Auteur & kunstenaar

Het meisje dat van lezen hield – Biggles (3)

Het  meisje dat van lezen hield had zeven weken geelzucht. Kurkjes waren gebreid, wolken geteld, dromen gedroomd. Ze snakte naar boeken. De bibliotheekdame vond dat die ene mevrouw te vaak kinderboeken kwam halen en stelde een limiet. Van teleurstelling werd het meisje recalcitrant. Ze mocht haar kamer niet af, maar wie zou dat merken als niemand in huis was? Ze wachtte tot haar moeder boodschappen deed, ging uit bed en sloop op kousenvoeten de trap af op weg naar de boekenkast van haar vader. Na drie treden zakte ze door haar benen. Hoppend op haar achterste bereikte ze de boekenkast.

De boeken stonken, dat had ze niet eerder gemerkt. Die op de onderste planken waren geschreven in alle talen, behalve Nederlands. Er waren zelfs Russische boeken bij, met eigenaardige lettertekens. Op haar knietjes ontdekte ze boeken van Simenon en Havank, kleine boeken met kleine letters over Maigret en de Schaduw, boeken vol moeilijke namen. Die zette ze snel terug. Er waren dikke boeken van Theun de Vries, ‘Het meisje met het rode haar’ en ‘Sla de wolven, herder!’ Dat viel haar tegen van haar vader, hij hield toch van de natuur!

sla de wolven, herder
Ik bleef hangen bij een boek over een vrouw uit China en nam die gauw mee naar boven, voor mama thuis kwam.
De vrouw uit China rookte opium  op een wankele stoel in een concentratiekamp, terwijl de kampbeul bij de barakken marcheerde.
Ik las het drie keer achter elkaar. Woord voor woord. Ik zag geen beelden. De woorden bleven woorden. Daar begreep ik niets van.

Het wachten was op mijn vader. Die dag kwam hij niet en de volgende dag ook niet. Hij mocht natuurlijk niet besmet worden. Ik was toch maar verder gegaan in het boek, maar het bleven woorden. Af en toe ving ik vaag een beeld op. Uitgehongerde mannen die buiten de hekken loopgraven groeven. Wat waren dat voor graven? Moesten de doden lopen in die loopgraven? Ik kauwde het woord uit, maar een beeld verscheen er niet.

Eindelijk stak mijn vader zijn hoofd om de deur en kon ik mijn vragen op hem afvuren.
Wat opium was, een concentratiekamp, een concentratiebeul en vooral, wat waren loopgraven?

Mijn vader vergat het besmettingsgevaar en kwam de slaapkamer in. Zo dicht had hij nog nooit bij mijn bed gestaan. Hij boog zijn hoofd, keek over de rand van zijn bril en dacht na. Nog voor er een antwoord kwam, begreep ik dat hij ook niks zag. Daarbij fronste hij zijn wenkbrauwen en zijn voorhoofd rimpelde in twee diepe golven. Hij zuchtte.
‘Oorlog is niet te begrijpen.’
‘Maar, maar…’
Voor ik hem kon bestoken waarom er dan oorlog was en oorlogsboeken…. nam hij het woord.

‘Ik zal eens kijken of we op school boeken voor je hebben.’
Het duurde dagen voor hij kwam met een paar boeken, beduimelde pockets over Biggles die geen vrees kent. Hij zei er lachend bij dat ik nu wel even vooruit kon; de schrijver had nog veel meer boeken over Biggles geschreven en was er nog steeds mee bezig.

Een schrijver die schreef! Dat was nog eens nieuws! Ik had er niet eerder bij stilgestaan dat schrijvers levende mensen waren. Schrijversnamen waren me weliswaar opgevallen vanaf het begin, maar dat was zoiets als Venz op de hagelslag en Bolletje op de beschuit. Je denkt toch niet dat Venz en Bolletje levende mensen zijn!
Toen ik het boek van W.E. Johns open sloeg, trilden mijn vingers.

Biggles

Biggles zat op kostschool en daarna werd hij gevechtspiloot, spion en detective van de afdeling Luchtpolitie van Scotland Yard. Ook werkte hij voor de RAF. Ik snapte er niets van, maar één ding was me duidelijk: Biggles leefde in een wereld ver van Tiel en dat kwam natuurlijk omdat W.E. Johns heel ver weg woonde op een kasteel op een hele hoge rots met een enorm raam waardoor hij alles zag en beschreef. Vol goede moed ging ik door met lezen. Als W.E. Johns het zag, moest ik het toch ook kunnen zien. Toen het Oostblok bestreden moest worden, stak mijn vader zijn hoofd om de deur. Ik vuurde mijn vragen op hem af.

Dat was het moment dat de vader ontdekte dat de ideologie van W.E. Johns haaks stond op de zijne. Hetzelfde ogenblik begreep hij dat er iets heel anders nodig was voor zijn dochter die boeken verslond ongeacht de inhoud.
Wie honger heeft, eet alles. Dat was de les die hij in de oorlog aan den lijve had ondervonden, een les die zijn eigen ideologie had gestaald. Zolang mensen honger hebben, leven zij naar de wetten van de jungle. De sterkste overleeft. Als de honger gestild is, ontwikkelt zich de ethiek.

‘Dat boek is geen goed boek,’ zei hij. ‘Dan heb je dat ook eens meegemaakt. Geef maar hier.’
Zo zat het meisje dat van lezen hield, ineens zonder boek…

wordt vervolgd

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

8 reacties

  1. Anne, ik verheug me op het volgende deel van je verhaal. Ik hang aan je woorden….prachtig geschreven, met plezier én een brok in de maag gelezen, zoveel emotie zit er in dit stuk…..

    1. Met deze bevinding maak je me heel blij Ellie – de emotie die erin zit en overkomt, zonder dat die benoemd is… Joepie!

  2. Wat heerlijk dat al jouw vragen niet in een bodemloze put vielen Anne. Dat je via de boeken die je las toch een kijkje in de grote wereld kreeg en er vragen over kon en mocht stellen.
    Jouw geelzucht en de boeken die aan deze periode gekoppeld zijn hebben een onuitwisbare indruk bij jou achtergelaten en ik vind het heel boeiend om in de gedachten van dat kleine meisje mee te mogen ‘reizen’….

    1. wat lees jij mij toch, Jannie….
      er schiet me steeds meer te binnen wat zolang ergens droomde.
      ik voel hoe deze droomwereld gedeeld wordt door lezers die mij lezen, een wonderlijk rijke ervaring die mijn inspiratie en geheugen voedt.
      in het het ophalen van mijn kindertijd borrelen inzichten op in het kind dat ik was als kind van mijn ouders, met wie ik geen herinneringen meer delen kan.
      maarrr….
      ik ervaar aspecten van mijn ouders die ik als kind moet hebben gevoeld, maar niet bewust was – een geschenk uit de hemel…

  3. Oh Anne, deze serie beklijfd grijpt me bij de keel hoe jij dat hongerige vol vragen zittende meisje neerzet .
    Ik heb Biggles verslonden de boekjes waren / van m’n broer die hield/houdt niet van lezen.
    Ik heb ze nog en soms heel soms pak ik er eentje en met mijn geverfde grijze lokken hen ik weer dat meisje dat niet op kon houden met lezen
    ..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *