Vandaag is het 16 jaar geleden dat Zora haar eerste nestje kreeg: de eerste en laatste geboorte tussen mijn benen. Dat gaat niet in je koude kleren zitten. Het was ’s ochtends rond een uur of vijf, het was al licht, zonnig zelfs en de aanstaande moeder lag keurig in het kraambed, naast mijn bed, een poezenmand met zachte handdoeken bekleed. Zij had de ogen dicht. Ik niet. Ik lag me af te vragen of het kon bestaan dat er levende poesjes uit mijn poes kwamen. Vijf jaar lang had er geen poes in mijn poes gezeten, en nu zaten ze erin en moesten eruit. Voortekenen waren niet te zien. Ja, een wat dikkere buik, een buik die wat schommelde als ze liep of sprong. Verder deed de aanstaande moeder wat ze altijd deed: jagen, eten, slapen. Het eerste wat minder, het laatste wat meer.
Ineens sprong Pippi uit de mand, op mijn bed, op de deken, tussen mijn benen. Ze bleef staan en begon te hijgen. Vreemde bewegingen gingen door haar lijf. Ik begreep dat dit het voorteken was. Ze ging bevallen. Snel zette ik haar in het kraambed. Voor ik rechtop in mijn bed zat, had zij zich alweer tussen mijn benen genesteld. Ze gunde mij de ervaring toch eenmaal in mijn leven een bevalling binnen mijn benen mee te maken. Dichterbij zou nooit meer kunnen. Ontroerd pakte ik de handdoeken uit het kraambed, spreidde die op het bed, mijn benen als beschuttende schelpen er omheen. Meteen concentreerde Pippi zich op zichzelf. Ze jankte. Ik voelde het in mijn buik. Ik had haar nooit horen janken. Niet bij injecties, dan grauwde ze, niet bij gevechten, dan snauwde ze, niet toen ze van driehoog uit de dakgoot viel, toen kreunde ze. Ze jankte hartverscheurend of scheurde iets anders? Een vlies? Een baarmoedermond? Ik keek of er iets uit haar kwam en schrok. Er kwam een ballon uit, grijzig van kleur, opgeblazen maar leeg. Het ding schoot terug naar binnen. Bij de derde ballon was het zes uur en belde ik mijn dierenarts uit bed. Mijn dierenarts, een rechtschapen man, kon streng zijn, maar voor een dierenarts is een poezenbevalling wat een baby is voor een vroedvrouw.
,,Zo opent ze het geboortekanaal, niets om je zorgen over te maken. De kittens zullen nu zo wel komen.’’
Ik had nog niet neergelegd of Pippi gaf een schreeuw. Er kwam een gevuld ballonnetje uit. Ik wist niet wat ik moest doen. Zij wel. Ze beet de ballon door, likte het roodwit gestreepte muisje schoon en at de ballon en alles wat er verder nog uit kwam smakelijk en smekkend op. Ik werd niet misselijk. Ik was trots dat ze alles wist en kon. Het rode scharminkel was ook al zo wijs. Blindelings kroop hij naar een speentje, dit zou zijn vaste speen worden, maar dat wist ik toen nog niet. Hij nam het roze knopje in de mond en begon te sabbelen. Er kwam niks. Hij zoog en trok of zijn leven ervan af hing, en dat was ook zo, en daar kwam de melkproduktie op gang. Ik hoorde het aan het sappige sabbelen. Volgens mij kon hij gelijk ook al spinnen. Het ritueel herhaalde zich. Het tweede borelinkske was geheel rood, van een roestig soort. De derde geboorte vond plaats. De gevulde ballon gleed eruit, moederpoes had er honger van en stortte zich op de nageboorte. Ballon met inhoud liet ze liggen. Maar nu wist ik hoe het ging. Ballon zachtjes openen met vingers als kattetongen en daar kwam een verfrommeld grauwtje voor de dag. Ik legde het ademloze, stille wurm onder moeders neus. Die had net haar derde maaltijd verorberd en rook of dit soms het toetje was. Later zag ik op Discovery dat katers pasgeboren kittens nog wel eens willen zie als prooi en hen net zo makkelijk wegwerken als een muis. Pippi niet. Ze herkende leven en begon het mormeltje schoon te likken, waarbij er leven in het erbarmelijk wezentje kwam, het begon te ademen en ging uit eigen beweging naar de derde speen.
De eerste twee waren katertjes, Janus en Boris. Ze kregen lieve bazinnetjes, maar zijn helaas allebei dood. (Curiousity kills the cat) De derde was een poesje, Zora, genoemd naar de onsterfelijke Rode Zora uit een spannend kinderboek. Zora nam geen risico. Zora wist tijdens elke verbouwing een veilig onderkomen te vinden in een lege bloempot, afgelegen zak cement, schooltas, trui. Ze ging niet op jacht, niet de boom in, liep nooit weg, viel niet van het dak. Driemaal zocht de dood haar op in de gedaante van een levervirus, twee dode kittens die niet uit haar wilden komen en een tia.
Zora heeft negen levens, die ze weet te vinden als het nodig is. Vandaag is ze jarig, vandaag wordt ze 16 jaar.
12 reacties
wat een mooi verhaal! Nou lieve Zora, van harte gefeliciteerd met je verjaardag en ik hoop dat je nog een mooi lang leven mag leven!
Een hele zachte aai over je mooie poezenlijf, en een extra stukje vis.
Minke, je zou bijna gaan denken dat er op een verjaardag echt iets met je gebeurt: Zora loopt zonder te wankelen fier door de kamer, even naar buiten om te kijken wat de koeten en de merels doen, dan maar eens het wiebelige zoldertrappetje op en even liggen op een matras. En dan straks als verjaarshapje een kattenblikje lever, haar lievelingsgerecht.
kreeg ik hier meteen een les biologie gratis boven op een leuk verheel … 😉
verhaal … bedoelde ik …
Ha Bert, ik zag het al aan voor een gedicht –
lieve mensen druk op bert en je komt in een wereld van prachtige taal bert deben = dichter…
Lieve Anne,
over dieren leer ik steeds wat van jou. Als ik de tijd heb zal ik nog iets over konijnen vertellen wat ik gisteravond in een natuurprogramma zag op BBC2. Ik was het voetbal zo zat dat ik niet eens het journaal heb gekeken, vandaar. Heb jij trouwens wat met voetbal? Ik vind het in zoverre fijn dat Ikea doodstil is tijdens een wedstrijd en dat het op de weg stil is. Ideaal om motor te rijden. Voor het verhaal wat komt? Wat is Nederlands voor het Engelse woord ‘mink’. Je hoeft het niet op te zoeken, dat kan ik ook, maar misschien weet je het zo. Oh ja, gefeleliciteerd met Zora, weer zo’n prachtige naam. Leuk verhaal
Het is een familielid van de marters, ze maken er bont van (nerts) – ofwel de mens verminkt wat hij niet lief heeft om zich ermee te verrijken/verfraaien…
Wat een mooi verhaal Anne! Je dierenobservaties alleen al zijn een boek waard.
Ik word in deze tijd van het jaar vaak wakker van het geluid van kerstklokken. Is het de kerstman die eraan komt met zijn slee? Een heilsoldaat met haar tamboerijn? neenee, het is onze poes Lotje. Die heeft de tijd van haar leven nu er weer jonge vogeltjes rondhuppelen in de tuin. Wij vinden dat natuurlijk heel erg en hebben het kattenbelletje dat ze altijd al draagt uitgebreid met een heel octaaf. We hebben wel het idee dat het helpt, niet zozeer dat het hulpeloze pluimvee zich laat afschrikken door het geluid, neen, het gewicht van dit carillon vormt teveel ballast om nog op een waardige wijze met één sprong vanuit hinderlaag haar prooi te bespringen. Ze loopt ook zichtbaar gebukt met al die bellen aan haar poezenbandje. Teneinde haar waardigheid niet helemaal te verliezen probeert ze de laatste meters voor haar poezenklepje zo rustig mogelijk af te leggen zodat haar thuiskomst niet door belgerinkel wordt aangekondigt. Totdat ze de magneet passeert die de klep in ruststand op zijn plaats houdt. Het klokkenspel is van metaal en dat wil naar die magneet toe. Met veel gerinkel en een harde kloink wordt haar poezenhoofd omlaag getrokken. Een lesje in nederigheid, telkens weer als ze thuiskomt. Zonder prooi!
Ik zie het voor me en lach me een kriek – zo’n boekje moeten we dan eens samen maken!
Maak je wel een stel foto’s, Nico?
Nico,
wat een leuk verhaal en zo goed heb ik nog nooit vogels beschermd gezien door een kattenliefhebber. Echt goed bedacht, en dan die magneet, prachtig.
Nu voor jullie mijn verhaal over de televisie uitzending van BBC2 gisteravond.
In een holle boom was een nest van een ijsvogel met jongen. Groot als ze waren, bijna klaar om het nest te verlaten, schreeuwden ze zo hard dat ze de aandacht van een nerts trokken. Een waterdier, dat wist ik niet. Toen Pa en Moe weg waren zwom hij snel naar de boom, sprong zo’n 50 cm uit het water op de kant en vloog razendsnel de boom in. Met een ei kwam hij weer naar buiten. Snel zwom hij naar de overkant en verstopte het ei. Daarna ging hij nog twee of drie keer terug om een jong te pakken, ook die verstopte hij. Prachtig camerawerk was het. In de natuur wordt niets verspild, dus de nerts zal zijn eigen jongen wel gevoed hebben. De ijsvogels vielen de nerts wel tevergeefs aan
Ook lieten ze vogelnesten zien, gefilmd met een infraroodcamera. Zelfs het takkennest van kauwtjes is nog goed geïsoleerd, dat verbaasde me. En hoe noordelijker de nesten worden gemaakt, hoe beter de isolatie is. Hoe weten ze het?
Maar nu de konijnen.
Ik heb zelf jaren konijnen gehad en hun gedrag bestudeerd. In de uitzending leerde ik er veel bij. Bij een Engelse universiteit was een veld vol konijnen en die werden daar bestudeerd Konijnen zijn sociale dieren die in groepen van ongeveer 10 leven. Er is een dominant mannetje die de vrouwtjes bevrucht. Hij piest ze zo nu en dan onder, zodat andere mannetjes kunnen ruiken dat ze er van af moeten blijven. Alleen dominante vrouwtjes krijgen jongen. Als ze vruchtbaar is gaat ze met haar witte staartje kwispelen en verspreidt het feronen. Toch gebeurt het dat een niet dominant vrouwtje zwanger wordt. Haar jongen lopen gevaar. In dit geval zag je een vrouwtjes konijn elke morgen om zes uur op een afgelegen plek graven. Opeens zag je drie paar oortjes en voedde zij de jonge beestjes. Drie minuten duurde het maar. Eén keer per dag! Dan werd het holletje weer dicht gemaakt en ik herkende de manier waarop onze konijnen dat ook deden. Zand voor zich uitschuiven met de voorpootjes. Niets meer te zien. Bijzonder toch? Hoe het verder ging werd niet verteld.
O Kees, beide verhalen van jou roepen weer zoveel andere dierenverhalen op. Gewoon zonde om het bij een reactie te laten – ik zal er binnenkort een blog van maken, met jouw konijnenverhaal om te beginnen….
Anne, wat een leuke foto van Zora, alsnog van harte gefeliciteerd. Ze is een byzondere poes, past dus helemaal bij jou en hoe je haar bevalling hebt beleefd, begeleid en beschreven ontroert me zeer.