Op een winterse dag in het nieuwe jaar, 1956 was nauwelijks begonnen, stonden er twee vreemde mannen voor onze deur. Ze kwamen voor Jan Vellinga. Dat was papa! Ik hoorde het haarscherp achter mijn moeders rokken. Mama’s stem werd zenuwachtig, ik was op slag bang voor de vreemdelingen. Ze wilden mijn hand, die kregen ze niet. Ze bogen over de wieg van Cootje. Die kraaide het uit van plezier. Mijn broertje had geen idee van gevaar.
De mannen vulden de hele kamer met hun jassen en tassen en stemmen zo hard als basalt. Ze pasten amper in onze stoelen en ze hadden namen waaraan je meteen kon horen dat ze niet van dichtbij waren, geen Minderhoud, geen Lievense en geen Louwerse, maar Siebering en van der Werff, ze kwamen van ver, heel ver.
Ze waren met de trein naar Middelburg gekomen en vandaar met de bus naar Westkapelle waar Vellinga ergens in de Koudorpstraat moest wonen en werken. Ze zochten iemand die Duits en Frans kon geven en dat was papa en nu hadden ze hem gevonden en ik had er meteen pijn van in mijn buik…
Het was een lange reis geweest, het was koud en het was guur en daar zaten ze dan eindelijk in het huisje van Vellinga om hem te ondervragen. Zijn brief was oprecht, maar hij stond op de zwarte lijst.
Siebering en van der Werff schoven wat ongemakkelijk op hun stoelen. Nu ze eenmaal op het eindpunt van hun bestemming waren, zagen ze de armoede en de liefde in het huisje dat blonk van het sop. Ze zagen de nerveuze vrouw, het verschrikte meisje, de onschuldige baby en de stille man. Het was minder makkelijk dan ze gedacht hadden dit broze leven binnen te vallen. Hun zoekende blik ging langs de tafel, de box, het dressoir, en de boekenkast en bleef rusten op de aquaria vol kleurige visjes.
Ter inleiding, afstemming en verzachting van de ongemakkelijke omstandigheid begonnen ze hiermee.
Vellinga sprak met zoveel warmte over deze koudbloedige beestjes, dat het moeilijk te geloven was dat hij staatsgevaarlijk was. Een man met zoveel toewijding kon toch geen slecht mens zijn?
Het politieke verhoor moest beginnen en begon. Wat was zijn kleur, zijn geloof en zijn hoop, zijn ervaring, zijn kwaliteit, zijn capaciteit en zijn plan. Toen ze aangehoord hadden wat in hem leefde, stonden ze op en gingen wat ongemakkelijk de deur uit.
Mama rende de voordeur uit.
Papa de achterdeur.
Mijn broertje sliep.
De kamer was stil en leeg ineens.
Als een pijl schoot Aaltje de mannen achterna. Na zes jaar Westkapelle miste ze haar familie en haar geboortegrond verschrikkelijk. Elke kilometer richting Groningen was er één. Ze zag haar kans. Ze haalde de mannen in en smeekte hen ‘haal ons hier weg, haal ons hier alsjeblieft weg…’
Siebering zei dat ze overtuigd waren van Jans goede hart, dat was groen als gras, maar zijn politieke kleur was bloedrood. Ze mochten geen communist aannemen en zij tweeën waren verantwoordelijk.
Aaltje rechtte haar rug en zwoer op haar eigen graf dat zij zou zorgen dat niemand ooit een verboden woord zou horen. Niet van haar man, niet van haar en niet van haar kinderen.
Korte tijd later kwam de postbode aan de deur met een telegram van de burgemeester van Tiel.
Een paar dagen later volgde een brief van de gemeente.
Aaltje was in de wolken, Jan landde met een smak op de grond: hij moest zijn akte nog halen!
wordt vervolgd
21 reacties
Dat je die papieren nog hebt
Fantastisch!
Daar zeg je wat, Annet! Mijn broer bleek ze te hebben. Ik was helemaal verbaasd en blij, had ze nooit eerder gezien, echt iets voor mij… Hij heeft ze speciaal voor mijn blog gedigitaliseerd.
Uit de eerste hand en onversneden, ijskoud deze oorlog
Mooie reactie Atttila, voelbaar dat jij weet waar het over gaat, deep down…
Een indringend verhaal, dat een gezin toont dat liefde en inzet voor elkaar wonderen kan doen.
Liefde en inzet voor elkaar, dat klopt precies Edgard x
Weer een bijzondere aflevering. Zo beeldend dat je als lezer de angst en de spanning voelt.
Je ouders moeten je we veel verteld hebben om dit zo weer te kunnen geven.
Morgen met moeder praten over een geheimzinnig bezoek van mijn vader aan Den Haag. Tijdens het lezen van jouw verhaal schoot me weer de spanning te binnen, die ik toen voelde. (kleine potjes met grote oren). Misschien te laat in verband met haar geheugen, maar ik wil nu toch meer weten.
Anne, wat heb je dit weer krachtig verwoord….warmte en liefde voelbaar door alle woorden heen.
Bij het zakken in mijn ziel is dit precies wat ik voel, Ellie – vermengd met het vreemde gevoel van ‘voorbij’ en…… ‘nooit weg’….
Ach, die moeder van jou. “Zeeuwen blijven altijd Zeeuwen, getrokken uit zware Zeeuwse klei” zei een vriendin van mij die met twee kindjes haar man achterna ging naar Middelburg waar hij bibliothecaris werd omdat er voor een arabist in Amsterdam nauwelijks werk was. En dat was zo’n 20 jaar later….
Je schildert hun leven zo in dat huisje. Een pentekening van woorden.
Athy, doorleefd mens – jaaaa…. die moeder van mij… zo jong en zo ver van huis…
maar wat was ze creatief, de redding van ons gezin… slik…
dit vraagt om geschreven te worden… ik zie een nieuw boek ontstaan
Joke!
weet je, ik wou dit helemaal niet schrijven, ik wou schrijven over een neefje van Kees waarin ik een held zag, ik ging zitten en er kwam iets heel anders, ‘iets’ trok aan een draadje en trekt nog steeds, er komt almaar meer…. ik schrijf nog niet de helft van wat opduikt en het wonderlijke is dat ik zowel mijn eigen herinnering beleef, als het perspectief van mijn vader en moeder – misschien kan dat pas nu ze herinnering zijn geworden, binnenin de ring van mezelf…
ik denk dat dat perspectief zien ook pas kan als je groot genoeg bent om uit je eigen emotie te stappen in een groter overzicht en van uit de nieuwe neutraliteit, moed en tederheid op een andere manier leert begrijpen……<3
dank voor je wijze wijde blik Joke.
Anne, mijn moeder zei altijd :”wie wat bewaard heeft wat “, zie, weer ‘n oude wijsheid die hier bewezen wordt.
Hoe mooi teken je weer het beeld dat liefde alles overwint, oeps dat zal schrikken geweest zijn voor je vader, nog wel even de papieren halen.
Ook daarin is niks veranderd, de bureaucratie is zelfs bijna de top genaderd.
Je weet zoveel van vroeger, wat zou hier ‘n mooi boek in wording geschreven staan.
xxxxx
Laat ik nou gisteren een tekening gemaakt hebben over ‘loslaten’ waarbij ik door het tekenen ervoer dat ik iets eerst helemaal naar binnen laat, voor ik het naar buiten breng, loslaat – de tekening leken eerst tranen en toen visjes of vruchten – misschien blog ik het nog eens, maar het raakt precies die oude wijsheid waar jij nu mee komt!
Dat ik me zoveel van vroeger herinner, zou ook wel eens kunnen komen dankij de zwijgplicht, waardoor mijn overgevoelige innerlijk alles moest binnen houden – een thema op zich dat uitwerking verdient –
het zou wel heel mooi zijn als ik de beginjaren van ons gezinnetje de geheime tijd, zou kunnen boekstaven… voorbij de teleurstelling die mijn vader ervoer in zijn bewogen en bevlogen idealistisch leven… maar eigenlijk vind ik dit al zo bijzonder, dat Aaltje en Jan een plekje hebben gekregen in levende harten…
Ik dacht ook even aan een boek Anne, maar daar groeit het al aardig naar toe? Jouw verhalende geschiedenis trekt als een film aan mijn ogen voorbij….
bij mij ook Jannie, door het op te schrijven vallen fragmenten op hun plaats en worden beelden een film waar ik zelf met verbijstering naar kijk
Een grandioze pen die een bijzonder verhaal de wereld instuurt. Schrijf verder, schrijf verder zou ik zeggen. En wat geven die documenten toch een bijzonder cachet aan dit mooie en indringende relaas.
je maakt me stil, Mies, dankjewel.