Wij zitten ‘s nachts gekluisterd aan het scherm van de bewakingscamera die gericht is op het bed van mijn moeder. Dat ding zet ik aan zodra zij erin ligt, 16 uur per etmaal.
Het houdt de nek soepel. Van laptop naar t.v naar bewaking in wisselende volgorde.
In het begin voelde ik me een gluurder. Wie kijkt er nou naar haar moeder in bed. Mag ze alsjeblieft een laatste restje privacy? Wat kan iemand voor gevaarlijke dingen doen in bed…
Ze zoekt haar alarmbel. Haar hand komt hierbij klem te zitten tussen wand en bed. Ze krijgt haar verkrampte hand er niet tussenuit.
Ze hoort luchtalarm (een politiehelikopter), wil schuilen onder het bed, hangt er half uit, kan geen kant op.
Ze ziet een kind achter het gordijn (schaduw), wil het kind helpen en gaat aan het gordijn hangen.
Ze moet plassen. Waarheen? Wahahaaarheen?
Ze heeft het warm, gooit de deken af en krijgt hem niet meer over als ze het koud krijgt.
Nachtmerries. Hallucinaties. Gillen. Kreunen.
Gevarieerde situaties die roepen om geruststelling.
We beginnen aan de bewaking, als zij de alarmbel niet altijd blijkt te gebruiken. Ze is dan nog beweeglijk genoeg om zelf het bed uit te kunnen voor een plas. Ze kan nog praten en vertellen wat er is, min of meer, ongeveer.
Op een keer ga ik ‘s ochtends naar beneden. Er ligt een spoor van brood, als in Klein Duimpje, leidend naar de voordeur. Op de deurmat ligt een berg ongeordende kleren. Wat doen die daar? De voordeur zit op het nachtslot. Gelukkig. Op het aanrecht van haar keuken ligt het broodmes, de schaar, nog meer brood en een verknipt plastic schort.
Zelf ligt ze overdwars in bed, het dek half over.
Woedend. Op mij.
‘Jij laat die arme stumpers verrekken. Ik heb brood voor die man gemaakt en een broek.’
Dat heeft ze verdraaid knap gedaan, het linkerbeen, de heup, zelfs de aanzet voor de gulp ontbreekt niet.
Haar hallucinaties zijn een gevolg van de ziekte van Parkinson en de Madopar, haar medicatie.
Het ontzenuwen van de hallucinaties kan niet. Geruststellen is de weg. Aldus de medische wereld.
Met schaar en mes dwingt mijn moeder mijn absolute focus af op haar veranderde zijn.
In het holst van de nacht is de buitendeur op het nachtslot, maar het ganzenpoortje naar het diepst van haar dochter duwt ze op een kier door haar ongelooflijke actie. Het dringt tot dochter door dat de hallucinaties levensecht zijn, doodeng, bedreigend, hartverscheurend.
De medische wereld kan de pot op. Ik stop met geruststellen, het scheppen van een veilige omgeving.
Op alle gevaar.
Tienduizend km hebben we gelopen, het pad van waan en werkelijkheid kan er wel bij.
‘Komop Aal, we gaan naar de stakkers.’
Ze kijkt me hoopvol aan. Ik zie de dappere blik van toen.
‘Dit is het mooiste van mijn leven,’ zei ze keer op keer, ‘lopen met mijn dochter. Met jou mijn dochter kan ik verder gaan’
Ja, zo hield ze me aan het lopen… Ze kent haar dochter als haar broekzak, of nee, haar baarmoeder…
Ze krijgt haar eigen jas niet meer aan, maar slaat me niet vandaag, ze steekt behulpzaam haar weerspannige ledematen in de mouwen. Jassen aan, sleutel in de zak en daar gaan we. Aal en Anne. Zij neemt mij bij de hand en ik haar.
Op naar de gehangenen en de onthoofden. Geen geriater, geen neuroloog die ons weerhoudt.
‘We gaan erheen, Aal, we gaan ze helpen.’
Mijn hart bonst in mijn tenen en mijn haar staat overeind.
Op haar slappe, stijve pootjes kreupelen we door de tuin naar de boom. Haar verkrampte hand en arm zwaar steunend op de mijne gaan we recht naar de gehangenen. Zij staart naar de stakkers, ik zorg dat we niet struikelen over molshopen en takken.
Op een paar passen afstand houdt zij abrupt stil.
‘Ze zijn weg…’
Op naar de bloedende, blote bloedjes van kinderen die langs de slootkant liggen.
‘Ze zijn weg.’
De onthoofden zijn aan de beurt, die niet geholpen kunnen worden maar misschien wel. Zij marcheren op het pad.
Haar arm wordt zwaarder. Wij trotseren bloed en bodem, dapper gaan wij heen.
Een paar passen van het pad stopt ze.
‘Anne, ze zijn weg. Hoe kan dat nou?’
We weten het niet. Ze zijn niet teruggekomen.
Wel hebben we een bewakingscamera aangeschaft…
Morgen verder…
16 reacties
Wat een zware weg… maar tegelijk zo mooi, dat je haar hierin mag begeleiden. Dikke knuffel, Anne. X
Lien is lief…
wat een tocht
klopt Hennie, een vision quest…
Wat zijn jullie één op die momenten. Mooi !
Ja Mieke, dat zijn van die momenten dat de scheiding wegvalt – onvergetelijk en onbetaalbaar
Ondanks alles geeft het voldoening dat je moeder bij jou mag zijn en niet weggestopt is in een tehuis. Warmte en liefde en een omgeving die ze (nog) kent.
zeker Henriette, en wat is voldoening een mooi woord
je doet je best, je doet niet je best, je doet maar wat, je bent maar aan het doen en niet doen en ontdoen….
en als zij dan glimlacht – naar mij, dan komt het, dat heel speciale gevoel van goed gedaan – een vol gevoel, voldoening, ja…
En dan blijkt , je doet het voor alletwee , fijn dat je dit terugkrijgt
Helemaal waar Attila. 🙂 🙂
hoe zwaar ook, je hebt wel de juiste weg gevonden,Anne.met bloedend hart,denk ik.de bijwerking van medicijnen,daar hoor je die groep tegen kwakzalvers nooit over.een homeopatisch gerontoloog, als dat zou kunnen.wat fijn dat je het verschrijft en met ons deelt.zet ons aan het denken. liefs,Athy.
Ha Athy,
Jouw laatste zin geeft mij weer te denken…
Niet zo lang nadat mijn moeder de diagnose van Parkinson kreeg, lazen we in de krant dat er in Nijmegen iets ontdekt was wat de Parkinson kon genezen. Dat gaf hoop, valse hoop. Geen neuroloog heeft er ooit van gehoord. ‘Als er iets is, bent u de eerste…’
Inmiddels ben ik in het domein van mijn moeders medicijnmannen gepromoveerd tot praktijkspecialist op het gebied van Parkinson en medicatie – haar situatie is niet bekend bij medici – zij kennen Parkinsonpatienten in haar stadium alleen uit de tehuizen, waar overigens geroeid wordt met de riemen die er zijn… maar minder tijd voor observatie, experiment, evaluatie en beschouwing is.
Het gesprek gaat nu ook vaak andersom… hoe doe je dat, hoe los je dat op, hoe pak je dat aan…
zelfs het zout dat we op aanraden van mijn Berber vriendin onder haar hoofdkussen doen, is genoteerd – onze praktijk heeft uitgewezen dat het werkt. Als mijn moeder een keer onrustig slaapt of een nachtmerrie heeft, is altijd het zakje zout op de grond gevallen of ‘vol’ – als ik het dan ververs, slaapt ze vredig door.
In de traditie van de Berbers heet het dat zout voorkomt dat boze demons, net iets anders dan onze demonen, in de slaap bij iemand komen…
Mijn moeder is mijn gids en dat valt niet mee voor een gemakzuchtige, eigenwijze leerling die daar helemaal geen zin in had…
je wordt wel ervaren ,maar nooit echt deskundig ,of toch …
proefondervindelijk is vaak de beste leerwijze en jezelf verdiepen om een dierbare bij te staan en wat meer te beschermen kan een dankbaar gevoel opleveren
en het gevoel van verbondenheid of liefde is de grootste schat
weer fraai openhartig relaas waar veel herkenningspunten in zitten
graag gelezen ,klaas
dankjewel Klaas, klopt, deskundig ben je nooit – elke dag is nieuw, en elk mens is anders misschien is het enige dat ik aan het leren ben geduld… en vertrouwen…
Geen gemakkelijke taak.Complimenten voor je inlevingsvermogen.
Dankjewel Johan. Echt.