Een nieuwkomer rijdt zijn Opel met aanhangwagen aarzelend richting gipsbak. Voorwaarts. Achterwaarts. Draaien. Scharen, Nog erger scharen. Een martelgang. De aanhanger wil niet naast de container.
De chauffeur stapt uit en kijkt schichtig of iemand zijn geklungel gezien heeft. Zijn tanige kop, voorzien van grote vierkante bril, vertoont de plooiende huid waar alleen de alleroudsten op kunnen bogen.
Het hele leven van de man is erin geëtst. Ik zoek de lijnen van de jaren ’70, toen hij zijn keuken betegelde in het felle groen en oranje dat nu slordig achterop ligt. De oude baas ontkoppelt zijn aanhangwagen en duwt hem richting afvalcontainer. Normaliter wemelt het hier van de behulpzame oranje mannen, maar dit voorjaar zitten ze liever in het schaftlokaal.
De aanhanger is buitengewoon weerspannig. Hij wil geen kant op. De baas koppelt hem maar weer aan de auto. Vooruit, achteruit, scharen. Weer stapt hij uit. Hij heeft schoon genoeg van die tegels en nog meer van het gesodemieter met die rot kar. Resoluut grijpt hij een spade tussen het puin vandaan en gaat tussen aanhanger en afvalcontainer staan. Behoorlijk handig schuift hij zijn spa tussen de tegels. Hij weet hoe de puinhoop in elkaar steekt en staat er ineens stoer bij, of hij nooit anders gedaan heeft dan puinruimen.
Hij trekt de spade er tussenuit, beladen met gifgroene brokken. Het gewicht valt tegen, de spade zakt, maar bij de rand van de container weet hij hem op te tillen. Met een zwieper kiept hij het zootje de bak in. Met wangen die steeds roder worden, leegt hij zijn kar, traag en gestaag.
Wat bezielt een grijsaard om zijn keuken na veertig jaar trouwe dienst te slopen? Is hij een ras optimist – op naar de honderd, of heeft hij een nieuwe vlam die een witte keuken wil?
Uit het schaftlokaal komt een oranje manschap driftig aangelopen. Regelrecht naar de gipsbak waar tegels in gesmeten worden. Hoe haalt die ouwe vent het in zijn kop de gipsbak te verpesten met keramiek.
De afvalspecialist priemt een vinger naar het bordje ‘gips’ en wijst dan gestreng en afkeurend in de container. Die tegels moeten uit het gips. En snel!
De oude baas trekt wit weg. Hij heeft heel wat meegemaakt, twee wereldoorlogen, de crisis, feestelijke tijden in de zeventiger jaren, geboorte en dood. En nu dit.
Hij staart wezenloos naar de gekleurde resten van een bont leven. Hij wordt er niet vrolijk van. En dan gaat het nog regenen ook.
15 reacties
Ik zou mijn schop aan de opzichter geven en zeggen, hier doe jij het maar, jij hebt al genoeg gerust.
Kort en kordaat, precies Edgard.
Had dat oranje manschap niet eerder naar hem toe kunnen komen!
Resten der jaren…
zoals altijd, het oude
plaats moet maken
voor het nieuwe
zo vloeit de tijd
een weg gevonden
tussen onze verkrampte vingers
zo vergaat ook, wat wij ooit
mooi vonden
en koesterden
zo ook gaan wij
met het klimmen der aren
verglijden de resten der jaren…
Mooi zeg, hoe jij het wezen eruit puurt.
Dankjewel Ron!
you are most welcome…
U2
‘Och, wat aardig van je, dat je komt helpen. Dat had ik niet meer verwacht, tegenwoordig’ en het oranje manschap antwoordt: ‘natuurlijk help ik even’.
Warme groet,
Jij bent een goed lezer Mieke, zo gaat dat in boeken, maar niet in de harde werkelijkheid…
althans niet altijd… 😉
hoe was het ook al weer?’we zijn op de wereld om elkaar om elkaar, te hellepu niet waar’.
dat zou nog wel zo moeten zijn.
In der daad!
Op zo’n afvalbrengplaats hoeven de oranje mannen alleen te wijzen waar het in moet…
de brengers moeten het er vervolgens zelf in doen…
maar hij hoefde de bak niet in om zijn tegelwerk eruit te halen, dat ging de oranjemannen toch ook te ver…, en anders was ik hoogstpersoonlijk even….
Zeker weten dat ík die grijsaard niet was (afgezien dat ik kaal ben natuurlijk) Maar dan was dat oranje marsmannetje al wel heel snel op de kop de gipsbak in gegaan.
Had ‘ie waaschijnlijk ook al gelijk gipsbenen gehad!
wat een kostelijk komische reactie Egbert Jan – vooral die gipsbenen 🙂
“Wat geweldig dat ik u voor vandaag weer werk heb bezorgd, beste man. Dat is voor veel landgenoten tegenwoordig wel anders. Ik wens u een fijne dag verder.”
En dan wegwezen!
het enige puntje is, dat die aanhanger nog niet leeg was… maar ik ga dit wel onthouden voor mezelf, en dan met armpjes over elkaar wachten tot ze het werk geklaard hebben…