Met Theo Kley heb ik gelijk een klik en dat komt door zijn groene snor.
‘Leuke kleur.’
‘Vind je um leuk?’
‘Hij staat heel natuurlijk in je gezicht.’
De vonk ontvlamt voor ik er erg in heb en Theo is een man die het ijzer smeedt als het heet is. Hij sleurt me door de mensen die om hem heen klonteren naar de bank op zijn veranda, een warboel van kussens en overtrekken.
‘De kussens waren nat geregend en toen heb ik de overtrekken eraf getrokken, maar nu moeten ze er weer in.’
Dat lijkt een simpele constatering, maar is een uitnodiging wat langer te blijven en samen wat te doen.
Dat vind ik het leukste dat er is.
‘Theo, als jij dat overtrek nou eens openhoudt, dan stop ik het kussen erin.’
‘Volgens mij kan dat beter andersom.’
Hij pakt het kussen en ik de sloop. Het is een raar kussen met een even raar sloop. Het is namelijk het kussen van de rugkant van de bank, een bank die het van het kussen moet hebben, dus dat kussen is onder smal, zodat het tussen de leuningen past en boven breed, zodat het over de leuning heen gaat.
Ik houd dat overtrek op, hij duwt het kussen erin, maar dat gaat van geen kant. Al gauw zitten we allebei met handen en hoofd in het overtrek, met een weerbarstig kussen tussen ons in. Ik ben mijn hele man vergeten, zo’n lol hebben Theo en ik in het overtrek.
Man is de handigste in zijn soort, dus die kan het niet langer aanzien en rukt overtrek en kussen en Theo en mij uit elkaar en speelt het in zijn eentje klaar. Nu moet de rits nog dicht, maar die is krom en gekrompen van de zon. Dus moet Theo zijn mannetje staan. De een houdt de boel bij elkaar en de ander trekt de rits dicht. De tweede gaat erin als een hand in een handschoen. De mannen kijken elkaar tevreden aan, maar het kussen zit niet goed in de hoek, dus daar duw en trek en klop ik.
‘Wat ben je allemaal aan het doen?’
‘Ik doe de vrouwelijke touch, want mannen zijn al blij als hij er maar in zit.’
Theo barst los in een bulderlach.
‘Ze is leuk, ze heeft humor.’
Hij legt zijn hand op mijn rug en duwt me weg van Man, het groen in.
‘Had je mijn tuin al gezien?’
Hij wijst op een grote boom naast zijn huisje.
‘Die is nu 13 jaar, moet je zien wat een kanjer. Toen ik hier kwam was het een kale vlakte. Ik heb die vijver uit laten graven en op de bult zand die eruit kwam, heb ik mijn huisje laten zetten, een bouwkeet van die jongens van de Afrikahaven. Daarna heb ik al die bomen geplant.’
Hij kijkt om zich heen als een schilder die afstand neemt van zijn doek.
‘Weet je, vroeger schilderde ik tuinen op het doek, nu zet ik ze om me heen en loop ik erdoor en leef ik erin.’
‘Dat je een paradijs kunst scheppen in zo korte tijd.’
‘Dat doet de natuur, ik wijs alleen een beetje de weg.’
Hij wenkt ons zijn huisje in. Ik houd van houten huisjes, bouwketen en tuinhuisjes en pipowagens, en dit is alles in een. Achter de veranda is een knusse woonkamer met een grote houtkachel waar je uren kunt toeven. Uit de zijwand is een grote cirkel gezaagd bij wijze van deur naar de keuken waar schalen met taart en koek staan opgetast. In de andere wand zit een opening naar de volgende veranda, overdekt met glas, zijn galerie.
Ik val voor de geheimzinnige schilderijen die op de grond staan en waar gezichten en planten en teksten doorheen schemeren.
Man is weg van de duidelijke schilderijen die lijken op batik, maar geschilderd zijn. Ze dragen sporen van inspiratie van Theo’s reizen door Centraal Afrika en India. Theo gaat diep. Hij ontdekte in India meer dan 150 grotten met grotschilderingen, waaronder afbeeldingen van dinosaurussen. Dit is schokkend wereldnieuws, maar wil niet geweten worden, omdat zij volgens de geschiedenisboekjes leefden in tijdperken, gescheiden door eeuwen. Je bent geneigd te denken dat Theo hallucineerde, maar dat is niet zo.
(Forbidden Archeologyhttp://www.mcremo.com/)
‘De mensen komen van heinde en verre naar mijn theetuin en zien dan in het voorbijgaan mijn schilderijen. Menigmaal verkoop ik een schilderij aan iemand die er nooit voor zou zijn gekomen als mijn theetuin er niet geweest was.’
‘Ik kom een ander keertje bij je op de thee, maar vandaag kan ik ook bij de anderen naar binnen.’
Ik wil pardoes weg lopen, maar zo gemakkelijk laat hij me niet gaan. Hij doet zijn sterke schildersarmen om me heen, zijn hartenklop slaat op me over, ik ga op in de man met de groene natuur, voor even ben ik deel van zijn schepping.
16 reacties
Weer een knap stukje dat de kunstenaar typeert, zijn ideeën en de manier van leven.
dankje Edgard
Bijzondere mensen daar in Ruigoord.
Ja, stuk voor stuk!
Mooi neergezet, zowel de persoon als de omgeving. Graag gelezen, Anne 🙂
Dankjewel Mieke 🙂
Deze mensaen zijn het zout in de pap, of zijn het de krenten? Heerlijk om te lezen.
🙂
wat bestaan er tocht kleurrijke figuren en dat het opgetekend wordt 😉 ik geniet ervan…dank
graag gedaan, en fijn dat je ervan geniet, Willem.
Hennie van der Vegt is een oude kennis van me van vroeger toen hij nog in Groningen woonde, hij had een atelier in hetzelfde pand als mijn beste vriendin waar hij iets mee kreeg.
Zijn bloemenschilderijen vind ik erg mooi!
Wat leuk Fenny! Henny met Fenny d’r vriendin, dat klinkt meteen zo, dat je er meer van wilt horen 😉
Ik had ook even, heel even iets met Henny, afgelopen zondag, dat ga ik straks schrijven. Eerst eten – ik ben laat met alles….
Enig!
🙂
Hij is nog commercieel begaafd ook, die Theo 🙂
Mooie foto’s van zijn paradijsje.
En bij dat kussengevecht moest ik denken aan mijn vriendin Joke van de kattenopvang.
Ze hebben een kampeerbus (de zoveelste al) die haar vriend zelf inricht. Dus ook kussens en hoezen op maat. ‘k Heb ze al vaak voor hen genaaid, hoewel Joke dat zelf ook kan. Haar vriend is expert in het aankleden van de kussens: ‘de jongens hun broek aandoen’, noemt hij dat.
Hij haalt de hoes binnenstebuiten en trekt hem er dan zo overheen. (‘t is net een condoom;-)
Mannen zijn kennelijk goed in die dingen, want Man kon het ook in zijn eentje, tot de ritsen dicht moesten, natuurlijk.
Wat een belevenis zo’n atelierroute. Als we het hier in de buurt doen is de helft oninteressant, maar daar lijkt me heel wat meer te zien! T’is alleen wat wijt weg..
.
Dank voor je kussen tip Dani!
Misschien is het een mogelijkheid een keer met de Volle Maan in augustus deze kant op te komen voor een paar dagen, dan is er elk jaar Landjuweel en veel te beleven –
wie weet kan Joke mee met de bus en de kussens, dan kunnen jullie daarin slapen….
ja, laat mij de plannen voor anderen maar maken 😉