Man is al weken in de weer met zijn broek. Daar zakt je broek van af. Inderdaad. Niet omdat Man is afgevallen, niet omdat hij maar één broek heeft, overgeërfd van Billie Turf. Het komt door de riem. Man houdt van broeken met een riem. De riem moet aan eisen voldoen. Het duurt dan ook vele jaren voor hij de goede vindt.
Eindelijk de ware. Leer. Simpel. Subtiele details.
Wie aan subtiele details begint, vraagt om problemen. Zeker als het een riem betreft. Zeker als die riem voor Man is. Zeker als die riem elke dag van het jaar 365 dagen achtereen de broek moet ophouden.
Drie weken geleden zakt de broek af. Riem is uit elkaar gevallen. Dat wil zeggen. Het detail begeeft het. Dat wil zeggen het schroefje dat geen schroefje is, maar wel die funktie heeft, dat wil zeggen riem en leertje waar de gesp in gevat is bijeen moet houden. Dat details is weg, spoorloos, foetsjie. Het kan niet, maar is wel zo. Van het ene moment op het andere. Het ligt nergens, Niet op de trap waar de riem uit elkaar valt. Niet voor de kledingkast. Niet bij de stoel waar de broek overheen hing. Het detail is spoorloos. En Man kan goed kijken zonder bril. Vrouw moet het detail opgezogen hebben met haar nieuwe stofzuiger. En vrouw heeft de stofzuiger-zonder-stofzak geleegd in de vuilniszak zonder te kijken of er iets in zat wat er niet in hoort.
Man is er klaar mee. Niemand ziet dat de broek afzakt, maar hij voelt het de hele dag, telkens als hij erop let.
De riem ligt als een rolmops op het aanrecht opdat Vrouw herinnerd wordt aan feiten.
Zondagochtend trekt Man zijn fijnste spijkerbroek aan, want Kees Versluis komt, en Kees zat bij Vrouw in de klas toen Vrouw tien jaar was. Kees kent details van Vrouw die Man nooit gezien heeft. Haar paardenstaart.
Renate komt ook. Uit andere tijd, andere plaats. Man kent Renate van de tijd voor Vrouw hem kende. De tijd waarin Man reeds befaamd was om de hachee die Vrouw vegetarier-af maakte de eerste keer dat ze bij hem at.
Kortom, een scharniermoment in de tijd, waarin het gesprek zoek kan zijn of kan ontsporen naar gebieden die niemand interesseren, maar waar moet je het anders over hebben.
Kortom, een tochtje met de auto naar de pittoreske kustplaatsjes boven Hoorn kunnen een uitkomst betekenen. In de frisse wind verwaaien woorden die anders als blokkendozen de kamer vullen.
Het enige dat nodig is voor dit uitstapje is het legen van de auto. Kisten met bouwmateriaal, lege flessen en stapels schriften eruit, dan kunnen Kees en Renate erin.
Nu man toch de auto leeg heeft, klopt hij het matje onder de pedalen ook uit. Zijn alziend oog valt op een detail onder de mat. Het glinstert metalig, is rond, formaat 10 eurocent en heeft een gaatje als een stopkontakt. Man heeft geen idee wat het is, maar valt op het gestroomlijnde niemendalletje. Hij legt het op een randje in huis waar Vrouw nooit stoft.
Hoor ik toch Nu Net een juichkreet. Eureka! Man!
Kom ik beneden, staat man in de kamer te stralen met een glinsterend detail in de hand, een niemendalletje met bubbeltje.
‘Ik heb het jongetje gevonden en gisteren het meisje.’
Hij grist een niemendalletje van het randje, riem van het aanrecht, prutst riem en leer en gesp en jongetje en meisje in elkaar en klaar is Kees.
Mijn broek zakt af.
12 reacties
heerlijk, heerlijk anne, jullie vrouwen weten niet wat dat voor een gevoel is van gemis en onbeholpenheid…
haha gaaf stuk! graag gelezen dus:-)
gr en geniet van vandaag!!
pastuiven
Man zal blij zijn met deze erkenning. Fijn Pastuiven.
hahaha..ik zei elders al dat ik ervan heb genoten 🙂 xxx
Zijn broek, zijn riem, zijn niemendalletje , zijn vrouw die verantwoordelijk is voor het opzuigen? Jaja, heerlijk stuk proza…
Het geluk zit in een klein hoekje, komt uit het (bijna) niets. Mannen zijn zo gelukkig met iets kleins, of niet? Hoe zit dat nu met vrouwen? Er was iets met twee planeten.
Bubbeltje en kuiltje?
Venus en Mars?
Hans, in dit geval viel ik van de ene verbazing in de andere.
Oh vandaar. Ik vond Kees al zo opgewekt en vrolijk. Je weet dat ik sigaren rook. Ik MOET mijn aansteker altijd bij me hebben. Niet een aansteker, maar DE aansteker. Als ik op primitieve vakantie ga moet ik DE zaklamp hebben. Overal het ik zaklampen voor het geval dat. In de auto, in de meterkast, in het nachtkastje, in de computerkamer. Met oplaadbare batterijen, dus dat moet allemaal bijgehouden worden. Ik had een jas, een militaire, zoals veel leeftijdgenoten droegen. Altijd liep ik in die jas. Dus ik kan het me wel voorstellen van jouw man hoor. Nu alles is bezonken ben ik helemaal weg van wat jij maakt en hoe het in huis staat. Het tafeltje met de haan staat me het meeste bij. En de ogen van jouw moeder. Ik ben het met Hans eens. Mannen zijn gelukkig met iets kleins.
Liefs
Wat een stormachtig leuke reactie Kees, dankjewel.
En ik ben nog aan het nadenken over die details, want Man loopt er het liefst bij als bouwvakker….. maar wel met de riem en het juiste gereedschap, verlengstukken van gouden hartje en gouden handen 🙂
Je zou willen dat je af en toe iets kwijt raakt, het geluk van het terugvinden is dubbel geluk. zaterdag was ik mijn portemonaie kwijt, met alles er in, verloren..? waar..? ik heb hem nog gebruikt… op de markt… Belt zus op: je portemonaie ligt bij de geitenkaasboer, ik blij, kaasboer blij en van blijdschap kocht ik een bos rozen!
O Gijs, wat heerlijk dat je hem terugvond, een wondertje! En zo waar wat je zegt! Pas als je het mist, weet je wat je mist….. en als je dat dan terugvindt….. volgens mij is dat het verhaal van de verloren zoon – ik snap ineens waarom ik vroeger altijd weglipe, nou ja vaak, nou ja soms…:)
Grappig geschreven! Van zo’n ‘riemendalletje’ zakt je broek inderdaad af hè.
Leuke reactie Agnes! En ik heb gelijk op je naam gedrukt en jouw mooie collectie gezien. Grappig je te ontdekken via mijn eigen blog. Als we nog eens een riem nodig hebben! 🙂