In naderende herfst kan niets mij zo opvrolijken als bospaddestoelen, hanekammen en honingzwammen. Weg met mij. Liefst met vrienden. Liefst lang. Alleen, waar slaap je. Met een tent op de rug is lopen een militaire oefening en ik ben pacifist. Voor de prijs van een hotel vlieg je naar Gambia en word je als vrouw ook nog verwend. De mannen kiezen voor het oosten des lands en slapen bij Vrienden op de Fiets. Ook als loper kun je bij hen terecht. Volgens het boekje zit er een fietsvriend halverweg de looproute. In de Beukenlaan. Dat klinkt naar bos, dat klinkt goed.
De marathonloper van het vierkoppig wandelclubje is de gids. Het is namelijk best vermoeiend om in aanhoudende regenbuien telkens het boekje uit het rugtasje te halen en te kijken waar we zijn en hoe we moeten. Dat doet hij er met gemak bij.
Als mijn spieren trillen van overspanning, wijst hij in de verte achter beukenbomen de Beukenlaan, nog 500 metertjes, Anne. Op mijn tandvlees volg ik Marathonman, tenniskampioen en lange afstandsloopster. Ik tel 500 blubberstappen. Waar blijft de Beukenlaan. Drie ferme handen wijzen een rood-wit markering op een beuk. Ik loop op prikkeldraad nog eens 500 bloedpassen. Roodwit wijst rechts.
‘Net was het links, gaan we niet terug?’
Echt niet.
Ik denk aan politieke gevangenen, mensen met kanker, Nelson Mandela, concentratiekampen, hongerwinters en hoe goed ik het straks heb op de Beukenlaan. Bosgrond verandert in asfalt, mijn hoofd in beton. Fossiele oren vangen vaag vervloekingen.
‘Hoe kan dat nou? We zijn de verkeerde kant opgelopen.’
We staan voor een bord van de fietsknooppunten. De drie sportievelingen boren met hun reserves de LAW samenstellers diep de grond in. Hoe halen die schriftgeleerden van de LAW het in hun botte kop twee paden te laten kruisen zonder waarschuwing en dan ook nog beide paden te voorzien van dezelfde markering. Deze kannonade brengt mij geen stap dichterbij de Beukenlaan. Het is een kwestie van omkeren en terugstrompelen (ik), 5 km Marskramen en 500 meter IJsselen.
In de bomenwijk is geen boom te bekennen. Geen punt. Ik wil maar een ding. Niets!
Alle voortuintjes zijn hetzelfde. Op een na. Fietsenrek, klompenrek, vrolijke deurmat en klingelbel knijpen het laatste drupje fut uit hart, spieren en mentaliteit. Ik haal de eindstreep. Geen gladiolen, maar wel een opperbeste fietsvriendin. Met haar vette lach en volslanke figuur staat zij garant voor Wellness.
Ze heeft meer in huis. Te beginnen haar diploma in de hal: Slank en Fit.
‘Ik ga voor de Fit,’ straalt ze en drijft ons behendig zo’n typische rijtjeshuiskamer binnen, voor en achter etalageraam. Wij zakken in vier fauteuils, zij schenkt koffie, ik schok in orgastisch genot. Dat gaat te ver. Onze Fitte Fietsvriendin wil ons het genot meteen alweer uit, de trap op. Mijn systeem reageert niet. Bij de drie sportievelingen zie ik hetzelfde verschijnsel, zelfs bij Marathonman. We hobbelen als houten Klazen achter onze smoody vriendin, alles aan haar golft als een berenvel om een beer.
De slaapkamers komen regelrecht uit de toonzaal van een beddenspeciaalzaak. Ik klap neer voor mijn tijd, eerst de badkamer nog! Een fonkelend staaltje vakmanschap. We passen erin als haringen in een tentzak. Onze berin stapt achter het glas van de superdouche. Wij verwachten een demonstratie van spuitende sproeikoppen die elk vermoeid spiertje weten te vinden. Grijnzende mannen links en rechts. Berin wenkt ons de douche in. Met kleren.
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Dat gaat ze demonstreren. Ze duikt de hoek in, wenkt ons omlaag. Stram volgen de drie haar voorbeeld, ik stort krakend op hun ruggen.
‘Let niet op de kapotte voegen,’ wijst ze. ‘Negen maanden terug heb ik de huisbaas er al bij gehaald, ik had een kind kunnen baren in die tijd, en hij is er nog steeds niet.’
Na haar ontluchting golft zij op en kan er weer fluks en fiks tegenaan. Ze stapt over haar gevelde gasten en fietst nog even fit en fluitend het hele fietsknooppuntenpad.
2 reacties
Lieve Anne,
Wat een mooi verhaal weer. Zoals je de berin omschrijft, hilarisch. Zoonlief is tijdelijk thuis, met veel te veel spullen. Ik was net zo van slag als jij vandaag. Renate maakt het nog spannender en ingewikkelder. Ik denk dat we allebei even een pauze nodig hebben, toch? Welterusten lieve kijkbuiskinderen
Kees wat een geweldig commentaar op mijn loopdag! Ik lach me werkelijk een kriek.