Er straalde licht uit zijn wangen toen ik hem voor het eerst zag. Ik was zes, hij was zes. Het liefste dat ik deed, was kijken naar hem en zijn wangen en zijn licht. Hij droeg kleine colbertjes en bonte bloesjes bedrukt met indiaantjes, hij lachte aanstekelijk, vertelde vol vuur, speelde klarinet en liep mee met het muziekkorps. Hij was zo klein dat iemand hem bij elke hoek moest optillen omdat hij met zijn kleine beentjes het marstempo niet kon bijhouden. Maar zijn handen speelden iedereen eruit, vanaf het begin.
Bij hem thuis was altijd muziek, zijn vader, Nol van Buren, speelde accordeon en zijn broer Berry trompet. John speelde alles waar muziek in zat.
Hij ging spelen in bands, Mothers Love en The Dream. Was een idool. In Tiel. De Betuwe. En omstreken.
Ik danste mijn eerste dansen met mijn eerste grote lief, terwijl hij op het podium piano en orgel liet janken, Karel Swart op het drumstel, Rini Wikkerink, Rob Heuff en Ed Swanenberg op de gitaar en Floris Kolvenbach zong.
Hij vertelde hoe blij hij is met zijn nieuwe vrouw, een Engelse, de eerste die hem laat, hem niet wil veranderen. Trots op zijn dochter Kilke die het maakt in de muziek, in Engeland, perfecte uitspraak. Hij lachte veel, vertelde verhalen en tussendoor dat hij in mei geopereerd moest worden aan zijn pancreas, waar een buisje het niet doet en vervangen moest worden, moeilijk vanwege de sterke sappen daar, die eten alles op – lachte hij.
‘Pippi heeft het heel goed bij je gehad. Ze was op,’ zei ze.
Onlangs belde ik haar op.
Haar stem brak. Beide zoons in het ziekenhuis, allebei levensbedreigend. Ber een hartaanval en John van alles.
‘Dat ik dit toch nog moet meemaken,’ zei ze. ‘Ik ben al 93…’
Haar zoons waren haar alles. Levenslang vlak bij elkaar gebleven. Een straat verder. John rechtsaf, Berry linksaf.
Ze neemt niet op. Het is na half vier, misschien is ze de piepertjes aan het schillen bij John. Ik doe wat ik nooit doe. Ik bel John.
Zijn vertrouwde stem klinkt in mijn oor, schuchter bijna, of de telefoon een brug te ver is. Hij is even niet bereikbaar, in nood kan ik hem mobiel bellen. Het ontroert me dat zijn telefoonstem het vuur mist dat hij uitstraalt in direct contact. Zijn aarzeling helpt mij over mijn aarzeling heen. Ik vertel dat ik van Rijntje gehoord heb dat het niet zo goed met hem gaat – plotseling word ik overvallen door een mateloze leegte, kaler dan verdriet. Mijn hart kolkt mijn mond uit.
‘John, wij zijn altijd van je blijven houden…’ hakkel ik in het antwoordapparaat.
Ik zie dat kleine jochie boordevol passie en zie de man, getekend door een slopend nachtleven. Drinken. Roken. Componeren. Spelen. Elk instrument. Duizenden muziekstukken.
Sommige dingen zijn nooit veranderd. Zijn korte handen met de korte nageltjes, zijn sluike, dunne haar, zijn dikke wenkbrouwen, intense blik, dat ronde neusje en die magische mond, maar het meest van alles zijn wangen. Daar kwam licht uit, zelfs de laatste keer dat ik hem zag, met Arnold.
En ja, die kleine handjes met die eeuwige sigaret.
Krijg ik net een berichtje van Kees Versluis, klasgenoot van ons.
John is overleden, woensdagmiddag. Thuis.
Zojuist is bekend gemaakt dat voor alle mensen die van John hebben gehouden, van zijn muziek, zijn produkties en zijn persoon, een herdenkingsbijeenkomst is op zondag 9 december in de Agnietenhof in Tiel.
15 reacties
Indrukwekkend en verdrietig.
Wat in en in triest…sterkte Anne.
Wat heb je dit ontzettend mooi en lefdevol geschreven, Anne.
Ik voel met je mee x
….kan me dit herinneren…
of een déja vu……
sterkte ermee Anne…..x
Klopt Annet, ik heb over John geschreven in een van de blogs over ‘Genius Loci’ –
Hij heeft, zo krijg ik door jouw schrijven mee, zijn leven volledig geleefd.Wat een mooi afscheid heb jij gemaakt, Anne. Veel troost hiermee.
Ik heb net weer jullie onverwachte ontmoeting met John zitten lezen. In april, samen met Arnold. Eén uitspraak van hem blijft me altijd bij omdat ik die zo goed begrijp.
,,Ik ben een gelukkig man met Valerie, ” zegt John. ,,Hiervoor had ik twee andere vrouwen, knappe, mooie, lieve, goede vrouwen, maar niet voor mij. Voor mij waren het dompteurs.”
En wat heeft mijn generatie genoten van The Dream. Virtuoos was hij, een genot om naar te kijken en te luisteren
Respect !
Een mooi “in memoriam”. Anne en Kees Versluis sterkte gewenst!
Indrukwekkend, raakt me en toch niet echt triest. John is er voor gegaan.
Goed en persoonlijk geschreven.
Lieve Dirk, Lia, Soli, Annet, Athy, Kees, Mieke, Ria, Hans en Johan, jullie warme woorden laten me voelen dat woorden krachten zijn – ik voel me omhuld door jullie woorden, een fijn gevoel, hartelijk dank hiervoor.
Je schrijft mooi en heel herkenbaar ‘Anne’. Bij jou lijkt veel toeval bij elkaar te komen, gaan de dingen kloppen.
Een groot organist / pianist is overleden. Ik vond het altijd zo bijzonder dat jij hem zo goed kende, bij hen over de vloer kwam. Ook nu weer spat het ‘gewone’ van hen af, het menselijke, zoals jij het beschrijft. Ik verhief alles rond de Dream tot halfgoddelijk maar door jou kwam ik wat dichterbij en ging dat er gelukkig wat van af. Erg dat die jongen veel te jong dood is gegaan. Hun moeder overleeft haar kinderen, dat is erg. Fijn dat ze nog niet zo lang geleden bij jullie was. En typisch voor jou dat je juist op dat moment belt. Je voelt dat en bent met hen verbonden.
Gelukkig hebben we genoten van Johns muziek en er lekker op gedanst. Ik hoop dat je die elpe van Mothers Love nog hebt.
Anoniem…
mijn hart bonst
met jou begon
alles…
mijn eigen leven
mijn eigen dans
mijn eigen hart
op de tong