Mijn vader was een stille man met uitschieters naar twee kanten. Niemand kon zo woest zijn als hij, getergd, boos, verontwaardigd, in zijn wiek geschoten. Niet dat hij ging slaan, vloeken of schelden. Hij ... read more
Zo langzaam als Aaltjes dagen kropen naar de dag van verhuizing, zo snel vloog de tijd in de dagelijkse bedoening van Jan met zijn school en zijn visjes en studeren tot diep in de nacht voor de akte die ... read more
Het kleine meisje dat ik was, woonde in Westkapelle. De mensen zongen haar naam, Annekeeeeeeeeej……! Voor kleine meisjes bestaat geen tijd, de dag is langer dan de nacht en elk moment heeft ... read more
Op een winterse dag in het nieuwe jaar, 1956 was nauwelijks begonnen, stonden er twee vreemde mannen voor onze deur. Ze kwamen voor Jan Vellinga. Dat was papa! Ik hoorde het haarscherp achter mijn moeders ... read more
Ver weg van Groningen, haar moeder, haar vader, zussen, broers, vrienden, werk, werd Aaltje Kolman moeder. Ze was 23 en verheugde zich op het kindje; de hele zwangerschap had ze op de kalender elke ... read more
In de winter van zijn politieke daden werkte mijn vader ondergronds om de toekomst te ontsluiten. Overdag gaf hij les op de dorpsschool van Westkapelle, ‘s avons studeerde hij voor aktes Duits en ... read more
Met Lenin kon mijn vader geen kant op. Hij moest hem afzweren op straffe van ontslag, precies als op Texel en in Nieuw Amsterdam. Zijn jonge maagd die in Groningen volle zalen plat kreeg met haar bevlogen ... read more
Het was in de tijd dat de muren van ons huisje mijn leven begrensden. Dat huisje stond in Westkapelle aan de rand van de wereld, daarachter de zee. Het dorpsschooltje in Westkapelle lag zo ver van de ... read more