Auteur & kunstenaar

Asparagus

loslaten

De asparagus kwam in mijn leven door mijn Nijmeegse vriendin. Ze had een flat met een kurkvloer, een tweezitter, een lage tafel met een vaas bloemen, een eettafel en bistrostoelen. Tot zover niets bijzonders. Maar kwam je in haar slaapkamer om tandpasta te lenen, eyeliner of een feestgewaad, dan verstomde je gekakel. Een waterval van groen verborg de kast waar alles inzat. Wij wilden allemaal zo’n waterval, maar aanschaf van een aspergeplantje mondde steevast uit in teleurstelling. Binnen een maand was het jonge ding dood.

‘Dat is geen echte Asparagus, die doet het altijd, of je hem nou verzuipt of verdroogt.’
De echte was nergens te koop. Bij mijn housewarming party in een van mijn vorige huizen kwam mijn Nijmeegse vriendin met een Echte. Ik verdronk haar, verdroogde haar, Asparagus bleef groeien. Elke nieuwe scheut was dikker, het evenbeeld van een asperge, zoals de naam al doet vermoeden. In enkele dagen groeide de nieuwe aspergescheut uit tot een lange tak met wuivend groen. Mijn Amsterdamse vriendinnen wilden allemaal zo’n plant. Die was niet te koop.
Bij elke verhuizing ging Asparagus mee. Ik zag mijn vriendin steeds minder, de Asparagus steeds meer. Ze overleefde alles en bleef daarbij groeien naar alle kanten. Ze was inmiddels zo gigantisch, dat in ons vorige huis, een grote noordhollandse boerderij geen plek was waar ze in vol ornaat kon staan. Of toch, de bovenste vide, bereikbaar via een wankel laddertje. Asparagus stroomde als levend groen gordijn omlaag tussen de bergen stof, cement en bouwafval. Het was ondoenlijk om met zware gieters omhoog te klimmen over stapels hout, steen en glas. Gelukkig is asparagus makkelijk.
Ongemerkt begon het bruine naaldjes te regenen. Het groene gordijn werd transparant.Precies op dat heikele moment belde haar gulle gever.
,,Ik ben in de buurt, ik wou even langskomen.’’
Asparagus staat mij meteen levendig voor de geest, in werkelijkheid op sterven na dood. Schuldbewust haast ik me de vide op met vijf gieters, een tuinschaar en een vuilniszak. Verwoed knip ik dode takken weg. Na deze beurt ziet Asparagus er uit, zoals ik haar kreeg, een groen pluimpje. De bloempot is onmatig groot, maar met haar enorme potentie zal Asparagus binnen de kortste keren uit de kluiten wassen, stel ik mezelf gerust.
Daar gaat de bel al. In mijn haast laat ik vuilniszak en gieters staan.
‘Je bent niets veranderd!’
Ja, ouder geworden, ronder, rimpels en dat rode haar is henna.
Vriendin taalt niet naar Asparagus, ze snakt naar koffie en vertelt geanimeerd over haar onverwachte moederschap, waardoor ik in de vergeethoek raakte. Een korte stilte van weerszijden wordt verbroken door een oorverdovende knal en dan bedoel ik oorverdovend. We schrikken ons lam. Stom genoeg ren ik richting dakspanten om te zien of de balken nog heel zijn. Vriendin achter me aan.
We staren omhoog, zien de vide, zien het miezerig pluimpje in de wanstaltige bloempot, daarnaast de uitpuilende vuilniszak en de lege gieters. Voor onze ogen maken de pothelften zich los van elkaar als vleugels die zich spreiden. Een wirwar van dikke opgezwollen waterknollen wordt zichtbaar. De wortels hebben zich overvol gezogen aan de waterplens. De pot is gebarsten op het moment suprême.
‘Hoe kan dat nou?’ Vraag ik ook nog.

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

9 reacties

  1. Weer prachtig geschreven. Ik moet mezelf nu dwingen om te stoppen, want anders lees ik alles in één keer uit. (Stiekem op mijn werk)

    1. Wat een dag! Nog zo’n hele leuke! Jou ken ik zo ongeveer het langst van de mensen die ik ken, vanaf mijn tiende toen je in Tiel bij mij in de klas kwam. Je was toen al zo’n nieuwsgietig ventje dat van alles wist en kon en je had een prachtige kar, zo’n kar waar je in kon zitten. Ik hield van gekke zinnetjes en dan vroeg ik ‘Kar, mag ik je Kees?’ En dan mocht ik van jou je kar lenen en er uren mee rond karren met Pieta mijn vriendin. En nou ben je dus nog zo handig, want je bent de allereerste die een fotootje heeft bij weten te plaatsen. Hoe is een raadsel.

  2. Ik vind dit een prachtig verhaal, zo herkenbaar want……. je wilt niet afgaan. Het is komisch en ook magisch wat de plant laat zien. Een juweeltje om te lezen. Maar wat is er gebeurt met het sprietje?

  3. Misschien zei ik het al een keer. Ik weet dat ook nog zo goed, het eerste besef dat jij bestond. Je was er al wel, maar ik zag je nog niet. Ik stond op de gang, voor straf, met een sleutel in de muur te krassen. Uit verveling. Ik was een lastig kind, voor de leraren. Ik begreep de volwassen wereld toen vaak niet. Nu achteraf denk ik dat ik alles te goed begreep.
    Jij kwam de klas uit om naar het toilet te gaan. Je had een rode trui aan en een paardenstaart in je haar. Ik vergeet dat beeld nooit meer. Jij zat met John van Buren, Gerrit Meijer en Joop Andernach meen ik bij Pa de Jong in een speciaal groepje. Vooral bij Nederlands wist ik vaak het antwoord als jullie dat niet wisten. Spreekwoorden en gezegdes denk ik nu achteraf. Mijn vader strooide er de hele dag mee, leuke gewoonte.

    Ik ben nog steeds nieuwsgierig. Niet naar Johan Cruijff zijn perikelen of wie ‘….. with the Stars’ heeft gewonnen. Naar dingen die uiteindelijk de mensheid vooruit helpen. En dat zijn geen kolencentrales.

    Ik heb een ongewilde gewoonte ontwikkeld waar jij misschien wel de aanzet toe hebt gegeven, maar ik weet dat echt niet meer. “Kar, mag ik je Kees?”, bedoel ik. Ik draai alles automatisch om. Zegt iemand ‘Buiten roer’, denk ik Ruiten Boer. Vlierbessen wijn. Bierflessenwijn. Strak kontje. Kak strondje. Zon- en strandvakantie. Het vervelende was dat ik het ook met getallen ging doen, op een factureerafdeling .

    Anne nou is het toch een brief geworden. De foto is simpel, vertel ik later.

    Liefs,

    Kees

    1. Prachtige reactie. Het bijzondere is dat ik door jouw ogen mezelf zie als meisje van tien, met de paardenstaart waar ik maanden voor spaarde en die achter me aan danste, vastgestoken met vlinderspeldjes en de rode trui die mijn moeder op vier pennen voor me breide van dunne wol, bovenin een pas met gekleurde wiebertjes. Ik was het vergeten. Dierbaar!
      Ja, bij Pa de Jong en bij Broekie. Had je mond open gedaan! daarom klierde je, je was veel te slim! Dat had niemand door. Hoe kan dat?
      Heb je ook een Blog? Volgens mij heb je veel te vertellen, en leuk ook. Je idealisme erbij en die grappige woordvondsten. Kan dat gegroeid zijn uit die simpele van mij? Hoe is het mogelijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *