, zeker geen denderende trein op een station, geen rinkelende kopjes in een café, geen auto’s, geen stemmen, ik hoor niets. Hij moet er nog zijn, of de telefoon onder een kussen gestopt hebben om mijn woorden te smoren. Plotseling waait zijn ademhaling mijn oor in, de ademhaling van een per minuut, een diepe zucht. Ik zucht zacht van opluchting.
,,Ik hang op.’’
Ik schrik. Ik heb het ergste gedaan wat iemand hem kan aandoen. Ik heb hem ingevuld, de man die vervuld is van leegte. Net nu hij zijn droom wilde onthullen.
,,Otto, wacht, ik verwachtte je niet, je was ineens in mijn oor, ik…’’
Otto verbreekt de lijn voor we verbonden zijn.
4 reacties
Anne, ik weet niet hoe je zo goed de autistische reactie van Otto kan beschrijven. Je hoeft het niet te zeggen, maar dat moet je meegemaakt hebben. Gisteren kwam het er niet van om iets over Hoofdstuk 3 te zeggen, maar ik vond het spannend en keek uit naar 4. Bij de beschrijving van de plank had ik nog twijfels, maar nu niet meer. Voor zo ver ik in staat ben om te oordelen, het boek fascineert me nu al. Prachtig geschreven. Heel invoelend. Maar dat vond ik al in 2007 toen ik de brieven over jouw vader las, en recent de blogs over jouw moeder. Sophie en Otto is wel wat zwaarmoedig en dreigend. Juist helemaal in tegenstelling van hoe ik denk dat je zelf bent, of bent geworden. Nogmaals, grote complimenten
zou zeggen.. ga door met je boek, Anne.
Tenslotte je weet het nooit hoe een mens verder in elkaar zit.
Men maakt zich weleens schijnbeweging…de reden kan van alles zijn..dat maakt wel soms ingewikkeld…voor de simpele ziel als ik. Je kan beschuldigd worden voor de misleiding. Het blijft spannend..het omgang met de MENSEN.
Hartelijk dank Kees en Imsook voor de positieve feedback!
Lieve Anne,
daar val ik in een gat, of tenminste een gaatje. Begonnen aan een boek maar voorlopig niet de mogelijkheid om het uit te lezen. En dat zou ik wel graag willen en krijg nu een afkeer van uitgevers die niet doen wat ze moeten doen. Lijkt mij trouwens een zeer dualistische baan; spannend wat voor ontdekkingen je gaat doen maar ook een oordeel vellen na een paar bladzijden en niet verder lezen. Dank voor het bladeren in je boek en de nieuwsgierigheid prikkelen.