Het is altijd weer wennen dat een berg geen stad is, niet elk licht een lamp en niet elke zoem een TL buis. Zintuigen hebben tijd nodig hun zinnen te verzetten naar de zachte aanraking van de natuur. Maar dan komt Kees ook los. Hij ziet door de struiken zijn bergtrap niet meer en krekels mogen krassen, muggen mogen zoemen, zon mag schijnen, de werkkleding gaat aan: schoenen met ijzeren neus voor geval de elektrische zeis in zijn voet valt zoals vorige keer ten gevolgen van een steentje, het ijzer heeft zijn voet behoed voor scheiding van het bijbehorende been, verder een stevige spijkerbroek voor opspringende adders wat ook reeds voorgevallen is, een hemd met lange mouwen tegen rondvliegend gevaar als muggen, wespen en bijen, oordoppen tegen het lawaai en een helm voor iets dat ik niet weet, wellicht omdat het zo stoer staat. De transformatie van stadsman naar stoere Bayrische Bergbauer is voltrokken.
Terwijl Kees met zeis en maaimachine de berg te lijf gaat, haal ik met blote handen alle planten die vanzelf gekomen zijn uit de lavendeltuin, een mooie meditatieve bezigheid.
Nu eerst de trap. Zie!
De trap is onze trots, we krijgen er niet genoeg van hem te bewonderen en te bewandelen.
Ook een paar foto’s met mijn bijdrage aan de Beierse boerenstand.
Die blauwe dingen zijn van mijn hand, ik houd van blauw en het steekt leuk af tegen het groen. Ik heb deze objecten geplaatst op stronken van onze gevelde boomvrienden.
Waar het bos mocht blijven heb ik blauwe bosmannetjes gezet.
Dit beeld is een groet en een grap voor onze buurtjes die beide violist waren bij de Wagner Festspiele. Hij is een krasse knar vol muziek en humor en charme, maar nu dus ver in de 80 en zijn veel jongere vrouw heeft helaas haar arm versleten met de viool, dus het is uit met de viool. Gelukkig hebben ze het heksenhuisje aangehouden als zomerverblijf en ze maken dankbaar gebruik van ons landweggetje om bij hun hut te komen, en dan zien ze dus de blauwe violist als kleine hommage.
Dit beeld staat ter afschrikking van de oprukkende tabaksplanten, want ooit verbleef er een Amerikaan op onze berg. Hij heeft een paar tabaksplantjes geplant en hun nazaten overwoekeren inmiddels de halve berg. Hermann, onze verre buurman is er maar druk mee.
Met deze paddestoelen van glas bedank ik de kabouters die Steinpilze in ‘ons’ bos laten groeien. Deze paddestoelen zijn zeer gewild bij de Franken en Waltraud, mijn bergvriendin is er gek op en komt ze altijd plukken bij ons. Het wonder is dat mijn glaspaddestoelen zomer en winter doorstaan!
Dit vrolijke vogelhuisje heb ik gemaakt voor alle kleine vogels die gretig komen aanvliegen: koolmees, pimpelmees, kuifmees, staartmees, boomkruiper, boomklever, zwartkop, matkop, appelvink en goudvink dus.
Vogels lijken wel net zoveel van rood te houden als ik, want ze komen allemaal drinken uit deze schaal, heel leuk, alleen is de foto onvindbaar, dus dan deze maar.
En dit is Leo de buurpoes die altijd achter mij aanloopt als ik aan het wieden ben. Hij vindt het fantastisch om tussen de bloemetjes te soezen. Later, veel later, als ik oud en stijf en moe en lui en bedlegerig en 100 ben en niet meer zelf voor poezen kan zorgen, neem ik gewoon een buurpoes. Super gezellig en heel handig: hij hoeft geen kattenbak en hij doet zijn behoefte niet rond het huis waar hij eten krijgt, want er staat natuurlijk altijd een bakje met heerlijke Hollandse brokjes voor hem klaar.
Tot zover voorlopig!
6 reacties
Heerlijke blog! En wat een mooi plekje, een droomplek! Ik snap dat jullie daar volop kunnen genieten en tot rust kunnen komen! Leuk dat wij mogen ‘mee-beleven’, Anne!
Anne wat ‘n heerlijk beeld geef je van jullie droomplek. Kan me voorstellen dat je daar helemaal tot rust komt. Geweldig
Daar heb ik rond gewandeld, in jullie bergtuin. Net vijf minuten geleden.
Zalig om die mooie treden op en af te lopen Anne. Wat fijn dat Kees het pad weer heeft vrij gemaakt 😉 Mooie kunstvoorwerpen heb je gemaakt en geplaatst, het valt me op dat je vrolijke frisse kleuren gebruikt.
Verstandig van Kees, dat hij zich zo goed beschermd, want een ongeluk zit in een klein hoekje, en een addertje zit zomaar onder je voeten in het gras! 😀
Het is knap, beter dan zo’n afgelijnde perkjes, die zijn ook mooi, maar je vind er geen onverwachte dingen, die deze tuin zeker te voorschijn tovert.
een stukje paradijs schrijf je neer…zo leest het voor mij…..het is voor te stellen dat je dit plekje koestert …;)