De griep zelf is interessanter dan het herstel. Afgezien van de ongemakken wordt het een sprookje op de berg. Je hoeft het weggetje maar te zien en het komt vanzelf…
Ons weggetje wordt niet geruimd en waar dat wel het geval is, heeft de nieuw aangestelde sneeuwploeg een fout gemaakt: ze hebben de sneeuw niet weggeschoven, maar zout gestrooid, waardoor de berg een ijsberg is geworden.
Het eerste loopje van Kees is de eerste dag dat ik ziek in bed blijf. We zijn uitgenodigd door de jarige buurvrouw, hij gaat alleen. Na een uur of vier, vijf, komt hij terug met een rode blos.
‘De hele verjaardag draaide om jou. Iedereen die binnenkwam vroeg waar jij was en ik heb wel tien keer verteld, waar de pijn precies zit. Normaal hebben die Duitsers geen humor, maar ze lachten zich een kriek omdat ik de woorden niet wist en alles dus aanwees en voordeed en de tiende keer hadden ze het niet meer. Ze kwamen allemaal met een andere tip: drie liter water uit onze eigen bron drinken dan plas je morgen de ziekte uit, met warme kruiken in bed blijven, ‘s ochtends een geperste citroen zonder suiker, daarna een lepel honing met kaneel, dat doodt alles wat fout is, maar de honing moet wel van een imker uit Weidenberg, die man heeft zijn korven in een cirkel van 3 kilometer die Genvrij is, want bijen vliegen die afstand en daarom bevat biologische honing toch vaak resten van genetisch gemanipuleerde planten.’
Mijn oren mogen dicht zitten, ik hoor plotsklaps eeuwenoude wijsheid van de berg borrelen uit mijn man die van de paardenmiddelen is. Ik voel me behoed door de Genius Loci van de berg en val in de slaap der onschuld.
De volgende dag zijn we uitgenodigd om met een heel gezelschap te lopen naar een Stube voor een zondagsmaal. Om half drie is het vertrek vanaf het einde van ons weggetje. Om twee uur kom ik hoestend en steunend op Kees overeind.
‘Ik ga wel alleen, blijf jij maar thuis, lekker uitrusten, goed water drinken en citroen en honing en dan kun je gelijk het vuur brandend houden.’
Ik val in een vreemd soort slaap. Heb het koud en gloeiend tegelijk. Buiten giert de wind. Ik moet een nieuw blok op het vuur gooien, maar mijn benen zijn ongezeglijk. Ik verplaats al mijn kracht naar mijn armen en zowaar schuift mijn hoofd wat hoger op het kussen. Recht tegenover me zie ik haar, knalroze haar in een dikke bos, waaiend achter een jonge vrouw op een knalgele fiets. Ze rijdt tegen de wind door een dorpse straat. Ik wil haar roepen, Iris, want die is het, maar mijn keel zit dicht en ik moet hoesten. Als ik mijn ogen knipper, staat ze gebogen over een bed met een gehaakte sprei, er ligt een oude vrouw in, de vrouw is dood. Iris sluit haar ogen, dekt haar toe tot haar kin en racet op haar gele fiets naar huis, een huis met een grote schuur ernaast, boven de openslaande deuren staat in dansende letters ‘Wellness’. Het meisje met het roze haar smijt haar gele fiets tegen de gevel en stormt naar binnen. Op de behandelbank liggen een man en een vrouw heftig te vrijen.
De deur klapt dicht met een smak.
Ik schrik wakker van gestommel. Kees! Mijn hart maakt het sprongetje van het begin. Kees is terug! Thuis is het heel gewoon dat hij thuis komt, dat is veranderd in het grote Duitse bed in een huisje in de sneeuw op een berg met dromen van meisjes met roze haren.
wordt vervolgd
10 reacties
Ben al benieuwd naar Iris, maar eerst nog even op wandel met Eva…
Hopelijk voel je je weer beter nu!
Ja, eerst Eva! Haar avontuur mag er wezen en gelezen worden, graag!
En ik voel me idd aan de beterende hand, lief dat je dat vraagt Marleen! Ik ben vandaag lekker naar buiten geweest en heb kleine potjes met voorjaarsbloemetjes gehaald en in een schaal op tafel gezet: het begint te ‘kriebelen’ – en ik geef het de tijd….. jawel 🙂
Lieve groet!
Klinkt veelbelovend nee niet jouw gehoest en geproest maar je droom.
Ben nog even met Eva bezig.
Betetschap…..is de honing al op of de citroenen?
Xxx
Ha Dimph! Het hoesten is over (afkloppen) – en de honingpot is bijna leeg!
En fijn dat je Eva niet in de kou laat, neem har mar lekker op schoot!
Jij bent toch wel een echte heks hé!! Zo schrijven dat wij heel erg nieuwsgierig worden naar jouw Iris. En ik moet nog beginnen aan Eva. Fijn dat je al energie hebt voor voorjaarsbloemetjes.
Haha, een echte heks…. die mag ik wel.
Vanochtend werd ik wakker met een fris gevoel, Athy! Buiten is het koud, er ligt ijs op de sloot en voor het eerst staat het eendenechtpaar niet voor mijn deur en de poezen liggen opgekruld in hun mandjes en ik begin weer iets van ‘zin’ te voelen. Hou je goed!
X!
X 🙂
Ik ben ook benieuwd naar Iris en bovenstaand klinkt inderdaad veelbelovend, maar neem je tijd. Wat mij raakt zijn een paar woorden in je antwoord aan Athy: ‘en ik begin weer iets van ‘zin’ te voelen’….hier word ik blij van, Anne! Liefs!
daar ben ik zelf ook heel blij om, dankjewel Ellie!