Auteur & kunstenaar

Het Fichtelgebergte – vrouw van de berg

hier ben ik

Het Fichtelgebergte ligt als een hoefijzer in het uiterste oosten van Duitsland tussen Bayreuth en Praag onder voormalig Oost Duitsland. Dankzij haar vorm heerst hier een eigen klimaat waarbij de temperaturen binnen een etmaal 20 tot 30 graden kunnen verschillen. Een vorige keer vroor het ‘s nachts meer dan 20 graden, overdag was het bijna 10 boven nul. Dat geeft taaie bewoners.
Alle planten die wij op de mineraalrijke, leemachtige grond geplant hebben, moeten twee jaar wennen voor ze het doen. Eerst zoeken ze het hogerop en lijkt het of ze op molshopen staan, al heb je ze diep in de aarde gestopt. Het jaar erop denk je dat ze verdwenen zijn, je mooie hortentia’s. Dan zijn ze diep de grond ingegaan.
De planten die beide richtingen overleven, kunnen alles aan, sneeuw, hagel, vraat van herten en slakken, pis van vossen en marters. Als ze dat dan ook een jaartje of wat hebben doorstaan gaan ze bloeien.
De onze hebben nog niet gebloeid, die van de buurtjes des te meer.
Van bewoners wordt hetzelfde gevraagd…

P1010318

We rijden het Fichtelgebergte in. Er ligt voor het eerst geen sneeuw, hier en daar een witte vlek ter herinnering aan alle sneeuw die hier ooit lag. Naarmate we dichter bij onze berg komen, worden we stiller.
Buurman is er niet meer, hij ging heen tussen de herfst en deze kerst.

We klimmen omhoog, zelfs hier nauwelijks sneeuw. De laatste aftakking, het onverharde pad naar onze buren. We rijden de oprit op met schroom in de buik. Blijven staan voor het grote Dreifamilienhaus. Waltraud komt naar buiten, ze verwacht ons.
Ze begroet ons surrealistisch vrolijk dat ze nu Sky heeft! Ze slaat Kees op de rug dat ze nu alle sportzenders heeft en dat Kees alle voetbaluitzendingen met haar kan komen kijken. Ze lacht. Barst los als een waterval die zich weken verzameld heeft achter een basaltblok.
‘Wees niet verdrietig! Werner geeft zijn leven gehad, het was klaar, zijn tijd was om en nu zit hij op zijn wolk en zorgt voor ons dat we nu geen sneeuw hoeven ruimen, voor het eerst in mijn leven!’

Wij staan bedremmeld voor haar stoepje. Ze wenkt ons binnen, loodst ons voorbij het keukentje waar we altijd met haar zaten. We gaan naar de kamer, het domein van Werner, waar hij zat op de oude slaapzak, kijken naar sport, elke zaterdag met Kees. De slaapzak gleed van de gladde bank telkens als hij opstond voor zijn doos met zoete ‘gummiebeertjes’ of de doos met tabak waar hij met zo’n apparaatje sigaretjes van rolde, dan legde hij die slaapzak met een ruk terug onder zijn kont. Soms zat hij achter zijn spelcomputer in de hoek.

De steek van verdriet vlijmt het moment dat we de kamer in stappen, de bank zien.
De slaapzak ligt er nog. De stoel is weg. De computer is weg. De kamer is leeg. Zelfs geen kerstboom.
‘Ik heb geen kerstboom gedaan, dat wou Werner altijd en ik zie bomen liever buiten.’
Kees en ik staan als zoutpilaren die geen kant op durven voelen.
Het laminaat heeft nog nooit zo kil naar ons gekeken.

Waltraud wijst naar de lege muur onder de twee vensters.
‘Daar lag hij op bed. Hij was net een week uit het ziekenhuis. Hij wou naar huis, zijn plek, zijn berg.
Dat heb je goed geschreven, Anne. Sigurd heeft het voorgelezen. De man van de berg. Toen heb ik voor het eerst gehuild.’

Ze duwt ons naar de aangrenzende eetkamer. Wijst naar een plankje met een portret van Werner, een koperen vaasje en een brandende kaars.
‘Die steek ik elke ochtend aan en ‘s avonds blaas ik hem uit. Ik slaap nu met Leo en Lina. Werner wilde geen poezen op bed maar ik vind het veel te koud als ik alleen in dat bed lig.’ Ze lacht dat grappige lachje.’Werner is dood, maar dat vergeet ik soms. Dan hoor ik een auto en denk dat hij eraan komt. Hij is weg.’
Wij staan daar maar te staan en zij staat daar maar te overbruggen, de kloof van gemis.

‘Werner heeft nog een glas bier gedronken met Bernd en Katja en Sigurd. Ze hebben gepraat en gelachen. De volgende ochtend vond Katja hem. Ze had de krant voor hem gehaald, dat kon hij zelf niet meer. Ze maakte mij wakker en ik zag een zwarte schim en toen was het mijn dochter en wist ik het. Ik vloog naar Werner en hij zag er zo vredig uit, een glimlach om zijn mond. Hij had geen pijn meer. Hij was verlost. Ik heb meteen het raam open gezet, dan kan zijn ziel naar buiten vliegen en dat deed hij. Hij is vrij… Katja en ik zijn daar blij om maar Bernd kan niet ophouden met huilen. Hij dacht dat Werner er nog zou zijn met het vuurwerk. Dat hij nog met hem praten kon. Hij vindt mij koud en ik vind dat hij jammert, maar ieder is anders en voelt het op zijn manier…’

Bernd komt binnen alsof hij het hoort. Hij ziet er mager uit. Wit. De sportiefste man van het Fichtelgebergte, de man die bij nacht en ijzel in hoogmasten klimt als er iets mis is. Hij kan wat niemand durft, floreert op de toppen van risico en moed.
Hij drukt Kees, omarmt mij.
‘Je hebt mooi geschreven Anne, de man van de berg, dat was hij.’ Slik. ‘Werner zal zijn berg nooit verlaten, zijn geest blijft hier voor altijd, Ik ga een waardige plek voor hem maken met een rotsblok en daar zetten we hem bij.’
Hij pakt het koperen potje van de plank.
‘Hier zit hij in.’
Kippenvellend kijken we naar de grote mannenhand met het belachelijk kleine koperen potje, de verzegelde halsopening.
‘De urn is begraven op het kerkhof, je krijgt de as niet mee. De kerk wil verdienen aan de doden. Maar tegenwoordig kun je een beetje as mee te krijgen en dat zit hierin en daarmee is Werner verbonden, het is van zijn vlees en bloed en botten en…’
Hij kan niet verder en staat daar met dat potje in zijn handen.

Waltraud glipt weg. Haar voetstap kraakt over de vloer. Ze komt terug met een kaartje.
‘Voor jou Anne, een aandenken aan Werner.’
Ik wil de tekst voorlezen.
‘Een mens is heengegaan…’ Mijn stem breekt.
Waltraud zegt troostende woorden over dood en leven, dag en nacht.
Bernd vermant zich dat Werner heen ging en dat op hetzelfde moment elders een kind werd geboren.
Ik weet het, ik weet het, mijn eigen Sophie, maar helpen doet het niet.
Kees schraapt een brok weg.
‘Anne moet altijd alles verwerken.’
‘Freilich!’
‘Sei nicht traurig Anne! Werner is er nog. Hij heeft alle sneeuw voor ons geruimd. Ga maar snel naar jullie huisje en maak het jullie gezellig, maak vuur!’

Buiten ijlt de koude Fichtelberger lucht mijn snakkende longen in, berookt met hout van eigen woud. Als geraakt door ijzende bliksem voel ik een vonk van Waltrauds wezen, de kracht van de vrouw van de berg…

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

15 reacties

  1. Wat een mooie gedachte van Waltraud, Anne, dat de man van de berg de sneeuw voor jullie geruimd heeft. Heel mooi!

    Je hebt me helemaal meegetrokken in het moment……..

  2. Wat een kracht toont de vrouw van de berg! Zij heeft zich kennelijk altijd naar de sterke man gevoegd, maar in zijn luwte kon zij uitgroeien en haar eigen kracht bereiken.

    Voor jullie was deze confrontatie natuurlijk heel anders; de Man van de berg ging vlak na jullie vertrek heen en jullie kwamen nu pas aan afscheid nemen toe.

    Verlies is zwaar, maar Waltraud weet winst te halen uit het verlies. Je hebt het prachtig en krachtig beschreven, Anne.

  3. Het eerste wat ik las, vandaag. De weekopening. Weet je Anne, het is allemaal zo waar wat je beschrijft. Het verdriet en de troost; het gemis en de aanwezigheid. Alles in en na dit leven ligt zo dicht bij elkaar. De man van de berg, hij is er nog. In het woord en het gebaar van de ander, van jullie. Sterkte.

  4. Zo gevoelig als jij schrijft Anne. Kon dit schrijven niet met droge ogen lezen. Zo’n stoere kerel hè? (Allesbehalve hoor. Heb een hart als een muisje, al heb ik wel eens een bek als een leeuw 😀 ) Al woon ik niet op een berg, toch begrijp ik de gevoelens zoals jij die beschrijft zo goed omdat ik dus familie n de bergen heb wonen.
    Weer genoten en kijk weer belangstellend uit naar je volgende stuk.
    Groetjes, :*

  5. de context van een gewijzigde ontvangst haast filmisch beschreven
    ik voelde mij een stille toeschouwer van de begroeting
    waar berusting en verdriet een gemeleerde gevoelsuiting vormde
    weer graag jouw mooie verhaalsvorm gelezen

    groet ,klaas

  6. stilmakende woorden die je mij laat lezen. wat kan ´iemand´ toch veel betekenen in een mens zijn leven…. …bovenstaand schrijven is zo voelbaar mooi en teer neergezet….. dat doet houden van mi ..;)

  7. mooi ontroerend een woudgeest die blijft in wat voor hoedanigheid ook dat alle tranen mogen veranderen in kristallen…
    Minke

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *