… zijn nieuwe vlam had de ouwe voor de verandering niet van verre gehaald. Ria Vermeulen was een vol nichtje van Ome Peet. het is nog net geen incest, maar wat moet die ouwe wanhopig zijn geweest. ze was geblondeerd, en verre van knap, of zelfs maar in de buurt van aantrekkelijk. maar wat erger was, ze had van meet af aan mot met Toontje…
Toontje was inmiddels 11, en geloofde niet meer in Sinterklaas. en ook niet meer in andere sprookjes. Toontje was bijdehand, en mondig. en Toontje had de schurft aan Ria.
Toontje besloot: “Zij eruit, of ik eruit…”
het werd uiteindelijk Toontje. via kleine vergrijpen belandde Toontje al snel op het politie-bureau. de ouwe mocht hem komen halen. Toontje werd onhandelbaar en belandde achter slot en grendel – op zijn eigen kamertje. hij werd eruit gelaten voor school, en at alleen. al snel kwam Toontje helemaal niet meer thuis, en sloeg aan het zwerven…
op een van die eenzame avonden, winter 1970, lag er sneeuw. recht tegenover de flat aan de Marthalaan, op een braak veldje zo’n 50 meter verderop, bouwde Toontje een primitieve iglo, een berg sneeuw, met een gat erin. daar is Toontje ingekropen en in slaap gevallen. het is een geluk, dat die dikke rooie van beneden Toontje bezig had gezien. daardoor werd Toontje wakker in het Zuiderziekenhuis, hij werd wakker uit coma door onderkoeling.
die ouwe heeft Toontje nooit meer gezien…
vice versa…
naar die dikke rooie heeft hij nog een kater vernoemd, de Rooie. zijn leven heeft hij diverse keren gered…
vice versa…
toen Toontje goed en wel uit zijn shock wakker werd, was hij gerepatrieerd naar de Bosweg in Amersfoort.
gezien zijn laatste escapades was de ouwe van zijn ouderlijke macht verlost, en had volmondig afstand gedaan van de vrucht van zijn lendenen. vanaf nu stond Toontje onder toezicht van de kinderbescherming via Pro Juventute, een vereniging die oorspronkelijk is opgericht ter bestrijding van jeugdcriminaliteit…
vanaf nu, werd Toontje beschouwd als ‘moeilijk opvoedbaar’, hetgeen natuurlijk een vriendelijk eufemisme is voor ‘niet willen deugen’. Toontje zag dat uiteraard anders. hij was inmiddels 12, en had uitstekend door, dat zijn ouders steken hadden laten vallen en niet hijzelf. Toontje besloot, van deze situatie dan ook het beste te maken…
Toontje was beland in het Willem Anthonie Ortthuis, een kast van een huis, een huis met historie.
rond 1880 is het door Ds. Scheltema – toenmalig directeur van Zandbergen – bestemd tot opvang van ‘maatschappelijk verwaarloosde’ kinderen. Jonkheer Ortt heeft er lange tijd zelf gewoond. Hij was wat we noemen een goeie Duitser, die zijn leven en kapitaal had gewijd aan het voortwoekerende probleem van de ontspoorde jeugd.
toen Toontje op 5 januari 1971 arriveerde was net grondig verbouwd, in gunstige zin, wel te verstaan, want dat was dus wel eens anders geweest… het was een kapitale villa, verscholen in de uiterste rand van Den Treek, aan Bosweg nummer 6. Nummer 8 was de voetbalkantine van ODI-58 en woning van ex-groepsleider Pierre, die een voetbalvereniging had gesticht voor kansloze jongeren. Nummer 10 was het hoofdkantoor van de maatschappij Zandbergen…
het huis herbergde twee groepen jongens: de Vossen, dat waren 12 jongens in de leeftijd van 14 tot 18, en de Pioniers. deze laatsten waren in de leeftijd vanaf 18 tot 21, en hadden vaak al een soort van baan. het is niet moeilijk voor te stellen, dat Toontje – die net 12 was, en net in de eerste klas van de LTS zat, hier moeilijk aansluiting kon vinden. hij was al geen held met contacten leggen met leeftijdsgenoten, en nu was hij zo maar de allerjongste.
dat ging natuurlijk met de nodige ontgroeningen gepaard…
wordt volgende vrijdag vervolgd…
http://toontjeblogt.blogspot.nl
5 reacties
Ik ga het graag volgen… mijn schrijfidool ronnybonny yeah!
Graag gelezen. Tot vrijdag !!
Wat een mens allemaal niet meemaakt …
Fijn om te lezen.
Zie met spanning uit naar volgende week vrijdag.