Woorden schieten tekort en foto’s heb ik nauwelijks gemaakt, want het wil ook niet op de foto.
Het is de stilte, de ruimte, de traagheid van een mier die een dode thuisbrengt.
Om nou eindelijk toch maar wat te vertellen begin ik met de temperatuur van ons huisje. Alsof je een grot ingaat, 5 graden Celsius, zowel in de zomer als in de winter, wat wel zal komen door de Duitse manier van isoleren: niet binnen maar buiten, waardoor de binnentemperatuur zo’n beetje constant is als je er lang niet stookt. Als je wel stookt, duurt het ongeveer drie dagen voor de muren van het huis opgewarmd zijn en dan moet je zorgen dat je bijtijds je kachel uitdoet, anders kook je gaar. Wij stoken in een houtkachel met zo’n dikke mantel van natuursteen en die blijft wel acht uur warmte afgeven en dan hebben we de schoorsteen ook nog en die is natuurlijk ook van steen, waardoor de slaapkamer om te stikken zo heet wordt. Dus wij stoken ‘s ochtends, laten hem uitgaan en ‘s avonds nog een keer indien nodig. Je lichaam went ongelooflijk snel aan kou en als je veel buiten bent, vergeten we vaak de kachel aan te doen als het 17 graden is. Het aparte van houtvuur is dat het net zonnewarmte is, van die levende warmte die veel langer in je lichaam blijft hangen, ook als de bron weg is. Wij stoken gedeeltelijk van eigen bomen, vooral takken, die blijken meer en langer warmte te geven dan hout van de stam; de structuur van een tak is dichter, bijna hardhout.
Dat ik zulke dingen opmerk, is wat daar gebeurt en wat mij vervult van onmetelijkheid die niet te beschrijven is.
Eraan vooraf gaan 750 km oostwaarts, waarbij het monotone geraas van de auto mij in een halfslaap brengt die wat mij betreft de beste brug vormt tussen oost en west. Het brengt een ander zicht op mijn eigen leven teweeg, alsof ik vlieg en lijnen en structuren zie die ik herken in de kunst van Hundertwasser.
In de tussenruimte neem ik afstand van de ene kant, wat gepaard gaat met heimwee, deernis, dankbaarheid en meer van dat moois – daar doe ik meer dan 700 km over.
Zodra mijn blik de bergen kruist, de laatste 30 km, daal ik in en begint de verbinding met de genius loci van het Fichtelgebergte, een van de oudste bergketens in Europa, ruig, stil en wild.
Wij wonen daar tien tot twaalf weken per jaar in een boshuis dat steeds mooier wordt, omdat onze handen er vanzelf de mouwen uitgaan. Die van Kees hebben ditmaal een trap van 14 (hoge) treden in de berghelling gemaakt…
… en die van mij zijn toch zo leuk in de weer geweest! Dat vertel ik later. Ze begonnen met wieden, ik schat dat ze zo’n 20.000 zaailingen van lariks en beuk hebben uitgetrokken. Tot mijn geluk leerden mijn handen net ietsje sneller dan de voetjes van de bomen groeien konden. De truc is dat je niet meteen een plantje moet uittrekken, dan blijven de voetjes achter, je moet eerst zachtjes wiegen en als de voetjes meedansen trek je het geheel eruit, ook bij paardenbloem, distel, brandnetel en andere lastpakken.
Die 20.000 is een ruwe schatting, ik heb ze niet geteld hoor, maar op een keer dacht ik dat er tien zaailingen rond ons kersverse appelboompje stonden en dat bleken er 38 te zijn op een stukje zo groot als twee handen. Onze helling is 5000 vierkante meter waar we een zigzaggend pad doorheen gemaakt hebben met grit, helaas, jammer dan, zonder er anti-worteldoek onder te leggen… Dat pad maken we elke keer onkruid vrij en dit jaar stonden er voor het eerst oneindig veel zaailingen, wellicht door de zachte winter. Vloeken helpt niet en al doende ontdek je dat je pas echt iets leert van je stomste fouten, dus kun je er net zo goed dankbaar voor zijn.
Het opmerkelijke daar is ons plezier in alles, niet het plezier dat je maken kunt, dat luidruchtige, dijenkletsende plezier van jongens onder mekaar. Je zit daar op je hurken plantje voor plantje uit te trekken en een mateloos gevoel overkomt je, samengesmolten met handen die wandelen door een onmetelijke bos. Je hartklop gaat over in de hartklop van de natuur.
Een valk schreeuwt ergens in het luchtruim. De roep cirkelt boven je en landt in de top van een nabijstaande spar. Aanvankelijk denk ik nog dat er een valkennest in de top zit. Dat het vrouwtje bij de jongen zit en dat vader met muizen aan komt vliegen. Dat leid ik af van de kreten die volgen op de landing. Er is geen nest te zien, geen valk ook.
‘s Middags weerklinkt dezelfde schreeuw als ik ben uitgeschreven en ons huisje uitga, want dat doe ik tussen het wieden door. Het is ongelooflijk hoe goed gedachten opschieten als je eerst gewied hebt.
Ik volg de schreeuw van de valk en zie hem cirkelen rond de top waarin een vrouwtje zit en dan zie ik wat ze doen. Niks voeden van jongen, er zijn helemaal geen jongen, die moeten nog verwekt worden en daar ben ik getuige van. Hij landt bovenop haar, schudt zich vijf keer uit, stijgt op, omcirkelt haar met luide kreet en landt nogmaals op de vrouw, waarop hij zich nogmaals vijf keer uitschudt en dan is het uit en zweeft hij weg.
Dit schouwspel herhaalt zich dagelijks, eenmaal ‘s ochtends en eenmaal ‘s middags. Kennelijk hebben wij de wiptop naast ons huis.
Van een nest heb ik geen spoor gezien, daarvoor moet ik waarschijnlijk nog een jaar geduld oefenen. Maar één foto van de valk is gelukt, alleen niet in de spar, maar in de boom ernaast, waar vrouw even ging bijkomen van alle opschudding.
wordt vervolgd…
20 reacties
Hard gewerkt, daar! Graag gelezen 🙂
Fijn Mieke, fijn dat je me weer leest en graag ook nog 🙂 – en het gekke van dat harde werken daar is, dat het voelt alsof het licht is – behalve als je uit je hurkhouding opstaat 😉
ships, weer die vermaledijde cijfers, reactie kwijt,
Anne wat mooi en bijzonder om je zo een met de natuur te kunnen voelen, ik verbind je met jou.
Hard werken en meteen genieten van het dierenleven om je heen, hoe kostbaar kan dit zijn.
Ben weer blij iets van je te lezen.
xxxxx dimph
Tip die iemand mij gaf, terwijl ik die cijfers niet hoef in te vullen: voor je de cijfers invult je tekst even opslaan in je muis – hoe vind je die!
Fijn jou hier weer te vinden Dimph xxx
Het is te mooi om waar te zijn.
Ja. Dat gevoel krijg ik nou als ik dan weer hier ben… Dank voor je aanwezigheid Edgard
Oh Anne,
Wat herken ik toch veel in jouw gevoelens. Levende warmte van zon en hout. Het plezier van wieden. Het besef en genieten van de stilte die helemaal geen stilte is. Hartstikke leuk om te lezen. En nog steeds keren van je fouten. Blij dat je er weer bent.
Blij met jou, Kees! En je herkenning. X
Leren van je fouten.
haha, dat is nog eens toepasselijk 🙂
Vloeken helpt niet en al doende ontdek je dat je pas echt iets leert van je stomste fouten, dus kun je er net zo goed dankbaar voor zijn…..ëén van die mooie zinnen die ik meenam…..uit logeren ging net zolang tot ik de draad weer kwijtraakte….
Kortom 🙂 prachtig, prachtig Anne…..
p.s. kreeg geld van de belasting terug en heb je boek besteld
🙂
Ooh Annette, wat heerlijk dat je zo’n zinnetje in je tovertasje meeneemt! Er spreekt zoveel warmte en aandacht uit, net als uit je bestelling, helemaal jij:) 🙂 🙂 je maakt me blij 🙂 🙂 🙂
Je hartklop gaat over in de hartklop van de natuur. In deze zin kan ik me helemaal vinden Anne! Fijn, dat je weer terug bent, ik heb je gemist!
Lieve groet! 🙂
Dat kan ik me helemaal voorstellen bij jou, natuurvrouw… fijn om door jou gelezen te worden.
Groene groetjes!!!
Heerlijk, zo in de vrije natuur werken. Berglucht doet al goed en al die ruimte om je heen ook.
Fijn dat jullie je er altijd de rust van die plek voelen!
De (toren-?)valk heet in Fryslân een reade wikel (een rode wikel, als in het soort wentelen dat hij doet). Jouw Fichtel-valken zijn vast groter 🙂
Ha Marjolein! Reade wikel, wat een prachtwoord! Uit de taal van mijn voorvaderen….
Ik weet niet wat voor valk het is. Vorige keer had ik een vage foto van een valk op een andere top, verder weg, en van gedarg heb ik toen weinig opgemerkt…. maar toen reageerde natuurfotograaf Jaap Kroon dat het een vrouwtjes slechtvalk was.
Misschien was dit hetzelfde vrouwtje en heeft ze er nu een man bij?
Zulke dingen weet ik niet en het duurt heel lang voor ik het zie…
Misschien kan Jaap de foto even bekijken???
tussenruimtes zijn voor mij een uitdaging…. het horen van gedachtes tussen de woorden… maar een reis als tussenruimte, dat is een nieuwe kijk op reizen voor mij…<3
je geeft mij ook een nieuwe tussenruimte, Joke, ik heb meteen zin om bewust te gaan luisteren naar de ruimte tussen de woorden…. dankjewel, leuk!
Anne, fijn dat je er weer bent en ook heel fijn je weer te lezen…prachtig verwoord! Mijn nieuwe ‘heem’ voelt na een week al heel warm en groeit met de dag meer en meer naar ‘eigen’ 🙂
Lieve groet!
dag Ellie! en ik vind het fijn dat je me leest en je hier te vinden – en te horen dat je thuis raakt in je nieuwe huis, omarmd door de genius loci …. 🙂