‘Jooh, ooh, uh, ee’m kieken, met uh, met Gerrit hier.’
Gerrit is duidelijk niet van plan mij te bellen, maar ja, eenmaal A gezegd, toch ook maar Gerrit.
‘Bent u dat, oom Gerrit?’
‘Uh, joh wicht, ik bin Gerrit, maar wel bist doe dan?’
‘Ik ben de dochter van Ali, uw zus.’
‘Ach goeie, leeft ze nog?’
Dat wou ik net aan hem vragen, maar hij is zelf het levende bewijs. Gerrit is de oudste broer van mijn moeder, elk jaar kwam er een, dus hij moet 87 zijn.
‘How ist met Aaltje?’
Gronings is de oertaal, het heeft wat van Engels en wat van Duits, dat was elke vakantie duidelijk als mijn vader met zijn aktes in talen de boeren niet kon verstaan en die hem niet, dan nam mijn moeder het over met Gronings, wat overal verstaan werd, tot diep in Zwitserland.
‘Ze wordt natuurlijk wel wat ouder en wat brozer…’ kom ik met het goede nieuws.
Oom Gerrit weet genoeg.
‘Ach wicht, dat is hard werken voor die, ‘s nachts ook, dat weet ik met die ziektes, want ik heb voor mijn vrouw gezorgd, maar die is nou dood en ik woon nog steeds thuis, ik kijk ‘s nachts naar de sterren met mijn sterrenkijker en ik geef er ook lezingen van en overdag maak ik alles piekfijn schoon en ik kook ook nog steeds.’
Dat is het mooie van de ouderdom, alle onbenullige details die ik graag uit spin, doen er niet meer toe, het leven past in een zin, de zin van het leven: iets leuks doen, poetsen en eten. Ik heb het nog niet gedacht of Gerrit treedt in detail.
‘Waist wicht, ik heb ook niet elke dag zin om voor mezelf te koken, dus dan koop ik het kant-en-klaar. Maar dat betekent wel dat ik elke dag naar een ander moet, want ze hebben allemaal één smaak en die stoppen ze overal in, of je nou nassie koopt of boerenkool met worst. Dan doen ze d’r bijvoorbeeld peper in en kerrie en dat hoort er niet in. Dan proef je geen boerenkool en geen nassie maar peper en kerrie.’
Ik verplaats me in zijn leven en beleven.
‘Gaat u naar een winkel of naar de Chinees?’
‘Ik ga NIET naar de Chinees, want die brouwen helemaal NIKS van de nassie. Het heet nassie goring, dat betekent opgebakken. Daar wordt het geel van. Bij die Chinezen is het ook geel, maar dat komt van de kurkuma, zij bakken het niet, ze plakken het.’
Ik ga erbij zitten. Oom Gerrit zit al.
‘Ik ben in Indie geweest en dan ging ik in de keuken zitten van zo’n jongen die de kok was en daar heb ik de kunst afgekeken en die jongen maakte elke dag nassie goring. Dat kun jij ook, wicht, het is heel eenvoudig als je weet hoe het moet.
Je kookt de rijst en die bewaar je voor de volgende dag, want dan bak je hem, want het is naasie goring en dat betekent gebakken. Je begint met de groente, niet uit een zak, daar zitten wortels bij, of paddenstoelen of ander spul dat er niet in hoort. Je pakt 1 prei en 1 stukje witte kool, niet die hele kool, zulke mensen heb je ook, maar dat is geen nassie goring. Die kool snijd je heel fijn en die prei iets minder fijn, uitje kan erbij, niet teveel en dat bak je in wat olie. Je mag een zakje conimex kopen, dat is wel goed hoor wicht. Dat week je even en doe je erbij. Je bakt een kip op zacht vuur en dat mag ook wel filet zijn, want die botten daar stik je in, maar geen plakjes ham, dat doen ze ook en dat is gerookt en dan krijg je een rooksmaak en dat is geen nassie goring. Als je dat goed klaar hebt, doe je de rijst van de vorige dag erbij en dat bak je en dat wordt het geel en dan is het klaar. Niet teveel peper erin hoor, dan proef je de peper en je wou nassie goring! Doen hoor wicht, en niet naar die Chinees.’
Ben ik zomaar met de broer van mijn moeder in gesprek, terwijl ik mijn moeder al heel lang niet meer met woorden kan spreken. Daar ben ik zo opgewonden van als de discipelen van Jezus bij de opstanding. Oom Gerrit is een onverwachte link naar mijn moeder en die wil ik even vasthouden.
wordt vervolgd
24 reacties
Die ome Gerrit… hij lijkt me niet de makkelijkste. Weer met veel plezier gelezen, Anne.
Ha Conny, hij heeft in elk geval wel zo zijn onomstotelijke gedachten over eten en hoe het smaken moet en toebereid, hij is er wel 87 mee geworden, verstand op een rijtje, nooit ziek en nog steeds onafhankelijk…
Je zou bijna eens zijn nasi gaan proberen: nasi a l’ome Gerrit. Dankje voor dit smakelijke stuk weer, in elk opzicht (en hem natuurlijk ook bedankt).
Als ik hem weer aan de lijn heb, zal ik hem bedanken namens jou, Lien. Ik was zelf ook al van plan het eens op zijn manier te doen, in elk geval de rijst vooraf koken en dan bakken 😉
Een echte klassieker van een man met echte smaken.
klassiek en nooit ziek 🙂
Ook geen reepjes omelet?
als je het mij vraagt wel, Attila
bedank ome Gerrit dan ook maar van mij want ik vind dit weer een geweldig verhaal en ik hou van zulke oude mannen van stavast en dat recept, geweldig.ik hoop dat hij jou veel van zijn zus kan vertellen.ik heb niemand meer om vragen aan te stellen en ben versteld van alles wat ik heb laten liggen en dat nu boven komt drijven.had ik maar…. jij kan het nog, wat een geluk
ach Athy, dat is spijtig…
en ik heb inderdaad geluk… het aparte is om hetzelfde wat ik ooit van mijn moeder hoorde, nu van hem te horen – vanuit nieuw gezichtspunt, waarbij ik mijn moeder nu eens niet zie vanuit haar ‘ik’, en door haar ogen, maar vanuit haar omgeving, en erbij kado krijg hoe zij toen gezien werd. Dat is spannend in al zijn lange draden 😉
Je schrijft onderhoudend al had het wat mij betreft wel wat korter gekund.
Hoewel, eigenlijk schrijft ome Gerrit het stuk, want hij is bijna continu
aan het woord. En hij zegt heel zinnige dingen over nasi. Je eindzin
vind ik wel wat over de top: ‘Daar ben ik zo opgewonden van als de discipelen van Jezus bij de opstanding.’
Maar dat je een positieve opdonder kreeg van ome Gerrit, dat is glashelder overgekomen.
Groet van Abel
Wat leuk Abel, om jou hier te treffen.
Dat is echt een statement, dat het wat jou betreft korter had gekund, haha, als iemand het kort kan zeggen, ben jij het!
Voor de liefhebber van zeer kort: druk even op Abels naam en je komt bij zijn juweeltjes, vaak haiku’s.
Ome Gerrit daarentegen is werkelijk continu aan het woord…. en ome Bertus ook, het is eigenlijk een familiekwaal 😉
En over de top is het ook.
Abel, ik zet hier even een korte van jou die alles zegt, met dank!
alles beweegt
ik zie sterretjes knipperend
naar schiphol gaan
Lang of kort, over de top of onder ons, voor mij zijn je korte stukjes genieten. Als een klein briesje door een stoffige dag…. of anders gezegd, als “echte nassie” tussen opgebakken kliekjes!
groetjes Susan
wat heerlijk om te ontvangen, dankjewel Susan 🙂
Heeft hij nog meer recepten :-)?
O Johan dat is een hele goeie vraag! Morgen nog een, en dan hebben we er wel genoeg….
Gerrit was soldaat in Indie, hij was chauffeur. Hij werd door zijn Friese maten dutnait genoemd.
Thijs! Dat is leuk zeg, jou hier te vinden, mijn neef! En Thijs, nou je het zegt, weet ik het weer, Aal heeft het me ook ooit verteld….het was diep gezakt, mijn hele verleden staat op 😉
Oh lieve Anne, lieve nicht. Wat toch heerlijk dat we elkaar weer getroffen hebben. Wat toch fijn om deze familiaire beslommeringen en avonturen te lezen. Je bent een schat en we moeten elkaar maar eens weer ontmoeten.
What’s in a name, volgens mij is Anne gegeven aan de enthousiastelingen – in dit geval mijn neef – erg leuk jou hier te vinden, Anne – ik heb jouw blog ook net ontdekt, en je enorme visvangsten (meervallen) met ongeloof bekeken, en dat waren nog maar fotoos en filmpjes.
Tot plotseling!
fijn om zo een praatgrage oom te vinden!
Ha Barbara, ik zie je nu pas en dat is waar, van een praatgrage oom hoor je nog eens wat.
Lieve Anne,
weer prachtig om te lezen, Vooral de voorlaatste zin is geweldig.
Kees, bedoel jij nou die zin die Abel over de top vond?
Jij bent ook net zo’n opgewonden standje als ik…
Zo zie je maar… 😉