We zijn op weg naar het Fichtelgebergte, op weg naar Elsbeth Cochius van Natuurlijk werk en haar zeefdruk bij Heldenkleuren. Ze woont 20 minuten voorbij Rijssen in een school op een plek die ‘Het’ niet lijkt te hebben op het eerste oog en dat is meteen het bedrieglijke van het voorbijgaande oog, dat ziet de lichtmast en de drukke weg. Maar…
Het paadje naar haar huis is onverhard, voert langs een schuurtje met bijenkasten en een groot schilderij van een gelaat vervlochten in een bijenraat, een voorbode van haar visie.
Naast het voormalig schooltje is het plein veranderd in een halfrond terras, omringd door natuurkunst, gestapelde stenen rond de voet van een boompje, een stronk met een omgekeerde boomwortel erop vol kleine natuurvondsten, schelpen, steentjes, fossielen?
Kees gaat recht op zijn doel af, deur, bel.
Een vrouw doet open en meteen ben ik geraakt, dat heb je een enkele keer, dan word je opgenomen in de sfeer die iemand omringt als een onzichtbare mantel vol verhalen die niet verteld hoeven worden om meeslepend te zijn. Ik word meegezogen in de wereld van de genius loci, de wereld waar sfeer bepalend is voor wat gebeurt en aan de beurt is.
Er gebeurt niets. Wat gebeurt er?
We lopen een voormalig klaslokaal in. Blijven staan. Alle drie.
We staan te zwijgen. Niet ongemakkelijk beangstigend – wat nu? Nee.
We staan gewoon stil te staan.
Dat duurt helemaal niet lang in klokkentijd, maar er zouden dimensies kunnen zijn voorbij tijd en ruimte waarin het eeuwig duurt.
Ineens wordt mijn oog getrokken door een en al kleur. Mijn hart reageert met een sprongetje.
De zeefdruk ligt ingelijst op me te wachten naast de opengeslagen pagina van het boekje waar mijn liedje in staat, Heldenkleuren.
Kees is ook ontwaakt, hij wijst naar de trap, een houten trap die langs een van de wanden naar een vide voert met een reeks kunstwerken.
Elsbeth vliegt de trap op.
Intussen ontdek ik twee voorstudies van haar zeefdruk.
Ongelooflijk hoe ze de sfeer van het liedje in beeld heeft gebracht, precies zoals haar zus van mijn gedichtje een lied componeerde. Hoe is het mogelijk dat twee onbekende vrouwen zoiets moois hebben gemaakt van mijn heldenkleuren. Vorig jaar kon ik mijn geluk niet op en was razend enthousiast. Nu dringt het een laag dieper door. Ik ben er stil van.
Elsbeth komt terug met een kalender van de kunstwerken die op de vide hangen. Die heeft zij samen met elf andere kunstenaars voor het vijfde jaar gemaakt. Dit jaar heeft ze er een kistje omheen gemaakt als wissellijst, een onwaarschijnlijk mooi kleinood dat wij meteen wensen.
Ze is al uitverkocht. Jammer en helaas.
Ze kijkt ons aan met die diepe blik van haar.
‘Hebben jullie zin in een kop thee?’
Vergeten is de koffie met Beerenburger en Baileys. Thee willen we, niets anders, niets liever…
De woonkamer ademt de sfeer die me betoverde in verloren verleden: hout, kussens in regenboog op de bank, boekenkasten vol natuurvondsten, met aandacht geschikt in schalen en schotels, ook hier een vide met een beeldscherm vastgehaakt aan de reling.
Wij schikken ons rond de geschuurde tafel, theelichtje met rode heksenthee uit Münster, kaarslicht.
De weldadige intimiteit van de schemer.
Ze laat schelpen en sponsjes zien van 400 miljoen jaar oud, gekregen van iemand die ze vond bij opgravingen in de buurt.
‘Daar moet ik nog iets mee…’ in haar lach schuilen ogen die handen hebben.
Wij vertellen van het Fichtelgebergte en ons huisje. Laat zij dit gebergte nu kennen! Ze heeft er gelopen, de Schneeberg, de Ochsenkopf. Haar ouders waren wandelaars die alle loopgebieden liepen.
Ze snijdt een kerststol aan en besmeert hem dik met roomboter. Het gebaar van oude adel: eenvoud en kwaliteit.
Het gesprek vloeit als vanzelf naar landschappen, bergen, heuvels, kronkelbeken, doorkijkjes, poorten, takken, riet, ijsschotsen, mossen, alles wat een plek bekleedt, omringt, behaart, bebaardt, eigen maakt, de sfeer van de plek, de genius loci. Elsbeth begint bijna licht te geven van geestdrift. En dan openbaart het zich, de magie die vanbinnen gloeit, de sfeer die om haar heen hangt.
Ze loopt door het landschap en voelt het, ziet wat verspreid ligt, de takken, de schotsen, het riet en de stenen, ze ziet het echt, en samen met haar vriendin Hedy Hempe verzamelt ze en vervlecht samenraapsel tot takkenpoorten naar vergezichten en cirkels als brandpunt in kalende velden…
Klik maar eens op onderstaande link, zoek de foto’s op die ze ervan gemaakt heeft en als het niet meteen lukt, doe het dan nog een keer en zie het betoverend samenspel van innerlijke en uiterlijke natuur…
17 reacties
Geraakt en geroerd door de sfeer…..mooi geschreven Anne!
Die sfeer hè, daarin neemt ze je helemaal mee, Elsbeth… Dank je wel Ellie
Weer weet je me te ontvoeren naar plekken, buiten en ook ‘binnen’ ,waar ik anders niet zou komen.
Wat is er toch veel moois!
En wat weet jij je ervaring weer trefzeker te verwoorden, Marije. Mooi.
Altijd knap hoe een kunstenaar een gevoel vast kan leggen, of het een beeldend kunstenaar is, een songwriter, een fotograaf of een auteur zoals jijzelf. Heel mooi 🙂
Dank Mieke 🙂
Om de goede energie van te krijgen. Snap ook helemaal wat je bedoelt met die diepere laag van geraakt zijn. Ik voelde ‘m al tijdens het lezen in jouw verhalend enthousiasme en ben verwonderd en bewonderend verdwaald in alle prachtfoto’s van de natuurlijke kunstwerken. Als een blok voor gevallen; soms op het puntje van mijn stoel :-)) Geweldig.
Wat een mooie bijzondere ervaring, om nog lang mee door te kunnen. Gefeliciteerd!
In haar herken ik iets van jou – zoals grenzeloos kijken en zien en dat weten te vangen in een beeld dat sprakeloos maakt…
Dank voor je mooie reactie Soli.
Bijzonder om zo over een zusje, waarvan je veel houdt, te lezen.
Het is helemaal Elsbeth!
Dag Chrystal!
Ach, je hebt het gelezen… en…..
Wat ben ik hier blij mee… 🙂
Ik ben jaloers op mensen die kunnen leven zoals ze willen leven. Niet jaloers in de zin van afgunst, o nee, maar het wakkert een verlangen aan dat er altijd was en nooit kans heeft gekregen. Te laat….voorbij….maar mijn eigen aandeel daarin ontken ik niet.
je raakt me in mijn diepste stilte Athy…
Geheel buitenmijn kunde en toch blijf ik lezen, interesse groeit.
dat vind ik mooi Edgard, jouw groeiende interesse, dat is toch ook wat de natuur ons laat zien, en past naadloos bij het natuurlijk werk van Elsbeth en Hedy…
Wat herkenbaar, al die uitgestalde schoonheden die de natuur je geeft (naast de tekst zie ik jouw jaloersmakende hagedis, die naadloos aansluit bij Elsbeth, de natuur, ruigte van gebergte – alles.)
En wat prachtig dat zij er nog meer mee kan!
Prachtig, die gevlochten dingen, de zeefdrukken, alles!
Ook ik voel, als natuurmens, de genius loci in dit stuk, Anne. Je geeft het door, het ligt voor het oprapen in jouw woorden.
Het verhaal, de kunst, alles, raken ook mij diep. Alles past.
Het eerste woord dat in me opkomt is:” oermensen “, leven op de manier die past. Voel tijdens jouw reis door de school de verbinding in een bijzonder ontmoeten,
En voel de stilte.
Wat breng je me toch op veel mooie plaatsen en laat je veel mooie mensen zien, de verbinding ja die voel ik in me wortelen.
Dank Anne
Dank je wel dat ik even mee mocht lopen.
Zie het helemaal voor me.
Kuskuskus