Het virus dat rondwaart, is een vreemd virus. Het manifesteert zich in drie gedaanten, zo heb je de hoest, de loopneus en de kramp-in-de-buik. De gedaanten kunnen afwisselen, opvolgen en oplossen. Zelf had ik de hoest en de neus. De assistenten van mijn moeder hebben de krampvariant. Desalniettemin verschijnt een van hen om half negen ten tonele.
,,Ik voel me beroerd, maar vorig weekend moest jij ook al voor ons invallen, toen kon ik echt niet komen, want toen was ik nog besmettelijk.”
,,Nu niet meer?”
,,Dat virus springt alleen van te voren over.”
,,O.”
Heb ik ineens een vrije ochtend. Gaat de telefoon. Een nieuwe hulp dient zich aan.
,,Ik zou morgenvroeg voor het eerst komen, maar ik hoorde dat de middaghulp ziek was en ik vind het prettig om eerst een middag te doen, want de middagen hoef je minder dan de ochtenden.”
,,O.”
Heb ik ineens een vrije dag. Hoef ik ineens niks. Man is al boodschappen doen en zou ook nog koken omdat ik vandaag mijn moeder om handen had. De was heb ik gisteravond al gedaan om dezelfde reden. Valt ineens alles van me af.
Als ik niks weet, schiet mij van alles te binnen. Uit voorzorg ga ik achter mijn laptop zitten, want van schrijven is het de afgelopen week niet gekomen. Ja, op facebook, elke dag, maar dat is anders, dat is zoiets als boeren na de maaltijd. De maaltijd zelf blijft onvermeld. Ik had de hele week aan mijn boek willen werken, maar dat gaat niet met mans gedrentel om me heen, in Drenthe ook nog.
Ik zit dus achter mijn laptop. Schakel hem in, of is het haar. Elf stukken van 20 pagina’s zijn al door een redacteur gelezen, onder enthousiaste jubelkreten dat dit een bestseller wordt. En dat terwijl de redacteur geen idee heeft van de werkelijke gang van zaken. Hij vindt het spannend, ja, dat klopt. Psychologisch goed onderbouwd. Ja, dat klopt. Waarom zou ik daar tegenin gaan. Het heeft humor. Klopt natuurlijk ook. Heeft vaart. Toe maar, wat een bestseller.
Maar wat het werkelijk is, een thriller, daar heeft de goede man geen idee van. Hij noteert af en toe dat een bepaalde passage idyllisch is, wat niet mag in de literatuur, dan wordt het kitsch. Dat weet je dan ook weer. Hij voegt er wel aan toe dat de psychische structuur van Eva dusdanig is, dat hier en daar wat idylle niet echt kwaad kan. Hij moest eens weten! Hij moest eens weten wat er schuilgaat onder de idylle.
Dat blijkt in de laatste pagina’s, de allerlaatste pagina. Als hij die gelezen heeft, zal hij het hele boek moeten herlezen, niet moeten, willen herlezen om te begrijpen wat hij zo goed vond, zo spannend, zo humoristisch en zo idyllisch. Is het dat wel?
Bij herlezing moet alles natuurlijk wel kloppen. Dat is de moeilijkheid waar ik mee zit. Daarom zet ik er steeds wat tussen. Opdat mijn onderbewuste de touwtjes in handen krijgt, de lijnen ziet, het mycelium ontwart. Daarom was dat drentelen in Drente zo lekker. Daarom vond ik het niet erg een heel dagje voor mijn moeder te zorgen, een heel weekend, een week, een maand, voor eeuwig en altijd.
Daar is onverwacht een spaak in gestoken, of liever, uitgetrokken. Daar zit je dan als schrijver achter je laptop. Je klapt het ding open. Schakelt hem in, en dan, dan…. onverwacht….. ontrolt het zich, geheel onverwacht, geheel volgens plan.
Alleen zal ik nu nog wel een keer door het hele boek moeten om te zien of ….. juist ja. De ondertitel klopt in elk geval wel, Terra Incognita.
3 reacties
Van Harte Gefeliciteerd dat je het boek van Eva hebt voltooid. Als je op het goede spoor van het onderbewuste zit ontrolt alles zich vanzelf, moeiteloos! En nu mag het allemaal verder rollen.
En na een paar keer herlezen is dit abacadabra voor mij, ik lees het boek wel.
da’s mooi Kees, en past ook wel bij de titel, abacadabra, nog ouder da Latijn, en dat klinkt, ‘ik lees het boek wel’ of het er al is – dan komt het er vast. Dank!