Kees is naar de buurtjes voor overleg over onze droge bron en ik had beter mee kunnen gaan, had ik gelijk kunnen drinken en plassen en alles kunnen horen uit de eerste hand. Hoe kan ik nu schrijven aan Iris? Die vertoeft in kleddernat Holland en dat krijg ik met die droge lippen niet voor de geest. Ik voel me woestijnig en zie stuivend zand. Ineens word ik Janos gewaar in die zandvlakte tussen de cactussen, Janos, de vader van Iris! Hij rijdt in zo’n stoere Pick-up en zijn diesel is bijna op, hij ziet het ook niet meer zitten…
‘Anne! Ik heb water, kom gauw!’
Een seconde denk ik dat Kees terug komt met een lekkend mandje met water, maar het is een plastic krat bovenop een kruiwagen. Hij hangt stijl achterover om alles horizontaal te houden op de bergtrap. Eén stap voor- of achterwaarts en de krat helt en al het water giert eruit.
‘Ik heb water, maar nou zit ik.’
Tsja. Hoe krijgen we het in huis?
‘Dat krijg ik niet getild, Kees.’
‘Nee, maar als jij het krat nou recht houdt, rijd ik hem de volgende tree af.’
Dit is een onmogelijke opgaaf. Het kostbare water gutst over de rand en plast door het gat dat bedoeld is om dat krat handig op te tillen als hij leeg is. Kees kan geen kant uit, de oplossing moet van mij komen en komt.
‘Ik haal emmers.’
We hebben er twee, de ene staat in de kelder en de ander is spoorloos en dus struikel ik over een wijnfles die de hele vloer bezoedelt en krijg dat eens schoon zonder sop en de emmer staat vol zooi buiten en hijghijgzweet gaan we ermee naar mijn hangman. Ik vul de eerste emmer en krijg hem amper op de grond, dan de zooi-emmer en dan schiet Kees los uit zijn Pompeji-stand en gaat een tree omlaag waarop water gutst en klotst en hij dan maar de kist uit de kruiwagen tilt met gevaar voor een zenuwontsteking aan zijn gehele ruggengraat. Afijn. We tillen eendrachtig de emmers naar de keuken en krat naar de wc. Hiermee kunnen we twee keer spoelen en dan is het op.
Ik wist niet dat ik de hele dag afwas heb: kopjes, glazen, theelepeltjes, messen, bordjes, ga zo maar door. Thuis belandt alles in de afwasmachine en heb je er geen idee van. Nu ontwikkel ik een methode die zo naar Afrika kan: vul een afwasteiltje voor de helft met koud water zonder afwasmiddel en spoel de hele dag door alles daarin af, dan kan dit voedzame water ‘s avonds verdeeld worden over alle verdroogde planten, waarvan de gekrulde blaadjes zich strekken in dankbaarheid. Ik heb me wel eens verbaasd over Amsterdamse glazenwassers die met één emmer een hele straat doen, nou, daar kan de hele wijk mee. Verder is het ongelooflijk hoe schoon een vies kopje wordt als je het afspoelt in vuil water. Vette pannen zijn een ander verhaal. Die veeg je af met keukenpapier en zo wordt huishouden weer een avontuur.
Het vervelende is wel dat je telkens wéér gebrek aan water hebt. Drinkwater kopen we in de winkel, douchen doen we in het Waldschwimmbad, maar telkens duikt het moment op dat we toch weer voor een kratje naar de buurtjes gaan. Dat wil zeggen, ik word verondersteld aan Iris te werken en Kees komt na een uur (of wat) terug met nieuws…
wordt vervolgd
14 reacties
Ik zie het voor me, Anne. Puffend, hijgend, zwetend en zeer gefocust om niets van dat kostbare water te verspillen. Duidelijk maak jij met je verhaal ook dat je eveneens in een huis kunt kamperen! Mooi geschreven..kom maar op met het vervolg 😉
prachtreactie Ellie x
Ik ben benieuwd waar Iris naar toe gaat en hoe primitief het daar is 😉 en hoe grote problemen overzichtelijk worden door confrontatie
Joke! Iris is inmiddels verliefd….. hoe dat zo ineens kan?
De combinatie real life en de activiteit van het boek in wording is een interessant en leesbaar
stuk proza. Volg het met belangstelling.
Fijn Fred! Maar zie ik nu een camera of een pistool in jouw handen….?
Tjonge Anne, wat een avontuur! Maar zo kostbaar dus is water, zo waardevol en noodzakelijk. Wordt wel eens vergeten wanneer het rijkelijk uit de kraan stroomt…..
IDD Jannie! Je kunt er niet buiten, geen dag – en ik ben het met de dag raarder gaan vinden dat wij kostelijk drinkwater zó door de wc spoelen, maar ik doe het dus wel…..
De Pompey stand , je ziet het meteen voor je , onbeweeglijk in een actie houding en met starre blik
JA 🙂 big smile 🙂 je ziet het ècht Attila!
Ha ha,kamperen is er niets bij.
dat bedoel ik Wilma!
Dag Anne,
het is een camera, Fuji 6 mp, al tien jaar in mijn bezit, handzamer dan de Canon digi spiegelreflex, die alleen gebruikt wordt voor fotograferen van mijn werk. Een gelovige kerkorganist meende eveneens een sub machine gun te ontwaren op de foto van de de avatar en deelde overspannen mede ‘een volgende keer’ naar justitie te lopen. Goed idee; ik houd wel van ethische geesten en conformisten. Na uitleg van mijn kant bood hij zijn verontschuldigingen aan. Aanvankelijk was ik even gepikeerd,maar dat duurt bij mij nooit lang. jammer!
Ha Fred!
Lief dat je even tekst en uitleg geeft! Nu ik het weet, zie ik meer: een fotograaf schiet anders dan een schutter. x