Alle verhalen uit mijn kindertijd heeft mijn moeder in enkele zinnen opgeschreven in ‘Moeke’, het boekje dat ze voor haar moeder maakte. Swanny weet zeker dat het anders is gegaan. Een precair moment in een weekend dat we vrolijk in Antwerpen zouden doorbrengen, met museumbezoek, lunches, stadswandeling en het kopen van aandenkens voor het thuisfront. Plotsklaps is er onenigheid door het kleinood dat ontroering teweeg had kunnen brengen. Het gaat over het moment dat Moeke terugkwam uit de gevangenis.
Aal heeft het opgeschreven in een paar regels:
Moeke is d’r weer.
Gelukkig voel ik mij als we in de nacht allemaal in de kamer op de grond naast haar mogen liggen onder jassen, want het huisraad is versneden of stukgeslagen door de moffen…
Volgens haar zus was het anders.
Mijn moeder gaat de strijd niet aan. Ze zegt kalm en verbeten ‘Dit is mijn visie.’
Ik hoor aan haar stem dat ze zich niet gezien voelt. Haar zin komt binnen.
Terug uit Antwerpen verdwijnt het boekje in een kast van mijn moeder, om 25 jaar later opnieuw uit de kast te komen.
‘Wil jij iets voor me doen? Wil jij hier een boekje van maken?’
Een Zenmeester geeft zijn leerling een koan, een uitspraak die met het verstand niet te begrijpen is. De vraag van mijn moeder wordt mijn koan.
Het boekje ligt uit elkaar, is wisselend van kwaliteit en het is onduidelijk welke tekening bij welk verhaaltje hoort. Het is een zwaarmoedig boekje over haar moeder en de oorlog. Toen ze het maakte zat ze in haar verwerkingsproces van beide, moeder en oorlog, oorlog en moeder. Hoe ze geslagen is door haar moeder: ja moeke, nee moeke. Als kind probeerde ze klappen te voorkomen en wist het juiste antwoord niet. Dat lees ik terug in de zachte hand waarmee moeke regeerde. Ze wou het niet ongezegd laten, ze wou geen klappen, ze wou moeke geen pijn doen.
Of ik er een boekje van wil maken…
Ik heb geen zin dat boekje te maken. Geen zin in het werk en geen zin in de inhoud, oorlog en verdriet.
Ik maak zin en begin. Eenmaal begonnen, is het eind zoek.
De inhoud ligt door elkaar in losse blaadjes, aan de ene kant tekst, aan de andere kant illustratie. Allebei eenvoudig, daar ligt het niet aan, het is de volgorde. Hoe ik de blaadjes ook indeel, telkens klopt iets niet.
Dankzij deze vreemde zaak lees ik elke pagina duizend keer en begrijp er niks van. Tegelijkertijd voel ik almaar dieper verdriet bij haar simpele woorden. Vooral haar ‘mateloos verdriet’ toen haar moeder in de gevangenis zat. Ik snik het uit.
Waarom wil ze dit ellendige verhaal uitdelen?
De tijd dringt. Mijn moeder wordt brozer. De koan beukt op mijn hart.
Door de simpele woorden van het boekje dringt eindelijk tot me door, wat aan de oppervlakte is gebleven bij alle verhalen die mijn moeder een leven lang vertelde. De relatie van mijn moeder tot haar moeder. Wat met haar verhalen niet gebeurde, gebeurt als ik de woorden lees die zij tot haar moeder richt in haar boekje.
Eigenlijk is het maar een zin die me treft. Heel eenvoudig staat het daar. In een paar woorden heeft mijn moeder haar traumatische oorlogsjeugd trefzeker neergezet.
‘Het was zwart, maar ik kon alles dragen als Moeke naar me lachte.’
Ik lees en herlees de zin tot ik alleen nog huilen kan.
Het is nacht. Een mug zoemt om mijn hoofd. Lamp aan, achter de mug aan, als vroeger toen een muggenzwerm op mijn slaapkamertje mijn kinderrust verstoorde en mijn moeder ze dood kwam slaan met een krant. Ze zong erbij als een priester ‘en gij gaat ook naar de hemel, halleluja’. Het behang zat vol bloedspetters. Op het laatst kwamen we niet meer bij van het lachen.
Eindelijk heb ik de mug te pakken. Klaarwakker lig ik in bed.
Ineens zie ik het.
Dit boekje is niet het mateloos verdriet uit haar verleden, dit boekje is haar vrede met het leven en haar levensloop. Aal geeft haar visie. Eenvoudig en trefzeker.
9 reacties
Schrijven zoals jij ook doet, eruit schrijven en verinnerlijken tegelijk.
wat staat er veel tussen de woorden, he?? Juist tussen de woorden!!
Mooi, jouw verhaal, dat van je moeder en moeke en de woorden van Hans Nusink.
Je hebt het mooi op geschreven.
Haar visie is van haar, die van je zus is een andere, haar beleving, van eenzelfde gebeurtenis, dat is gangbaar, geen van beide is fout. Wat lijkt het me heerlijk om te weten wie je moeder is, wat ze doormaakte. Een boekje van al het schrijven wat er is.
Ja, Ria, je moest eens weten hoe dankbaar ik ben dat mijn woorden zo innig worden meebeleefd door jullie. Het geeft energie om ‘eruit te schrijven en te verinnerlijken’ zoals Hans dat zo mooi samenvat.
Het voelt ook zo goed dit verinnerlijkingsproces te doen nu mijn moeder er nog is, in al haar broosheid en met die glimlach om haar mond die haar de kracht gaf in zware tijden alles te dragen.
Ik ga er nog maar even mee door, juist nu mijn linkerarm pijn blijft doen, volgens mijn fysiotherapeut vanuit een groot litteken op mijn rug – waarop mijn taalgevoel de link legde met een litteken dat ik achter de rug heb. Ik wil de pijn van verleden verlichten en woorden zijn mijn weg.
Dankjullie wel!
Wat een voorecht dat jij haar echt ‘gezien’ hebt en haar dat kunt laten voelen nu ze er nog is en wat verrijkend om te lezen!
Mooi verwoord het gevoel van mee laten kijken…
Net als bij John van Buren blijft er veel verborgen voor de massa. Maar gelukkiger zijn zij, die het met jou mee beleven.
Ze zijn allemaal spannend of meeslepend en heel raak verteld, maar deze is PRACHTIG, zoals je moeder hierin door klinkt! En wat die inbreker betreft…ik zag een man vorige week langs drentelen en mijn adem stokte aan de telefoon. Ook dat kon ik echt meevoelen. Ben nu dus mijn voordeur aan het beveiligen. Was ook een heel spannend vervolgverhaal. Hoop dat het bij mij ook zo afloopt….met een sisser!