Al maanden waart een zin door mijn gedachten ‘vervang het woord door een gebaar, want wat gesproken is, is niet meer waar.’ Waar deze zin vandaan komt, weet ik niet, uit de lucht, het hart of de literatuur. Doet er niet toe. Ik doe het. Elke avond bij mijn moeders bed.
Ze ligt er al in om 6 uur, bekaf van het torsen van haar lichaampje van amper 50 kilo. Zelf kan ze geen gebaar meer maken, geen verhaal vertellen of begrijpen, terwijl ze een geboren verteller is, die haar verhalen met grootse gebaren uitbreidde tot ver buiten de grenzen van kamers en denkkaders.
Mijn gebaren komen uit een gebied waarvan ik niet weet of het bestaat. Ik kwam daar door mijn rug die geknakt is dankzij haar, want daardoor leer ik eindelijk het goede gebaar. Ik ga niet goed om met mijn rug/lijf en dat manifesteert zich bij het tillen van mijn moeder in en uit bed. Als je dat niet op de juiste manier doet, gaat het fout.
Dankzij deze fout ga ik op zoek naar herstel. Dat zoek ik om te beginnen bij anderen die mijn rug wel even zullen fixen. Mijn rug reageert niet op bodystressrelease, chiropraxie, fysiotherapie. Mijn laatste therapeut is de eerste die mijn rug met geen vinger aanraakt, mijn rug moet het zelf doen, houdingen en gebaren waar mijn verstand bij stilstaat, maar mijn rug doet het, althans, probeert het knarsend en krakend. Dit verstandelijk onbegrijpelijke heet heileurythmie. Mijn rug wou dat kennelijk, maar voor ik dat door had waren we drie slapeloze jaren verder. Voor ik in de depressie schiet vanwege mijn aartsluiheid en oerdomheid, draait mijn boerenverstand het om: mijn lange weg is niet meer en niet minder dan de aangewezen voorbereiding voor mijn luie lijf en zoekende ziel. Misstappen banen de weg naar de goede stap. Dat je daarvoor de wereld rond moet, snap ik niet echt.
Eurythmie is ook al niet te snappen, laat staan uit te leggen, je moet het doen en dan helpt het of niet. Mij helpt het. En dat zal dan wel komen door alles wat niet hielp. Hoe merk ik dat het helpt. Heel eenvoudig. Ik kan nu dingen die ik jaren niet kon, zoals slapen, onderuit zakken en lopen zonder de hele tijd te struikelen over mijn eigen kromme voeten.
Dan gaat het je nog meer aan je hart als je je moeder ziet, zo stijf als een plank, zo krom als een hoepel, zo scheef als een toren. Als Lennart nou eens eurythmie met mijn moeder ging doen? Geen denken aan. Doet hij niet. Nee. Hij geeft mij twee gebaren die goed zijn voor mij en voor haar. Die doe ik bij haar bed als zij slaapt. Twee vliegen in een klap. Liever lui dan moe.
Zij ligt in bed. Ik hoor haar ademen, een hoge, onrustige, piepende, nerveuze ademhaling. Ik doe een lichtje aan en begin zonder dat zij dat weet, zonder dat zij mij ziet. Ze slaapt. Lekker laten slapen.
Halverwege mijn gebarentaal begint zij te rochelen. Ik ga gewoon door. Na de rochel wordt haar adem dieper en rustiger. Elke avond. Tot mijn groeiende stomme verbazing. Komt dat door die gebaren? Voelt zij dat? Hoort zij mij? Of kom ik toevallig iedere keer net op het moment dat zij aan de rochel gaat?
Vorige week was er ook iets eigenaardigs. Ik had eters. In mijn onrust of de lasagna wel gaar was en het ontbrekende toetje niet gemist zou worden – gaf ik haar wel een knuffel in bed, maar geen gebaar. Het hoeft voor mij ook niet elke avond kermis te zijn.
De volgende dag kijkt mijn moeder me aan.
‘Ik heb niet zo lekker geslapen.’
Ja hoor, dat komt dan zeker door het ontbreken van mijn gebaar, echt niet.
Is het gisteravnd laat. Schrijf ik dit blog. Komt Man thuis. Roept me van het blog. Mijn moeder hoest zo verschrikkelijk dat hij bang is dat ze stikt. Dat is soms doodsoorzaak bij Parkinson. De spieren doen het niet goed, dus ook de hoestspier niet. Ik snel de trap af. Doe haar kussen omhoog, masseer haar schouders, waarop ze nog veel erger begint te hoesten, extra dekentje over de stijve schouder, lepeltje tijmhoning, sproeien met iets weldadigs van Weleda, liefkozende, geruststellende woorden. Helpt geen moer.
Aan het eind van mijn Latijn ga ik maar weer over op het gebaar, want wat gesproken wordt is niet meer waar.
Ik gebaar terwijl zij stikt in de hoest…
Ik doe het gebaar van de eeuwige kringloop, het groeien en bloeien, oogsten en loslaten. Zij hoest, ik gebaar, zij blijft hoesten, ik blijf gebaren, aandacht bij het natuurlijk proces van moedertje natuur, sappen die stromen, stammen en bomen, groeien en bloeien, oogsten en loslaten, vruchten en bladen – tot ik een heilig boontje ben.
Dan komt het gebaar van veiligheid, omhulling, warmte en rust – nog eens en nog eens. Mijn handen tintelen.
Ineens houdt het hoesten op. Is de geest gevlogen? Is mijn moeder er nog wel? Ja hoor, ze ademt zacht, rustig, kalm en diep. De hoestprikkel is weg. Het is haar tijd niet…
Zit ik vanochtend met zere schouders van de overdaad aan gebaren bij haar aan tafel. Kijkt ze me aan met die zachte, wegglijdende blik van haar.
‘Je doet het heel goed’.
Ik ben stomverbaasd dat ze zo’n glasheldere zin zegt, uit het Niets. Daarbij doe ik helemaal niks. Ik zit gewoon te zwijgen en te kijken hoe haar hand over haar schapenvacht streelt, haar mond een stukje brood weg probeert te krijgen en haar keel slikt.
‘Je doet het heel goed.’
‘Bedoel je dat je goed geslapen hebt, Aal?’
‘Jij doet het heel goed.’
Sta ik me elke avond uit de naad te gebaren, zegt zij precies dat ene zinnetje dat mij goed doet, heel goed.
11 reacties
Sommige dingen moet je niet ‘willen’ begrijpen/benoemen.
Het werkt!
Wat een prachtig cadeau; ik moet er een brok van wegslikken.
Fantastisch Anne. Inderdaad – soms moet je woorden vervangen door gebaren of klank.
Zolang jij dat naar ons toe maar niet doet, want dan valt er niets meer te lezen op je blog….
Mooi verhaal weer en hoe wonderlijjk. Dat je van jezelf zegt aartslui, dat verbaast me.
Op mij kom je over als een actief persoon.
Ik wil ook wel eens een gebaar maken naar iemand, maar soms houdt iets me tegen.
Ik zou ook kunnen zeggen: “Je doet het heel goed.”
Want dat werkt.
Heel bijzonder weer geschreven met al die speelse zijsprongen!
Als een schrijfhertje dat dartelt door het levensbos…..
wat een geweldige verbinding hebben jullie en wat een groots gebaar !
Je kunt er geen peil op trekken, is mijn ervaring…Wel fijn dat je mooie momenten meekrijgt ! Geniet er van en koester ze !
Warme groet,
Mieke
mooi! ook een fraai hoofdlettergebruik: uit het Niets.
Zo iets moois.Ieder woord lijkt, nouja, of een gebaar, nouja, dank Anne, voor dit moois. Dat je je ogen niet in je zak hebt zitten, dat je zo dicht er op zit, dat, alles. En dat je moedertje jou heeft, dat ook.
Mmm, jullie zijn lief, elk woord van jullie doet me goed – je zou me moeten zien stralen 🙂
thanks….
Jouw moeder is ook een vrouw van het gebaar, als ik haar zo op de foto’s zie. Misschien dat het daarom zo goed werkt… maar eigenlijk is het niet belangrijk. Belangrijk is, dat het goed doet, dat is de kern. En daar zijn we dankbaar voor.