Denk je klaar te zijn met je vader en je moeder, wil je even bijkomen, moet ik drie columns tegelijk inleveren bij de krant, 500 woorden en niet 499 of 501.
– Herinnering (aan mijn vader)
– Bergense Bus (pubers)
– Hersenspoeling (ophouden met snoepen)
En dan kan ik weg, twee weken Dordogne in een huisje, geplukt van internet.
Het regent.
Ik koop een Frans schrift met lijntjes, heel veel lijntjes, zo zijn die Franse schriften, Franse schoolkinderen moeten precies tussen de juiste lijntjes blijven, dat zie je op de camping en het strand.
Ik ga juist groter en onhandiger schrijven dan op de blanco vellen waar ik thuis altijd op werk.
Ik schrijf op wat ik meemaak en wat ik denk.
Ik denk niet.
Ik zit daar in de Dordogne met een korte-termijn-verleden dat mij acuut in beslag neemt.
Dat komt door de man die mijn schrijven heeft afgebrand, een man die denkt. Hij denkt dat dat hij weet wat literatuur is. Naar eigen zeggen heeft hij Conny Palmen groot gemaakt en Arnun Grunberg, nou, dan weet je het.
Ik kwam bij toeval met hem in gesprek en op grond van dat gesprek dacht hij dat ik romans kon schrijven. Hij vertelde dat hij vele romanschrijvers had opgezocht in vele buitenlanden en ik sprak en dacht als zij. Zei hij.
Nog voor ik een poging gewaagd had, gloeide ik als vuur. Enthousiast begon ik aan drie romans tegelijk.
Die brandt hij af.
Korte tijd daarna negeert mijn moeder mijn rode baarmoederschaal.
Daar zit ik in de Dordogne.
Mijn vader duikt op. Niet in levende lijve, hij is allang dood.
Toen mijn vader wist dat hij doodging, verkaste hij naar het zuiden van Frankrijk, waar het warmer was voor zijn verkleumde lichaam. Slangen en hagedissen kropen over zijn blote voeten. De man die een levenlang slangen en hagedissen in huis had gehaald, werd een met hen.
Ik ben blij met de herinnering aan mijn vader. Hij is er nog!
Op een ochtend word ik wakker. Misselijk van mijn vader.
‘Wat doe je de hele tijd in me? Ik ben je huis niet. Rot op.’
Weg is hij. Ik schrik.
Hij zal toch niet als geest aanwezig zijn geweest? Of kun je je eigen gedachten verjagen?
Hij duikt niet meer op.
Mijn vader is nauwelijks vertrokken, of daar is Ex. Onze laatste vakantie brachten we door in de Dordogne. Hij verstarde van schrik op het moment dat hij een enorme slang van de rots zag springen, regelrecht op de stoel waarop ik ging zitten, rug naar de rots. Hij kon geen woord uitbrengen. Ik ging zitten en zag tot mijn verwondering een slang van anderhalve meter tussen mijn benen glippen naar de grond waar hij verdween in het gras.
Ik voelde kracht, hij angst.
Korte tijd later beminde Ex een andere vrouw. Hij huwde haar snel. Hij, de man die twaalf jaar verkondigd had dat hij nooit zou trouwen. Niet met het wijze, onvoorspelbare vrouwtje. Dat was ik in zijn ogen. Naar hij zei en zei en zei.
Ineens kraakt er iets, daar in de Dordogne.
Ik zie mijn herinneringen. Ik ga er niet in op en verlies me er niet in.
Ik zie de herinneringen als afgevallen bladeren rond mijn stam.
Mijn herinneringen zijn de scherven in mijn schalen, de rode rechte moederschaal, de blauwe golvende vaderschaal.
In een flits zie ik dat hun levens, normen en visies niet meer dan bouwmateriaal zijn.
Ik schrijf scherven in mijn Franse schriftje met de fijne lijntjes.
De nachten zijn zo stil dat ik de vleermuizen hoor scheren langs het dakraam. In het diepe donker van het Franse platteland zie ik door het dakraampje een haarfijn netwerk van gedachten en verbanden die de fragmenten van mijn leven verbinden.
In een flits besef ik.
Niet het verhaal maakt mij, maar de lijnen die ik zie.
Ik had een droom. Die ging in rook op.
In de donkere Dordogne zie ik de as.
Niet de scherven.
Niet het verhaal.
Niet de personen, karakters, begin, eind, plot, wendingen, slot.
Het gaat erom te schrijven wat ik werkelijk zie.
10 reacties
je laatste zin vat alles samen anne…
de spielerei eromheen breng je leuk in beeld!!
jah, graag gelezen!!
gr en geniet van deze week!!
pastuiven
hier spreekt de herkenning …. thanks Pastuiven
Fijnbesnaarde zinnen, invallen, zigzaggende gdachtensprongetjes Anne….
Maar schrijf je echt voor kranten?
Niet dat het me zou verbazen….
Een verrijking zou het zijn….
Dankje Annet, en ja, tien jaar heb ik columns geschreven voor een krant, tot ik als laatste betaalde freelancer ontslagen werd….. en toen ben ik mijn blog begonnen –
wie schrijft die blijft 🙂
Lieve Anne,
nu valt het me pas op, de tegenwoordige tijd. Jouw kracht.
Liefs,
Kees
Ha Kees, jaha, het speelt in het verleden, maar in het heden wordt het bewust –
het moment dat ik het zie, ‘de lijnen’, dat is het moment dat het knettert en kraakt en dat ik het liefst schrijf – heel anders dan de dagboeken uit mijn jeugd, bedolven in de shit draaide ik in kringetjes rond – ik zag het niet.
Het interessante is dat hetzelfde zich in de loop der tijd vanuit verschillende gezichtspunten/perspectieven kan tonen –
panta rhei – liefs!
Jeetje, Anne, tijd voor herbezinning, voor helderheid van lijnen.Laat die franse lijntjes maar voor wat ze zijn, jouw lijnen zijn zoveel sterker en van jezelf.Daar kan je tussen dwalen en vinden wat je moet zien.Warme groet,Athy.
het zal de herfst zijn, de bladval, de nevelen die opstijgen, de dalende mist, koude nachten met heldere sterren, de maan zo hoog – dat doet me iets, elk jaar weer – dan ga ik lijnen zien, in bomen en sterren –
en jij ziet ze in mij, wat bijzonder mooi Athy, dankjewel –
en plots zie ik het hoofd dan als een soort van urne voor herinneringen …
dat is mooi gezien, Bert –
en jij zou daar een gedicht van kunnen schrijven, dat is jou toevertrouwd –