Er is iets met mijn moeders oor. Bij de tiende keer ‘wat zeg je?’ dringt het tot me door. Onze huisarts heeft diezelfde middag plaats.
,,Om vier uur kijkt de dokter of er iets in je oor zit.’’
Onbewogen kijkt ze me aan. Hoort ze me niet? Ik wil mijn eigen woorden niet de hele tijd herhalen.
,,Hij is aardig.’’
Haar reactie liegt er niet om. ,,Dat maak ik zelf wel uit.’’
Ook dokter moet ergens doorheen. Tijdens haar siësta belt hij op, hij is verhinderd omdat hij een vergadering heeft. Ik laat weten dat zij Parkinson heeft.
,,Kom dan toch maar langs, het is mijn fout.’’
Die middag schuifelt mijn moeder het praktijkgebouw in. Ze neemt de vreemde wachtkamer afwachtend op.
,,Mooi licht. Mijn eigen dokter zit in een benauwd kamertje. Waarom heet het Artaban?’’
Leg dat eens uit aan iemand zonder bijbelverleden.
,,Artaban wilde Jezus opzoeken, maar onderweg kwam hij een zieke tegen. Die ging hij eerst helpen. Vervolgens kwam hij steeds nieuwe zieken tegen en die gingen telkens voor Jezus.’’
Ik wil Jezus niet vergelijken met een vergadering maar toch heeft onze dokter iets van Artaban. Op hetzelfde moment komt hij de wachtkamer in en wenkt ons naar zijn spreekkamer, een sfeervolle ruimte met veel hout. Als hij achter zijn bureau zit en zij op een comfortabele stoel, wacht hij tot ze hem aankijkt. Dan vraagt hij wat eraan scheelt. Hij vraagt niet naar haar levensloop, hoewel antroposofische artsen de biografie altijd betrekken in het ziektebeeld. Tot mijn verbazing doet mijn moeder ongevraagd en ongeweten haar levensloop uit de doeken, bijna onhoorbaar, maar dokter kan liplezen. Als ze klaar is, wordt hij praktisch.
,,Zal ik eens in uw oren kijken?’’
Ze knikt weifelend, niet overtuigd van zijn medische kwaliteiten.
,,U hebt smalle gehooringangen.’’
Verrast stemt ze in. ,,Dat klopt.’’
Dokter wint terrein.
,,Ik zie iets en dat wil ik proberen eruit te spuiten.’’
Onder haar kritische blik pakt hij handdoek, lekbakje en oorspuit. Ik mag het lekbakje vasthouden, hij spuit water in haar oor. Het stroomt glashelder terug.
,,Ik probeer het nog eens.’’
Dokter is een volhouder, patiënt een doorzetter: ,,Toe maar!’’
Na tien keer komt de prop eruit.
,,Ik hoor weer!’’
Haar spontane blijdschap raakt hem.
,,Dat geeft moed voor het andere oor.’’
Na twaalf keer komt de prop eruit.
,,Kijk!’’ Dokter klinkt onverwacht enthousiast.
,,Goed zo!’’ Patiënt klinkt onverwacht helder.
Ze hoort het zelf. ,,Mijn stem is beter.’’
Ze kijkt vorsend naar de dokter die haar gehoor teruggegeven heeft.
,,U moest er wel veel voor doen.’’
Onder de barmhartige omablik ondergaat mijn wijze dokter een gedaanteverandering. Hij jongleert de oorspuit of het een waterpistool is.
,,Oren uitspuiten is leuk, dan voel ik me weer een kwajongen.’’
Zij wordt er openhartig van.
,,Mijn dokter heeft vaak glazen water in mijn oor gegooid. Dat hielp niet.’’
Na een uur consult kijken ze elkaar aan en schudden elkaars hand alsof ze een jarenlange vertrouwensband hebben. Thuis vat ze haar nieuwe dokter samen: ,,Hij heeft oor voor mij.’’
8 reacties
Wat een leuk stukje, ik moest er om lachen omdat ik het hele gebeuren als een film voor me zie.
8 jaar later toch nog even een reactie, Kees: dat is jouw beeldend vermogen en humor!
Het is zo belangrijk om gehoord te worden! Fijn dat het zo klikte.
Dat is het, Marjan. Dank voor je fijne woorden!
Wat een geweldig verhaal, Anne! Patiënt en dokter hadden duidelijk een ‘klik’.
En die klik is gebleven, Ellie. Mijn moeder begon al te glimlachen als ze zijn autootje zag, een witte met felblauwe streep over neus en dak ~ echt iets voor haar, ze herkende het gelijk.
Hallo Anne,
Prachtig geschreven en zo herkenbaar. Mijn moeder is nu 94.
Een hele fijne (schrijf)dag.
Groetjes,
Petra
Ha Petra, 94…! Bijzonder hè om mee te maken hoe je moeder hetzelfde blijft en toch verandert en dat je dat mee mag maken. Dank voor je lieve woorden!