Voorbij de ingang zakken we de dijk af naar Ruigoord. Het eigenaardige van locaties is, dat er iets hangt dat meteen binnenkomt. Dwars door de zichtbare werkelijkheid van een straat met armoedige huisjes, springen de Landjuwelen ons tegemoet, de Ruigoordse zomerfestivals onder de Volle Maan van augustus. Overal kampvuren, kleur, beweging, spektakel, uitbundigheid, overal creaties, tenten en intimiteit gedragen door het ritme van trommels in de nacht.
Wij hadden van oranje landbouwzeilen een bedoeienen tent gebouwd, met daarin een liefdesnest in een minitentje. In die periode waren wij druk met afval langs de weg, daar maakten we Ogen van, wonderlijke bouwsels die magie aantrokken, leven en dood, maar dat is een ander verhaal. Op Ruigoord hadden we het Oog van Ruigoord gebouwd, een totempaal van pallets en takken. Naast ons stond de Dogtroep, druk in de weer met een fantastische installatie voor hun locatietheater. Ze zijn er beroemd mee geworden, helaas hield het een paar jaar geleden definitief op.
We zijn inmiddels in 2013 in het straatje dat alles overleeft. In 1973 zou het hele dorp met de grond gelijk gemaakt worden, maar de pastoor stak hier een stokje voor, hij gaf de sleutel van de kerk aan een stelletje alternatievelingen uit Amsterdam. Zij kraakten het dorp en maakten het tot wat het werd en bleef, een vrije culturele ruimte voor (levens)kunstenaars, die hier initiatieven nemen die nergens anders mogelijk zijn.
Intussen annexeert Amsterdam steeds meer grondgebied en is een groot deel van de eindeloze ruige vlakte die het dorp omringde veranderd in een industriegebied met haven. Waar eens de wilgen waaiden, staan nu futuristische gebouwen en liggen enorme schepen voor anker.
Ruigoord mocht blijven, d.w.z. de ateliers, en Amsterdam wil er nog meer bouwen, inclusief alle benodigde aansluitingen op riool en water. Gewerkt mag er worden, gewoond niet meer. Maar zoals bekend werken kunstenaars voornamelijk ‘s nachts, en tussendoor vallen ze wel eens even in slaap op een matras.
Wij blijven staan bij een boom met kabouters, waarachter een verzameling wonderbaarlijke houtkachels schuil blijkt te gaan, gesmeed van kachelpijpen, gasflessen en ander roestend ijzer in vormen die vuurwezens aantrekken. Een magische man met rode alpino beent tussen de kachels door naar het huis en verdwijnt achter de deur. Dat kon Aja wel eens zijn, een bijzonder kunstenaar, bouwer en wereldreiziger. Hij heeft iets heel speciaals met de oerculturen en haalde ooit Aboriginals, Indianen en sjamanen naar Ruigoord.
Ik haast me achter hem aan en mijn lief volgt mij. Nu de gelegenheid zich voordoet, wil ik Aja ontmoeten in zijn domein. Snel de gang door, langs de trap en voor het keukentje de kamerdeur door naar een klein vertrek dat precies zo is als je verwacht, maar dan op Aja’s manier. Aan de wanden hangen zijn fijnzinnige etsen en kunstwerken en allerlei snuisterijen van verre.
Op de vloer van de kamer staat een kasteel. Kamerbreed.
Het is het laatste kasteel waar de allerlaatste kabouters huizen. Dat ziet een blinde.
‘Wat mooi, alsof de boom het zelf heeft gemaakt.’
Aja komt naast me staan. Van dichtbij zie je dat zijn gezicht net zo fijntjes is getekend als zijn etsen en hoe helder zijn ogen je zien.
‘Dat zijn stronken van bomen die verbrand zijn. Ik heb ze alleen samengevoegd en er hier en daar wat aan toegevoegd. Het was al een kasteel, je moet het alleen wel zien. Ik heb hem tentoongesteld op verschillende locaties, binnenkort waarschijnlijk weer. Hij blijft trekken.’
Het kasteel is groot, veel te groot voor de deur. Dat ziet een leek.
‘Dan mag je je raam er wel uithalen.’
‘Nee joh. Ik heb het zo gemaakt dat de verbindingen tussen de stronken heel gemakkelijk los kunnen als je weet hoe en dan zet ik het daar weer in elkaar als ze niet kijken.’
Hij kijkt me aan met een blik waarin ik verdwijn. Aja kent het geheim van de smid.
27 reacties
Een onbestemd gevoel van weemoed en heimwee overvalt me, Anne. Een wereld die ik mijn thuis zou kunnen noemen ontvouwd zich door jouw verhalen.
ik voel het Lien, dankjewel.
Ik was er zaterdag, Aja was het eerste atelierbezoek en ook t langste (biertje?)
wat leuk Marcel! ik zou zeggen ‘vertel!’ 🙂
Mooi en wat vreselijk dat zo’n geweldige plek wordt overgenomen door fabrieken. Het zou op de monumenten(zorg) lijst moeten staan.
zo is het nu ongeveer Henriette, na jarenlange strijd en inspanning van Ruigoord en haar vrienden. de valkuil is de bemoeienis die Amsterdam dan meteen ermee heeft… maar we blijven geloven in de vrijstaat Ruigoord 😉
Zoiets moet bewaard blijven ! Ik heb het nog niet gezien, dus het mag zeker nog niet weg !
#grapje. Nee serieus, dat meen ik !
het is echt de moeite waard erheen te gaan, vooral met de Landjuwelen in augustus, maar ook in de weekends wanneer er bijna altijd wel optredens in de kerk zijn – bovendien geven diverse Ruigoorders er leuke workshops in van alles dat de fantasie prikkelt.
Van Aja wil ik wel meer zien!
Als je weer een reis gaat maken, Johan, kun je Ruigoord misschien aandoen! Het terrein is niet handig voor onhandige voeten, maar de mensen wel!
Alweer een mooi verhaal waarin mooie ‘echte’ mensen. Ik heb dat oog al heel lang bij mijn favoriete youtube filmpjes staan.Leuk om dat te weten dat jij ‘erbij ‘ was !
wat leuk Marije! jij bent ook echt een vrijbuiter! maar ik was niet bij het bewegende oog aanwezig, ons Oog van Ruigoord is in vlammen opgegaan, zoals altijd alle beelden aan het eind van de Landjuwelen – we hebben er nog een boekje van gemaakt – maar dat kan ik natuurlijk nu even niet vinden….
Die kunstenaars zijn mensen die in hun eigen hoofd leven, zich weinig of niets aantrekken van tijd en wat anderen zeggen, ze vragen alleen te kunnen werken anders gaan ze dood
van binnen.
Ik ken er hier ook enkele, ook anderen die alleen werken voor de verkoop.
dat heb je mooi gezegd Edgard… volgens mij hoor jij bij de eersten…
Wat is dat voor een flabberschuit die E.
Moet hij weten dat hij arm is in z’n kop.
Heerlijk dat Ruigoord nog bestaat!
Ga zo naar de vieze Jo (nee hoor, woordgrapje)
het is een schat, je kunt met hem praten, dat is
zo rijk…..
ha Annet, ik zat maar te denken wie die E. nu is….. en kom erachter dat we hem op geheel eigen wijze hebben gelezen…. haha:)
ja, Ruigoord is heerlijk
en de vieze Jo ga ik onthouden, want die komt hier wekelijks viezejoen met mijn moeder – alles in het zeer nette, maar dat doet er nu even niet toe –
en fijn dat je met de jouwe ook praten kunt, als vieze jo niet helpt, helpt dat vast wel!
Ik houd het in het achterhoofd. Mijn A’dam echter waar het kan, zoals je weet …
Als je wilt, kunnen we samen vanaf een of ander station – dan kom je er zeker. Via de link zie je hun agenda en ateliers en alles wat je zou willen weten. ik hoor het wel van je.
http://www.cn20101172.p-client.net/index.php?pid=1
Ik bedoel mijd. Tikfout.
Lieve Anne,
Wat mooi is Aja’s kasteel. En ik hou van roestend ijzer. Leuk om dit allemaal te weten.
en ik vind het leuk dat jij zo ongeveer mijn eerste lezer bent en me nog steeds leest! 🙂
prachtig dat zo´n oord nog enigszins overleven kan…markante figuren(ook ene Anne ;)) passeren de revue…fascinerend kunstwerk overigens..graag gelezen
leuk Willem 🙂
steeds als ik er langs rijd ,denk ik aan weleer
de tijd staat daar niet stil maar heeft een andere wending genomen
in de tijd van mijn krantenrit waren het twee doodlopende straatjes ,waar ik
als zestienjarige het autorijden oefende met een oude escort-bestel
(achteruit rijden en keren ,waren in mijn beleving nog bijzondere verrichtingen )
toen woonde er nog werkers die bij Phoenix kistenfabriek en bij de Ruyter grondwerk
te Halfweg werkten
leuk om nog even terug te mijmeren …..
erg leuk trucker, een mooie aanvulling van Ruigoords historie, dat jij daar hebt leren rijden 😉
Fascinerend, dat kasteel… Ziet er echt mooi uit.
Misschien komt het ooit bij ons in de buurt.
En er komt nog een tweede kasteel Dani, daar werkt hij nu aan!