Op een gegeven moment is het zo erg dat Lukkie bij daglicht niet naar buiten kan of de kraaien komen als een zwarte schreeuwwolk boven hem hangen. Ze hebben door dat hij een geweldig jager is en volgen hem op zijn jacht. Zodra hij een muis te pakken heeft, maken ze duikvluchten naar zijn kop in de hoop dat hij de muis laat vallen, dan hebben zij hem.
Als ik met mijn moeder door het park wandel, sluipt Lukkie met ons mee in de hoop even van kraaien verlost te zijn, ijdele hoop.
Hij verandert van tactiek en gaat alleen nog ‘s nachts op jacht, dan slapen ze. Misschien is Lukkie dankzij de waakzaamheid van de kraaien nooit echt gaan jagen op vogels, behoudens een enkele toevalstreffer.
Gisteravond, pal voor het vallen van het duister, klinkt kraaiengekras achter het huis. Het neemt almaar toe in kracht, of mijn huis belaagd wordt, mijn tuin, of er een kadaver ligt…
Kraaien komen van alle kanten aangevlogen om te landen in de bomen achter ons huis. Waar hebben ze het op voorzien? Lukkie is nog niet hersteld van zijn ongeluk en sindsdien nog geen keer op jacht gegaan. Het is ook te licht voor zijn uur van de jacht. Ze zullen toch niet deze bomen uitzoeken om met zijn allen in te nestelen?
Daar moet een stokje voor gestoken worden.
Daar sta je dan, oog in oog met de boom, de kraaien en de geheime aantrekkingskracht, die moet er zijn.
Iets drijft hen hierheen. Ik speur de lucht af. Nergens een havik, een buizerd of adelaar.
Als niets hen drijft, wat lokt hen dan? Nergens een prooi, geen stoet muizen of ratten, geen lijk in de sloot, alleen een bruin vlekje in de onderste vork van de tweede boom van rechts. Ik haal het dichterbij…
Het is Finn, een van de twee happy hippiecats die ik onder mijn hoede heb. Hij is voor het eerst de boom in.
De hele week heeft hij het geprobeerd en nu is het gelukt in dit exemplaar met ruwe stam.
Hij heeft de koplampen op, groot licht. Daar schrikt elke kraai van, zelf lijkt hij ook geschrokken van de kraaien die alom opdoemen.
Ik weet niets beters dan hem roepen bij de naam van de dappere Fynn MacCool die elk gevaar trotseerde.
Een klaaglijk miauwtje is het resultaat en nog meer kraaiengekras.
Ik kijk Finn letterlijk en figuurlijk de boom uit.
Hij glijdt als een paling omlaag en komt aanrennen over het bruggetje, regelrecht naar mij.
Ik smelt, er blijft niets van me over.
De kraaien zijn weg of ze er nooit zijn geweest.
4 reacties
Leuk! Met allemaal woordspelingen:)
Lentegroetjes Annet
Met glimlach !!
Durven al die kraaien met z’n allen wel, tegen één poes!
Een pracht verhaal, met een goede afloop.
Zou onze kat di meemaken, mijn vrow zou het besterven.