Ik had vandaag een facebookvriendin op bezoek, een soort date, erg gezellig, veel gelachen en gepraat – alle losse eindjes die je in de loop van een jaar van elkaar hebt opgevangen, vallen ineens samen. Haar gezicht, haar stem, voor het eerst haar stem, haar warme lach, gevoel voor humor, haar verhaal.
We hebben afgesproken op het station, zij zou zonnebloemen in haar hoed doen en ik een vouwfiets in mijn hand. Zij heeft al gemaild dat ze me meteen herkent. En dat is ook zo, wederzijds. Ik kom aangespurt op het fietsje langs het perron, net iets te laat, iedereen is al uitgestapt en zij is niet iedereen. De perronchef vraagt wat ik hier zoek op mijn fiets.
‘Mijn onbekende vriendin.’
Hij lacht. Ik zie haar rug en ik weet dat zij het is. Zij draait zich om, ziet mij en begint te stralen.
Het is amper onwennig en toch heel vreemd. Plotseling loop je over de smalle stoep van de Koepoortstraat met je vouwfietsje aan de hand en je virtuele vriendin in levende lijve naast je met een enorme bos zonnebloemen in haar hand.
‘Zullen we ze achterop binden?’
De handeling herbergt saamhorigheid.
De hele dag zijn we buiten, een dag buiten de tijd, een dag zonder facebook, zonder werk, zonder moeten, een dag met elkaar in het groen. Zij vangt nog een kikker. Die springt ineens voor de dag, opgejaagd door Lukkie de zwarte kat. Zij is net bij een ander facebookvriendin geweest met kuiltjes in haar stadstuin voor de kikkers en ze weten die natte kuiltjes te vinden. Ik haal een diepe schotel met water om het voorbeeld te volgen en zij had vroeger het pad van de paddentrek dwars door haar slaapkamer, want padden houden altijd aan hun route vast al wordt er een huis bovenop gebouwd en al slaapt er een meisje naast.
Zij is voor pad en kikker niet bang en vangt de kikker in het kommetje van haar handen. De kikker springt gladjes en groen rond in haar hand en eruit en een kortstondige huivering gaat door haar en door mij. Een moment zoals je met je vriendinnetje van lang geleden hebt.
De nacht komt zomaar aangekropen, je kunt wel zeggen dat hij plotsklaps aan het vallen is. Onder de verduisterende lucht, fietsen wij naar het station. Eensgezind komen we tot de slotsom dat we ongeveer precies zo zijn als we dachten, maar dan nog leuker en completer.
‘En,’ zeggen we uit een mond, ‘het klopt niet dat het onecht is wat je deelt met je facebookvrienden. Het is echt en is waar en waardevol.’
Nu is ze onderweg in de trein, nee, al thuis…
En hier in mijn kamer staan haar bloemen en Pillenvrouw, het portret dat ze maakte en waarin ik de schoonheid herken van alles wat achter ons ligt en langzaam maar zeker achter de einder verdwijnt in het peilloos onbekende…
12 reacties
en zo was het en het was erg goed 🙂
Ja 🙂
Fijn iemand te ontmoeten die je niet kent en toch blijkt te kennen, dat kan alleen maar met een open geest.
Ja…:)
Conclusie: Facebookers zijn soms toch echte mensen :-).
Ja Johan 🙂
Ja, sommigen zijn echt. Ik vind het een fantastsch medium, FB, waar ik mensen ontmoet, die ik anders nooit zou ontmoeten omdat ik simpelweg te ver weg woon in het zuiden.
Zolang je maar jezelf blijft in deze virtuele wereld, kun je er waardevolle vriendschappen aan overhouden.
Heerlijk om te horen dat jullie zo goed bij elkaar passen, Anne! 🙂
Ja Lien 🙂
Heerlijk, enig en die humor!
Met Barbara!
Genoten Anne, dank je 🙂
🙂
Wat heerlijk, zo’n ont-moeting waarin je elkaar zo goed her-kent.
En zoveel samen te beleven!
Fijn, zo’n dagje zonder ‘stoorzenders’, terwijl je elkaar juist via zo’n stoorzender hebt leren kennen 🙂 Het is jullie gegund!
Dankje Marjolein 🙂