Elke avond pest ik mijn moeder met een tochtrol onder haar voeten. In werkelijkheid is het tegen de doorligplekken op haar hielen. Na maanden geklungel hoor ik van het gunstig effect van schapenvachten. Op internet blijkt iedereen er alles van te weten. Ik moet een medicinale vacht hebben, van Texels schaap, kortgeschoren, gelooid met aluin, geen chemicaliën, herkenbaar aan gelige kleur, kost hij meer dan 50 euro word ik opgelicht.
Waar haal ik in West Friesland zo’n ding? Dat staat er niet bij. Bij de voordeelwinkels hebben schapenvachten de goede prijs, maar de verkeerde kleur (wit) en verkeerde lengte (lang). Bij de zorgwinkel de verkeerde prijs (89 euro) en verkeerde lengte. Er zit niets anders op dan naar de bron te gaan, Texel.
Man heeft vakantie, man mag mee. De overtocht met de boot is een feestje van tien minuten voor slechts 2,50. We nemen de bus naar Oudeschild en lopen vandaar naar Den Burg, idee van Kees die er meteen een leuk dagje van wil maken. Voor mannen betekent dat iets doen, desnoods lopen, zolang het maar geen winkelen is. Onderweg wemelt het van de Texelse schapen met Texelse lammetjes. Het lijken wel boterlammetjes, zo mollig en sloom als ze erbij liggen. Slechts een enkele dartelt zoals het hoort. Het pad is modderig, waardoor mijn nieuwe paarse laarzen, aangetrokken voor mijn idee van een uitje, lekkere lunch en lekker winkelen in den Burg, binnen de eerste kilometer oud en blubberig zijn. Na 4,2 kilometer optorsen tegen straffe zeewind, zijn we in den Burg.
De winkelstraat puilt uit van de aanlokkelijke kledingzaken en hebbedingetjes winkels. Man koerst regelrecht naar de slager voor een belegd broodje.
,,Niks ervan, we zouden gaan lunchen.’’ We houden elkaar in toom.
Nu passeren we een specialist in Texelse schapenproducten. De verkoopster weet precies wat we zoeken en heeft de perfecte medicinale schapenvacht, kortgeschoren, gelig, soepel en zacht voor de juiste prijs. Die gaat mee. Bij de natuurvoedingswinkel staat een bijbehorend gezond Texels meisje de ramen te lappen. Zij adviseert ‘De Twaalf Balcken’, befaamd om zijn Texelse specialiteiten, niet duur en echt lekker. We lunchen rijkelijk heerlijk. Bij de slijter kopen we de volgende Texelse specialiteit, een huisgebrouwen Juttertje. Het uitje is rond, we nemen de bus terug naar de boot.
,,Nou hebben we de goede schapenvacht, een Juttertje, een bustocht, een voettocht en een boottocht voor minder dan de prijs van dat Hoornse nepding.’’
Man kijkt tevreden met zijn uitgekiende uitje. Ik zwijg over benzine en afgetrapte laarzen. Niets zo prettig als een blije man en een blije moeder. En blij is ze.
Ze glundert bij het zien en voelen van de zachte prachtvacht en zingt zichzelf spontaan in slaap met ‘slaap kindje slaap, daar buiten loopt een schaap.’ Om drie uur ‘s nachts gaat haar alarmbel. Mist ze de tochtrol onder haar voeten?
,,Kees moet komen!’’
Ze heeft haar benen hoog opgetrokken en wijst paniekerig naar het voeteneind. ,,Er ligt een schaap in mijn bed.’’