Auteur & kunstenaar

Onschuld

In haar onschuld laat mijn vriendin de onbekende Surinaamse vrouw haar huis binnen. Vriendin is niet echt een tuinvrouw, zou dat daarentegen graag wel willen wezen en is in tophumeur dat ze de snoeischaar eindelijk ter hand heeft, de compostbak van stal en de roos en klimop en de boom onder handbereik. Heeft ze net de eerste twijgjes geknipt, stopt er een groene auto voor haar deur. Daar stapt een volbloed Surinaamse moeder uit, rond en gezond, goedlachs en open.
‘Wij krijgen hier binnenkort een aangepast huis van de woningbouwvereniging, want mijn zoon is invalide en nu zou ik graag eens binnenkijken in zo’n huis voor we er komen te wonen.’

Als mijn vriendin ergens van houdt, is het van Surinaamse moeders met een invalide kind.
‘O, kom maar binnen hoor.’
‘Mag mijn man dan ook even binnenkijken?’
Als mijn vriendin ergens niet van houdt, is het van meekijkende mannen vol commentaar op haar lekkende kraan, zeil dat opkrult en lampen die verwisseld moeten worden.
‘Laat hem maar even in de auto blijven.’

Mijn vriendin begint met de benedenverdieping, de gang, wc, kelder, voorkamer, achterkamer. De Surinaamse moeder bewondert haar antieke klok, haar gitaar, de sieraden die aan een haakje hangen te blinken. Enthousiast laat vriendin nu ook de bovenverdieping zien, de slaapkamers, de badkamer en zelfs de zolder.
De Surinaamse moeder blijft staan bij elk raam om te kijken hoe het opengaat.
Bij het derde raam krijgt Vriendin een halve rolberoerte. Te laat herinnert ze zich het artikel in de krant dat waarschuwt voor vreemden die je huis in proberen te komen met een of andere smoes.
Nu weet deze vrouw precies hoe haar huis in elkaar zit, wat er te halen valt, waar het staat, en hoe ze binnen kunnen komen. Ze kan haar tong wel afbijten. Ze heeft ook nog gezegd dat ze gescheiden is en dat haar kinderen de deur uit zijn.

‘Is er ook een achterom?’
Vriendin kijkt gejaagd naar de vrouw, de trap, de uitgang. Hoe krijgt ze deze potige vrouw zonder kleerscheuren haar huis uit?
‘Een achterom is heel belangrijk met mijn zoon, vanwege de rolstoel.’
‘Dan gaan we nu even snel naar beneden, dan kunt u het zien.’
Als ze dat mens eerst maar eens haar huis uit heeft.
Het mens is de tuin en de schuur niet uit te slaan. Haar fietsen hebben de volle aandacht.
‘De schuur is behoorlijk groot, daar past makkelijk een rolstoel in.’
Alsof ze haar zoon in de schuur zou stallen. En hoe krijgt ze die zoon zonder rolstoel het huis in en de trap op?
‘Jammer dat mijn man het niet even kon zien, maar ik zal het hem haarfijn vertellen. Dan weet hij het wel.’

Eindelijk is mijn vriendin verlost van de Surinamers. Ze zwaait ze uit tot ze de hoek om zijn. Die zijn weg.
Nu pas merkt ze dat ze al die tijd de tuinschaar en de twijgjes in de hand heeft gehouden. Ze gooit de rommel weg, gaat naar binnen, zet een pot sterke koffie en belt de woningbouwvereniging.
Die hebben geen idee over wie ze het heeft en om welk huis het zou moeten gaan. Surinamers, gehandicapte kinderen, groene auto’s, het zegt hen niks. Ja, als ze de naam had geweten van de familie, dan hadden ze even op kunnen zoeken hoe en wat.

Nog een graadje zenuwachtiger belt mijn vriendin de politie.
Nee, ze weet niet hoe ze heten.
Nee, ze weet niet wat voor auto en nee, het nummerbord weet ze ook niet.
Desalniettemin neemt de politie haar oproep serieus. Ze zullen haar huis en straat en dorp en alle gekleurde mensen en groene auto’s in de gaten houden vanaf NU.

Niet geheel gerustgesteld zoekt mijn vriendin haar sleutel om de voordeur meteen op slot te doen. Nergens de sleutel. Niet in de gang, wc, kelder, voorkamer, achterkamer… nergens waar ze met de indringster geweest is. Waar is de sleutel? Heeft dat mens haar sleutel gejat? Waar lag hij dan?
In de deur!
Ze was aan het snoeien in de voortuin, voordeur open, sleutel in het slot natuurlijk.
Ze opent de deur of de sleutel er nog insteekt.
Nee.
Dan heeft die Surinamer hem eruit gehaald toen zij het hele huis liet zien.
Op van de zenuwen gaat ze naar bed, deur op het nachtslot, zo’n klungelig schuifje. Bij elke passerende auto schiet ze overeind.
Meer dood dan levend staat ze de volgende dag op. Ze raapt haar hersens bij elkaar. Ze zal de voordeur op het nachtslot moeten laten, ze moet een nieuw slot kopen, een veiligheidsslot en een extra schuif en om te beginnen zal ze via de achterdeur eruit en erin moeten.

De compostbak staat nog voor. Als hij er nog staat. Ja, hij staat er nog. De klep open. Geen gezicht. Dat ding moet naar achteren. Snoeien gaat ze vandaag en morgen en de hele week niet meer. Eerst dat slot regelen.
Na een omweg is ze bij haar bak. Pakt de klep en klapt hem dicht. Blonk daar nou iets? Klep weer open. Onderin ligt een zielig bosje twijgjes. Daaronder blikkert haar sleutel. Die hebben die lui in elk geval niet te pakken. Ze duikt de bak in en komt boven water als er een groene auto voor haar deur stopt. De Surinamers. Ze stappen uit en zwaaien enthousiast, een sleutelbos in de hand.
‘We hebben de sleutel gekregen van de woningbouwvereniging. Het huis staat al leeg en we mochten wel even kijken. Volgende week verhuizen we.’
Mijn vriendin draait een slag in de rondte, uit de groenbak, het wantrouwen, de angst, back to basics, terug naar haar allereerste gevoel van vertrouwen. Ze kirt het uit als een boreling.
‘O wat heerlijk! Wat een zegen! Wat fijn dat jullie mijn buren worden, ik durfde er niet op te hopen.’
Man en vrouw schateren het uit van zoveel spontaniteit. Een beter welkom hadden ze zich niet kunnen wensen.

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

20 reacties

  1. Tja, ik geef het toe. Als stadsbewoner had ik ook argwaan, toen ik dit las. Gelukkig is het goed gegaan. En stilletjes schaam ik me voor de route die mijn gedachten namen. Onbewust combineren we toch een aantal vooroordelen en laten we onze angst ons leven regeren. Hmm…

    1. toen mijn vriendin me dit verhaal vertelde, zat ze bij mij thuis op de stoel, en wist ik dus dat het goed was afgelopen – maar toch gaan je gedachten onwillekeurig naar waarschuwingen in de krant (mensen die binnendringen in huizen door zich voor te doen als schoorsteenveger, gasmeter enz.) en ervaringen heel dichtbij. plotsklaps zit je in een gesloten situatie…

  2. Ik ben een van de laatste mensen zonder zorgen op deze wereld denkt mijn man, wat veiligheid betreft. We wonen in een gehucht, iedereen komt achterom als men binnen wil. Ik doe ‘s middags een dutje op de bank in de kamer en laat dan de deur gewoon ongesloten. Soms ligt er een briefje van een bezoeker die me niet wakker heeft willen maken. Wanneer mijn man zo’n briefje vindt , is het huis te klein en beloof ik weer dat ik er volgende keer aan zal denken om de deur te sluiten…

  3. Weer spannend Anne.
    Zitten heerlijk te genieten van onze eerste Ardennense avond en jullie bij ons vd tweede…haha!

    1. Ha Yvonne!
      Jij hebt wifi in de Ardennen, zie ik – dat had ik dus even niet in Valthe 😉
      maar genieten was het driedubbel! 🙂

  4. heerlijk, al dat ingebakken wantrouwen ten aanzien van de gekleurde medemens… ik vraag me af, of de consternatie even groot zou zijn geweest, bij een blanke moeder zonder man, en een al dan niet invalide kind… een beetje een smetje, op dit verder erg menselijke verhaal…

    Anne, voor de volgende keer: laat het voortaan maar een doodgewone moeder zijn, zonder man, en met een gezond kind… doet niets af, aan de wankelmoedigheid van mensen die hun huissleutel gedachteloos in de kliko flikkeren…

  5. Lieve Anne, heb je een tijd veronachtzaamd maar ben blij weer je pareltjes van verhaaltjes over je bijzondere observaties te lezen. Ook dit stukje maakt mij aan het glimlachen en is een zacht maar des te treffender signaal van ook mijn ingebakken vooringenomenheid. Allemaal ordenen we de wereld en stoppen we mensen in hokjes maar vaak veel te snel. En zowel een pessimist als een optimist krijgen gelijk, liever naïef dan cynisch. Ben blij dat jij ons op een frisse manier laat kijken, horen, proeven, voelen, ervaren. Dankjewel Anne

    1. Ha Dick!
      Wat fijn dat je er weer bent, ik heb je gemist…
      Ik ben weer blij met je lezen en reageren – erg waardevol om deelgenoot te kunnen worden van wat ‘de lezer’ leest…

  6. Lieve Anne,

    Ik ben het bijna met iedereen eens. Ik kan het niet zo mooi verwoorden, maar Lien Janken’ s reactie is ook de mijne

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *