Vandaag een jaar geleden, 4 februari 2014, verliet Aaltje Kolman met een glimlach om haar mond het leven. Haar passie was beeldende kunst, schilderen, tekenen, etsen en nog veel meer. Ze heeft een enorme schat aan kunst nagelaten. Een klein deel hiervan is gefotografeerd door Marco Vellinga, haar zoon, mijn broer.
Haar kunst spreekt boekdelen, haar levensweg en veranderende visie ligt erin besloten. De tijd is nog niet rijp dit volledig op waarde te schatten, maar vandaag wil ik toch graag wat van haar werk en ontwikkeling laten zien.
Om te beginnen twee schilderijen uit de jaren ’80 van de vorige eeuw, haar bloeiperiode waarin zij vol geestdrift alles deed wat zij altijd gewild had, vervolgens twee schilderijen uit het begin van het nieuwe millennium en tot slot de boom waaraan zij jaren werkte.
Halverwege de jaren ’80 verbleef Ali Kolman drie maanden in Brazilië bij haar kunstbroeder Umberto França. Ze had een zeer succesvolle expositie in Rio, waarbij alles verkocht werd en zij op de televisie kwam. De laatste dag van haar verblijf liep zij door een straat in Rio, omzoomd door bomen. Deze hadden net hun vruchten laten vallen, lange bonen die tegenwoordig wel gebruikt worden door bloemisten. Toen was dit hier nog onbekend, maar zij zag direct de prachtige vorm, het was wat je noemt liefde op het eerste gezicht. Ze nam een handvol mee naar Nederland, het begin van een grote reeks schilderijen die een brug leggen tussen de vruchten van Brazilië en Nederland.
In 2002 kreeg ze bij ons in huis een atelier. Een paar keer per maand kwam ze met haar autootje uit Amsterdam naar Hoorn om te schilderen. Ze had toen al een flink aantal jaren de ziekte van Parkinson en haar fysieke krachten werden minder, maar haar fascinatie voor de natuur leek alleen maar te groeien. Ze wilde veel grotere doeken dan voorheen en begon met de zaaddoos van een papaver.
‘Die maak ik voor jou,’ zei ze, ‘en die moet heel sterk worden.’
Ze deed er lang over, week na week, maand na maand, streekje voor streekje met een klein penseel. Het werd krachtig en prachtig.
Hierna ontdekte ze achterin de tuin een berenklauw.
‘Mag ik die? Die ga ik schilderen voor Marco. Die vindt er nu nog niks aan, maar dat komt nog wel.’
Het was of de vruchten en zaaddozen hun aantrekking verloren, of ze er klaar mee was.
Ze wilde een boom schilderen en het hoefde niet op zo’n heel groot doek.
Aal werkte altijd naar iets dat haar ogen zagen. Ze veranderde dit totaal, zette er licht op, werkte de schaduwen uit, onderdelen werden vergroot of verkleind of uit onverwachte hoek met bijzonder perspectief geschilderd. Het uitgangspunt was altijd concreet.
De boom schilderde ze zonder voorbeeld. Dat was nieuw.
‘Ik heb genoeg bomen gezien, die weet ik wel.’
Ze begon ‘s ochtends in haar atelier, ‘s middags moest ik komen kijken. De boom was prachtig, knalrood en sterk.
‘Vind jij hem mooi An? Ik weet het niet, hij is niet af.’
De keer erop dook ze weer vroeg haar atelier in en laat in de middag moest ik weer komen kijken.
Ik schrok. De prachtige rode boom was weg, er stond nu een abstracte winterboom.
Aal was tevreden. Tot de keer erop.
‘Ik vind hem toch niet goed.’
‘s Middags had de boom een tedere gloed gekregen.
‘Wat vind je?’
‘Hij is wel mooi, maar ik vind het zonde dat je telkens over je vorige boom heen schildert, Aal. Anders had je nu een serie.’
Aal maakte altijd series, series waren haar handelsmerk en trots. Ditmaal keek ze me aan of ik van een andere planeet kwam.
‘Een boom is een boom,’ zei ze, ‘hij is dus nog niet af.’
Een paar weken later was de stam vele malen dikker geworden en de takken zaten vol in het blad. Ook was er een landschap bij gekomen, en een horizon.
‘Wat vind je Anne?’
‘Vergeleken de vorige versies vind ik hem nu nogal gewoon.’
‘Hm. Hij heeft nu wat van onze boom in het Gooi.’
In de stilte die ze liet vallen, zagen we allebei de tijd die voorgoed voorbij was, de tijd dat we samen liepen, zeker 10.000 km door de velden, de bossen, de duinen. De boom in het Gooi was onze toverboom. We konden hem niet omvatten met onze vier armen en als we er met onze rug tegenaan stonden, elke week een tijdloze tijd, voelden we iets stromen in onze rug, alsof de boom ons streelde. Daar kwamen we achter toen we afscheid van de boom namen. Aal vroeg toen of ik ook wat voelde. Ik was stomverbaasd dat zij dat ook had.
‘Hij is nog niet steeds niet goed,’ zei Aal, ‘en ik weet niet wat eraan ontbreekt. Ik kan niet verder.’
Het duurde tot het laatste jaar dat ze zelfstandig woonde, ergens in 2007. Ze kwam niet meer met de auto, want op een keer weigerde haar voet te gehoorzamen, hij trapte niet op de rem toen zij dat bevel gaf, waardoor ze in te hoog tempo door de tunnel reed.
‘Doodeng Anne.’
Ze begon steeds meer dingen te zien die niemand zag.
‘Zie jij dat ook Anne? Die figuren in de boom?’
Ze wees naar de boom in de voortuin. Ik zag vogels op een tak en wind die blaadjes blies. Dat bedoelde ze niet. Ze nam haar boomschilderij van de wand en legde er de laatste hand aan met een zwarte viltstift dwars door het groen.
‘Hij is af!’ zei ze. Eén van de zeldzame keren dat ze compleet tevreden was met haar werk.
De enige keer dat ze niet vroeg wat ik ervan vond. Ik keek naar haar lijnen, zag wezens, schepselen, figuren die de boom bevolkten, druk maar vredig. Alles zat erin, èn eronder, de hele boom, alle tijd.
Aal had haar boom voltooid, haar levensboom.
Een halfjaar later kwam ze bij ons in huis wonen. Haar huisgenoot was overleden. Haar blik was veranderd. In de boom zag ze angstaanjagende taferelen, kinderen die bungelden aan touwen.
Ze wilde schilderen, ze wilde een nieuwe tube rood.
Aal schilderde zonder uitwendig voorbeeld, doek na doek.
Wat ze altijd gewild had, maar niet wist hoe, kwam vanzelf uit haar zelf, haar werk werd abstract.
Fotografie Marco Vellinga: http://www.marcovellinga.nl
Kunstbroeder van Aal: http://www.umbertofranca.com
9 reacties
Bijna iedere boomstam heeft een gezicht. Ga er maar eens op letten. De geest van de boom kijkt naar je, echt.
Wat mooi geschreven Anne en wat mooi geleefd. Ik krijg het er warm van.
Prachtig werk van onze Aal! Ik hou van haar…liefs, live mensen, moeke en dochter!
Lieve Anne,
Wat een prachtig verhaal. En ik vind de schilderijen heel mooi, vooral de boom. Ik ken die bonen ook vermoed ik. Johannesbroodbonen. Ze groeien ook in Spanje. Er wordt chocolade voor suikerpatiënten van gemaakt. Maar ze zitten ook in konijnenvoer. En ik heb ze gezien bij een groothandel in exotische waren. Men eet ze.
Ben hier een tijdje niet geweest, omdat je nu twee Facebook Anne Vellinga’s hebt.
Een ontroerend mooi verhaal…
Wat rijk beschreven Anne
x
Aal heeft prachtig levenswerk nagelaten Anne en een grote dosis liefde!
Mooi.. ik heb een boom achter mijn huis staan.. alle jaargetijden zie je andere dingen in de boom. Laatst kwam de gemeente met een hakselaar en ik was doodsbang dat ze “mijn”geliefde boom zouden kappen.. T zou niet meer hetzelfde zijn..
Je maakt het leven bijna weer zichtbaar.
Zo liefdevol geschreven.
Wat bijzonder haar werk
De boom met” willekeurige’ zwarte strepen….haar vrije geest.