In de wachtkamer is het een kwestie van wachten. Posters aan de muur, een tafeltje met tijdschriften, een hoek met speelgoed veranderen dat niet. Je wacht. Naarmate ik langer wacht, heb ik minder zin in mijn beurt. Naast mij zit een vrouw met handen die mijn aandacht trekken. Van die handen die elk moment iets kunnen gaan doen. Ze houden elkaar vast, niet zoals bij een mediterende boeddha, nee, ze houden elkaar in toom, sterker nog, ze weerhouden elkaar van… Nagelbijten? Roken? Krabben?
Het zijn kloeke handen. Soepele handen. Handige handen. Aantrekkelijke handen dus. Ik kan mijn ogen er niet vanaf houden en zou ze het liefst even voelen, aanraken, vastpakken, maar ja, een vrouw die vandaag de dag andervrouws handen vastpakt? De schrik zit er nog in van de betonschaar in Arnhem.
Onder mijn onverdeelde aandacht komen de handen in beweging, dat wil zeggen, de vingers. Ze prieken in de handpalmen als krabbescheren, een erbarmelijk gebaar van zelfkastijding, waarbij de handpalmen langzaam maar zeker mijn blikveld indraaien. Bloedrood en gezwollen.
Mijn bezorgdheid snelt mijn tact vooruit.
‘Wat is er met je handen?’
Ze kijkt me aan met ogen zoals je de lucht wilt, felblauw en glashelder, maar als iemand je zo aankijkt, schrik je ervan.
‘Van de grond.’
Haar afgemeten toon temt mijn aanstormende vragen tot een armzalige echo.
‘Van de grond?’
‘Pyreneese berggrond.’
‘Pyreneese berggrond?’
Ik bedoel. Ik snap het niet en nu wil ik het weten ook.
Haar felle blik kijkt dwars door me heen richting Pyreneese berggrond. Haar stem zakt het dal in en klimt of ze de juiste hoogte zoekt.
‘Mijn huis staat daar. Op 1000 meter. Ik heb alleen bergen en rotsen om me heen en een beek. Daar haal ik stroom uit. Ik heb in mijn eentje de boerderij verbouwd en de grond bewerkt met mijn blote handen. Omwoelen, zaaien, oogsten, eten. Heerlijk. Een paar jaar geleden zat er iets in de grond wat onder mijn vel is gekomen. Plantenspul. Cactussen of distels. Mijn handen zwollen op als opgeblazen rode ballonnen. Ik heb daar geen dokter, maar iedereen op de berg wist raad. Zand, zeep, klei, honing, ossenvet. Zonder resultaat. Nu snijd ik het er steeds uit met een stanleymes.’
‘Een stanleymes?’
‘Daarmee kom je snel door je vel.’
Haar ogen fonkelen, haar wangen gloeien, haar handen jeuken.
De dokter komt als geroepen.
‘Woon je nu hier?’ stamel ik snel en hoopvol.
Ze lijkt me een interessante vriendin.
‘Nee, ik logeer een paar dagen bij mijn zus.’
‘Wie is aan de beurt?’ De dokter kan niet wachten.
‘Ga jij maar.’
Voor ze zich bedenkt en onverrichter zake terugkeert naar de Pyreneeën.
Ze springt op, de wilde vrouw. Haar rug spreekt onverzettelijke moed.
‘Goed dat je de dokter er even naar laat kijken!’
Bruusk draait ze zich om.
‘Waarnaar?’
‘Je handen!’
‘Daarvoor ben ik hier niet. Ik kom voor het uitstrijkje!’
32 reacties
Verrassend en vlot; maar dat zijn wij wel van je gewend.
Nog een heel fijne woensdag en warme genegen groet,
dank voor je lieve woorden en gedachten aan mij, Sunset
Oh Anne, ik vond het zo spannend om te lezen, wilde ook alles over deze handen weten. Ik zag je kijken en voelde je nieuwsgierigheid naar vrouws handen, aan het eind schoot ik in de lach 🙂
mooi zo, Ellie 🙂
Geweldig!
Wederom graag gelezen, Anne 🙂
Dank Mieke
Verrassend einde Anne! En wat maak jij lekker snel contact. Ik was gister in de wachtkamer van de cesartherapie. Opeens ‘n kort gesprek met ‘n jonge vrouw over kapsels die tegenwoordig piekerig mogen zijn (ze stond voor de spiegel) en die opluchting daarover! De vrouw die jij ontmoette boeide jou door het aparte. Jij merkt dat. Mooi! En je zou er meer van willen weten!
Ik zie het pieken, Miep, leuk. En ik wil er ook meer van weten, groet!
Ik werd ontroerd door je mooie verhaal. Jammer, hè, dat je soms elkaars handen niet meer durft vast te pakken ook al zou het waarschijnlijk goed zijn voor beiden. liefs Renate
Ha Renate, ja, en er wordt zelfs bijna geen hand meer gegeven, het is altijd luchtzoenen.
Anne als ik naast iemand zit wil ik ook altijd gewoon een praatje en zeker als ik een beeld zie dat jij weer zo mooi neerzet. Ook het gevoel iemand aan te raken even te voelen of de werkelijkheid past bij mijn gevoel. Dat is toch bijzonder weer.
Ik lag wel in een deuk om je einde……zo verrassend.
Leuke reactie Dimph, echt jij, dank!
Erg leuk geschreven en het leest met een goed tempo. Het einde was natuurlijk hilarisch 😉
Leuk je hier weer te zien Mc Kleuver, dank voor je positieve feedback
Mooi dat je dit alles ziet Anne en ons daarover bericht. Zo maak ik ook nog eens wat mee. Hahaha. Lieve groeten uit Tiel.
Ha Hanny, ik was een tijdje niet online en zie je guitige reactie nu pas, dank!
Een onverwachte wending aan het eind. Leuk om te lezen, vooral omdat ik eigenlijk altijd naar handen kijjk. Soms bepaal ik zelfs op basis van handen of ik iemand mag of niet. Slaat denk ik nergens op, maar het is een ingesleten gewoonte die ik als kind al had.
Wat leuk dat jij (ook) iets met handen hebt, Wilma, en al zolang! Schrijf er eens over, ik ben heel benieuwd.
Een Handsaam-stuk van een ‘Handsome Vrouw!’
Ken ik jou?
oh, wat lief gezegd!
Je schrijft weer Anne, fijn.
Mondjesmaat Klaske…, ik zit almaar met mijn handen in de grond – en wat daar allemaal uitkomt!
Mooi verhaal, Anne. Waar je ook over schrijft, het is altijd verrassend. Net als omgaan met jou. Liefs.
Liefffff, dankjewel Irene
Weer zo genoten van dit verhaal, Anne. Om te herlezen, zoals al jouw verhalen.
Liefs.
Wat en mooi compliment Wicky, dankjewel <3
Prachtig!
Dank Annette X
Kostelijk!
Dank Anne X
O Anne, wat moet dat een ontnuchtering voor je zijn geweest. Eén en al handen ellende en ze komt voor een uitstrijkje. Maar je schreef het zo dat ik meteen wel mee die spreekkamer in had willen gaan.
wat maak jij toch altijd mooie zinnen Athy, en het klopt ook nog, die ontnuchtering!