Om een boek voor mijn ART journal te vinden, trotseer ik met mijn halve bronchitis de kou en fiets naar de aggenebbes winkel waar ik nog nooit geweest ben. De stoep staat vol auto’s, waar ik hoestend mijn fiets doorheen wring.
De entree komt uit bij twee vrouwen die vragen wat ik kom doen.
‘Ik zoek een boek.’
‘Achter die deur.’
Het vertrek staat vol kledingrekken en hoge stapels opgevouwen kledingstukken.
‘Zoekt u iets?’
Achter een bontjas duikt een vrouwenhoofd op.
‘Een boek.’
Ze wijst naar een stapel broeken.
‘Geen broek, een boek!’
Ik moet terug naar de entreedames.
‘Niet gelukt? Hebt u wel een bewijsje dat u in de schuldsanering zit?’
‘Nee, en ik zoek geen broek maar een boek!’
‘Als u geld hebt, moet u door die deur.’
Een pin-apparaat is er niet en ik heb slechts twee losse euro’s, maar eenmaal binnen wil ik met buit naar buiten.
De volgende deur leidt naar een gang vol rariteiten: pannen zonder deksel en deksels zonder pan, uitheemse snuisterijen, asbakken en fotolijstjes met opa er nog in. Op een lei staat dat alles mee mag voor een vrijwillige bijdrage. Helaas nergens een boek. Halverwege de gang is een deur die voert naar een keukentje en een volgende deur. Nu kom ik terecht bij twee vrouwen in ernstig gesprek. Met rollende Rrrr zeg ik dat ik geen broek zoek maar een boek. Ik moet terug naar de gang en deuren door tot ik in een donker hol beland.
Hier schiet me het naastgelegen kamp te binnen. Wat spoken ze hier uit? Een TL floept uit zichzelf aan. Ik zie mijn spiegelbeeld in een vitrine waar ik doorheen geknald was als ik geen kat in een vreemd pakhuis was geweest. Vaag ruik ik iets bekends. Zo rook het bij ons thuis als mijn vader een lading boeken uit het Oostblok kreeg.
Ik volg het geurspoor naar het volgende zwarte gat.
Weer springt een TL lamp aan. Ik sta nu voor de kast der kasten: een boekenkast! Tussen de uitgezakte boeken valt een glimmend kaft op. Het boek is ingenaaid, niet te zwaar, niet te dik en heeft vierkante pagina’s. De ideale start voor mijn eerste ART journal.
Blindelings vind ik de weg terug naar de entreedames. Voor 1,50 is het boek van mij. De vreugde van de vondst brengt mijn fantasie op hol. Ik zie de dames breedschoots op de bok van een woonwagen de piepers jassen, poes op schoot en een ketel dampende soep op het kampvuur. Enthousiast neem ik afscheid.
‘Wat goed dat jullie hier een Kampwinkel zijn gestart.’
De dames kijken of ze doof zijn, wat verklaart waarom ze me naar de broeken stuurden.
‘Dit is tegenwoordig van de Stichting Interkerk. Beneden doen we de hulpverlening en de kringloop en boven de crisis-opvang. Wij heten het KeerNpunt vanwege de straatnaam en dat komt omdat de Kennemers hier in de middeleeuwen verslagen zijn en hier moesten keren en wij zitten nu ook weer met een vijand die gekeerd moet worden: de verdeeldheid onder de christenen. Vandaar het KeerNpunt.’
Hèt moment te keren, ik heb de deurknop al in de hand.
‘Bent u tevreden met uw bezoek?’
Ik roem het boek, waarop de dames het willen zien.
‘Een hondenboek! Misschien staat onze hond er wel in!’
Die honden waren de liefste en de mooiste en zijn respectievelijk vijftien en dertien jaar dood.
Ze staan in het boek. De aanblik van het lieve snuitje van de kale roept een zee aan emoties los, verwijzend naar de bron van liefdadigheid.
Het hondenleven wordt op tafel gelegd naast dat van de gebrekkige zoon die ook nog eens allergisch voor hondenhaar was. Vandaar de kale hond. Daarbij had deze hond de bek altijd dicht, want honden stinken uit de bek. Waarop de andere dame protesteert en haar beagle ophemelt.
‘Die vind ik niks, die hebben de bek altijd open.’
Dat is niet waar. Wel waar. Niet. Wel.
Ik wil niet de oorzaak zijn van interkerkelijke twist en haal het boek erbij.
‘Zie je nou dat ze de bek altijd open hebben!’
‘Dat komt van het rennen en dat kan die kale hond niet.’
Ter verzoening en troost wil ik de foto’s eruit scheuren, want de helft van de pagina’s moet er toch aan geloven.
‘NEE, niet doen! Echt niet doen hoor.’
De dames zijn acuut eensluidend en ik mag de deur niet uit voor ik het beloofd heb.
10 reacties
O, wat een heerlijk verhaal. Prachtig!
leuk dat je het (weer 🙂 ) gelezen hebt Peter!
Een Anne verhaal, geweldig toch hoe jij op al het ongewisse afgaat. En er een mooi verhaal van maakt.
om zo gelezen te worden, is een cadeau op zich Athy
Graag gelezen, Anne. Dé plek voor nieuwe contacten: de winkel van…
… van Sinkel 🙂
Ik ‘hang’ er helemaal in, Anne…wat beschrijf je de ogenschijnlijk kleinste dingen toch geweldig..liep met je mee….wat fijn dat je er een geschikt ‘boek met verhalen erbij’ hebt gevonden! Wacht op het vervolg….
het is ook echt iets voor jou, Ellie! zo houd je gelijk je creativiteit ‘binnen de perken’ 😉
Anne, heerlijk jouw avonturen te lezen, hoe je het kleine toch “groot “weet te maken dat vind ik zo knap.
je maakt me verlegen, Dimph…. 🙂 en blij 🙂