NU ga ik eens schrijven volgens recept van Thomas Olde Heuvelt, tien minuten non stop en zien wat eruit komt. Ik begin met Lisa Borstlap want ik krijg net een mailtje van haar of ik weer een keer een tekendag bij haar kom doen. Het lijkt eeuwen her dat ik bij haar de opleiding tot therapeutisch tekendocent deed. En dat is het ook.
Het toeval wil dat ik eraan begon toen het mysterie binnensloop in het leven van Thomas Olde Heuvelt, 1986, toen zijn vader stierf door een onopgehelderd virus. Ja, de naam springt nu op als een pop up. Dat komt vanwege de boekhandelaren. Ik moest zijn naam per handel zes keer zeggen voor ze wisten dat ze hem nog nooit gehoord hadden. In de bieb was het na driemaal raak. Inmiddels zindert heel Hoorn van de naam, hij zit erin en krijg hem er maar weer uit. Daarbij heb ik nu een dikke pil van TOH op mijn nachtkastje, over een Tovenaar en zijn zoon.
Wonderlijk. Mijn eerste twee boeken zijn jeugdboeken over een Hagedessa, een type heks dat stamt uit de Lage Landen rond de Zuiderzee. Mijn boeken volgen de vrouwelijke toverlijn. Het kon wel eens een teken aan de wand zijn dat de eerste schrijver die mij uit zichzelf vindt (Ted van Lieshout niet meegerekend, die kwam af op mijn recensie over zijn “Meneer”) een boek schrijft over de manlijke toverlijn.
Een overeenkomst die er niet om liegt. Hiermee is het wonder nog niet ten einde.
Op mijn speurtocht naar Thomas ontdekte ik dat zijn eerste roman Harten Sara is en over een meisje gaat met Asperger. Mijn eerste roman Sophie gaat over een vrouw met een man met, jawel, Asperger.
Daarbij heeft Thomas vier boeken geschreven en ik ook. Hij heeft nog wat losse dingen geschreven, ik ook.
Verschil moet er wezen, en dat zit hem erin dat zijn boeken zijn uitgegeven en de mijne nog niet. Dat verschil moet weggewerkt worden.
Waar had ik het ook alweer over, ik lijk Kees Versluis wel. O ja, de tekenopleiding bij Lisa. Je leert daar fantastisch tekenen, want Lisa is type Thomas, tempo, humor, magie en mystiek, luiken open, erdoorheen, en je maakt de mooiste dingen.
Vier keer ging ik een vervolgjaar bij Lisa doen, telkens als de deuren open moesten. Tussendoor leidde ik groepjes met wie ik tekende en naar de tekeningen keek. Want daar draait het om bij Lisa en haar tekentherapie. Kijken naar de tekeningen. Wat betekenen ze. Wat een ander ervan vindt, doet er niet toe. Dat zet een deur open!
Erg leuk, tot je wegwaait van de tocht binnenin. Na een jaartje of 20. ‘Nou weet ik het wel’ , en dan ga je je servies aan diggelen gooien en dat op creatieve manier plakken op iets dat daar niet voor bedoeld is. En scheuren ga je ook. Alles wat van papier is of stof. Dat plak je ook weer overal op. Het resultaat zie je in mijn galerijen. Het plezier spat eraf.
Zo ben je lekker bezig, totdat een nieuwe deur in zicht komt in de persoon van Karen van jaren geleden, Karen uit mijn laatste groepje, Karen die zo geweldig kleuren kon, die zo enthousiast was en van geen ophouden wist, Karen met de toepasselijke achternaam, Van Deuren, echt waar, Karen van Deuren.
De tien minuten van Tom zijn om. Morgen de ontmoeting, het vervolg en de verklaring!
2 reacties
Ik was te snel op Facebook, dus je hoeft daar geen antwoord meer te geven. Best veel in tien minuten. Weet je veel van Asperger? Ik ondertussen wel, ervaringsdeskundige. Interessant. Het onderwerp en de mens. Bij ons werkte een afdelingshoofd. Hij was anders, vreemd wel. Uiteindelijk is hij weg gereorganiseerd met een goede regeling. En een ingenieur uit een adelijke familie. Allebei het syndroom van Asperger, maar wel achteraf geconstateerd. Intrigerend zijn ze wel vind ik
Ha Kees, ja veel he, en leuk om te doen, poef de hele stroom eruit – en daar zat jij ook in, ik had net bij een van je reacties gelezen dat jij altijd zo schrijft en op de gekste plekken uitkomt, grappig he. De stroom heeft haar eigen logica, net als water.