Het is zo’n zondag die amper op gang komt, de zon laat zich zien van haar schrale kant, de lucht blauwt vaal, wolken van elk soort drijven traag en laag over slaperig Hoorn. De mannetjeskoet zit eenzaam op iets dat vorig jaar een nest was, zijn vrouwtje had toen al de tong uit de bek en heeft het waarschijnlijk begeven, ze is niet op komen dagen en daar zit hij nu in eenzame wachtstand. Een fris visje springt boven water, klein en zilverig. Zo’n dag van wel iets willen doen, maar niet weten wat. Op zulke dagen biedt de Zondagskrant uitkomst: de kofferbakmarkt in Wervershoof wordt aangeprezen en zal beginnen om 9.30, over een kwartier.
Vlakbij het doel, de Nesbos, blijkt deze niet in de Tomtom te zitten, ook niet aangegeven met borden of pijlen, en zelfs de plaatselijke plattegrond, waar Man zo heerlijk ouderwets op gaat staan zoeken in de lentebries, de vinger bij de kaart, biedt geen locatie Nesbos.
De handelaren zijn met hun kofferbakken, aanhangwagens en busjes allang ter plaatse, dat wordt dus rijden op goed geluk.
En jawel, aan de andere kant van de dijk, grenzend aan het IJsselmeer, ligt iets dat voor een bosje kan doorgaan. Naarmate we naderen, glanzen meer kleuren op tussen de bomen die er nog kaal bijstaan, de kofferbakken!
Bij de afrit staat een man gekleed op het naderend Oranjefeest. Zodra hij ons gewaar wordt, begint hij enthousiast te gebaren waar wij heen kunnen en waar wij gratis kunnen parkeren. Om kwart voor tien lopen wij het terrein op, bezaaid met auto’s en aangrenzende bouwzeilen en Turkse kleden waarop de koopwaar uitgestald ligt. Het is al gauw duidelijk waarom de huidige eigenaars er vanaf willen, het is een allegaartje van zwerfafval, gebarsten serviesgoed, afgedankt speelgoed, versleten gereedschap, kapotte sieraden, afgedragen kleding, stukgelezen boeken, CD’s zonder hoesjes, hier en daar een kolenkit, kapstok, staande lap en schommelstoel die het geheel een huiselijk tintje geven.
Het is een groot terrein, dat zich naar alle kanten uitstrekt en waar geen einde komt aan uitstallingen. Het eigenaardige is, dat naarmate de voeten verder schrijden en de ogen meer kost tot zich genomen hebben, de aanpassing aan de omgeving groeit.
Zoiets moet met John Ewbank gebeurd zijn bij het maken van het Kroonlied. Naarmate Daphne Deckers meer onzinzinnen brouwde van aangevoerde volksteksten, raakte hij eraan gewend en ging zijn muzikaliteit ten onder aan het Kloonlied.
Onze zintuigen zijn na enkele bochten gewend aan de kakofonie van kleuren. Er beginnen zich vormen af te tekenen voor het overdonderde oog.
Man loopt een bronsje tegen het lijf voor 5 euro en is zo blij als John geweest had willen zijn.
Ik zie een witgeschilderde bonk hout onder een klaptafeltje liggen en kruip erheen. Is het een hartstikke leuke violist! Die mag ook vijf euro kosten.
‘Wat kost dat ding?’
De eigenaar leest de prijs van mijn voorhoofd.
‘Vijf euro.’
Mijn prijs zakt op slag.
‘Mag het ook voor vier?’
Dat mag.
Marktman blij, ik blij, Man blij, allemaal blij. We kunnen naar huis.
Man zet zijn beeldje gelijk op de plank.
Ik zet de violist meteen in de tuin. Hij ziet erg wit. Hij kan wel een kleurtje gebruiken. Daar heb ik nu geen tijd voor, donderdagmiddag gaan wij naar ons plekje in het Fichtelgebirge en ik moet nog heel veel doen voor ik niks kan doen. Aan de nood zit de deugd vast.
De violist gaat mee en als hij daarginds in het donkere bos in zijn volle kleur staat, vereeuwig ik hem voor jullie.
12 reacties
Heerlijk en lichtvoetig. Ik word er ook blij van.
Fijn Hanny! Daar word ik dan weer blij van, dankjewel! 🙂
De ware verteller neemt waar en neemt de luisteraar/lezer mee in haar verhalend beschrijven.
Dat doe jij, zelfs op maandagochtend. Regelse en pakse, Anne-en-manliefvanAnne!
Ha Yvonne, dat is toch altijd zo gezellig even kijken of er iets onder mijn blog staat! En jawel, waarnemen en meenemen, dankjewel!
Dan neem ik je nog even mee zonder waarneming, want dat zie je zo wel voor je: de nodige wassen draaien, mijn koffer puilt uit… nog twee dagen om te kiezen wat wel en wat niet, maar de violist gaat mee!
Dan nog de nodige puntjes op -i- wat betreft medicijnen, artsen en apotheek en alle lijsten voor alle dames die dit huishouden en mijn moeder en de poezen en de tuin dag en nacht gaan bestieren! Zie je het voor je? 🙂
Ja helemaal!
En als je de deur achter je dicht trekt heb je het gevoel nog van alles vergeten te zijn of te moeten doen. Pas als je echt je woonstreek verlaat en heerlijk on the road bent, laat je alles achter je. Althans zo vergaat het mij meestal.
Ivm moederke zal het bij jullie vast nog meer georganiseer zijn.
Maar het uitzicht reikhalst al naar je: heerlijk alles loslaten en je/jullie laven.
Volgens mij helemaal terecht en aan de tijd.
Voorgenietse!!!
Herkenbaar,van alles willen/moeten en toch niet weten wat.Natuurlijk denk ik weer dat ik de enige ben die zo door de tijd zwerft.Goed beschreven ook, dat je ogen eerst moeten wennen aan alles en dan pas de vormen kunnen zien.Heerlijk verhaal Anne. Succes met het pakken van de eigen kofferbak en het op reis gaan naar je droomplek. Veel plezier en avonturen voor jou en Man die via jouw verhalen ook een beetje tot mij komt.
Dat heb jij dus ook, Athy! Ik denk ook altijd dat ik de enige ben…
Schrijf maar vast in je agenda dat ik er eind mei weer ben en heel wat heb meegemaakt – de komende dagen schrijf ik nog wat stukjes hoor! Dank dat je me zo trouw en aandachtig leest en zoveel terug geeft…
Leukleuk!
🙂
Voor negen euro kun je niet zonder zitten :-).
ja Johan, wat kan je toch een leuke zondag hebben en tijden erna, voor nog geen tientje…
Leuk !