Auteur & kunstenaar

Het hart van de Betuwe

Met een blik dat hij er helemaal niets van begrijpt, kijkt Arnold vanuit de auto wat er rond de deur van John van Buren gebeurt.  Ik hoor voetstappen en daar gaat de deur open. Een mij onbekende vrouw met krullen kijkt naar de haar onbekende vrouw met piekhaar.
Ik val met de deur in huis. ,,Is John thuis?”
Zij laat mij niet vallen en John ook niet. ,,John is aan het componeren en dan ontvangt hij niemand.”
Vroeger, toen ik een klein meisje was, zou ik afdruipen of tussen haar benen naar binnen glippen, al naargelang droom en vrees de overhand hadden. Nu sta ik met beide benen op de drempel van verleden en daar laat ik mij niet zonder slag of stoot vanaf duwen. Dat ziet zij. Voor ik op stoom ben, vraagt zij of ik/wij van ver komen. Mijn rugdekking is haar niet ontgaan. Na een korte blik naar binnen gaat ze het huis in om John te raadplegen wat hij met die twee dolenden wil. John wil ons horen, zien en ruiken, misschien zelfs voelen, hij mag die avond een uitvoering hebben, de muziek kan wachten.
,,Ben jij de dochter van Ali?” vraagt zij. En dan is onze onverwachte verschijning ook een vrouwending. Ze vertelt dat Rijntje, de moeder van John 92 is, onlangs gevallen, maar springlevend en dat ze elke dag denkt aan mijn moeder, haar liefste vriendin. Ik zie mijn volgende project alweer: hoe krijg ik de twee besjes die geen afstand kunnen overbruggen bij elkaar. In deze gedachten verzonken merk ik niet dat de deur voor mijn neus dichtgaat en ben verbaasd als zij vanaf de hoek mij roept en Arnold wijst waar hij parkeren kan. Via de achteringang worden we het hart van de Betuwe in geleid.
Daar staat John, hetzelfde kleine opdondertje, dezelfde twinkelogen, kleine handen, aanstekelijk lach. De magneet werkt zo sterk dat ik hem hugh, wat nieuw is in onze relatie. John lacht. Arnold komt ertussen met schuddende hand. In het oog van de orkaan, in de luttele seconde van stilte voor de storm, zien we een ouderwets gezellige keuken met grote tafel waar het dageijks leven op ligt uitgespreid, kopjes, papieren, sleutels, ik geloof zelfs bloemen en boeken en rekeningen. Wij gaan zitten, John blijft staan naast een hypermoderne koffiemachine en tapt zichzelf de sterkste koffie waartoe het apparaat in staat is, terwijl Valerie ons van flesjes sprankelwater voorziet.
,,Herken je mij?” vraagt Arnold.
John knikt wazig. ,,Ja, natuurlijk.” En dan gebeurt het en zie ik waarom ik vanaf dag 1 dat ik hem zag, toen ik 6 was, mijn blik niet meer van hem kon afhouden. Hij ankert zich aan zijn roestvrijstalen kern en zakt in zichzelf zoals ik zelden een ander zag doen. Voor de argeloze toeschouwer lijkt het dat hij nu met zijn armen rondmaait, in werkelijkheid dirigeert hij de compositie van zijn totale leven.
,,Neem me niet kwalijk, dit is onverwacht, ik begrijp er nog helemaal niks van.” Hij beschouwt Arnold. ,,Wie ben jij nou eigenlijk?”
,,Arnold Sandhaus.”
,,Ben jij Arnold? Sandhaus?” Een oogwenk staat hij tussen de werelden, het licht gaat aan, zijn wangen laten het door als een lampekap. ,,Arnold! Wat leuk! Ik weet niets meer van mijn verleden, alles is weg, maar jij bent er nog, Arnold Sandhaus.”
Het is jammer dat ik geen opnameapparatuur bij me heb, deze ene zin bevat alle toonsoorten en modulaties die bestaan.
,,Arnold, ik heb jou nog wel eens gezocht, maar ik kon je niet vinden. Wat doe je nou, man? Weet je dat je de enige bent die ik me nog herinner?”
De humor, de lach, ontroering vult de keuken, we zijn beland in de vierde dimensie, waarvoor geen woorden bestaan. Dan roept iets Valerie en Arnold naar buiten. Voor het eerst ben ik met John alleen. Onze ogen lezen alles wat we wel en niet samen hebben meegemaakt.
,,Ik ben een gelukkig man met Valerie, ” zegt John. ,,Hiervoor had ik twee andere vrouwen, knappe, mooie, lieve, goede vrouwen, maar niet voor mij. Voor mij waren het dompteurs.”
,,Mijn leven in een notendop,” zeg ik.
Valerie, Arnold, Rijntje, ze komen allemaal de keuken in. De storm barst los met verhalen over toen en nu, optredens en concerten, uitgevers en boeken en alles vloeit samen in uitbundig gelach. Mijn hart loopt over.

Als we uren later richting Stedelijk Gymnasium rijden vat Arnold het samen. ,,Hij dacht vast dat wij een stel waren. Ineens wist hij het, je zag het licht aangaan.”
Hij stopt voor een bloemenwinkel. Jeetje, komt er nu een boeket voor het boek dat maar niet uitgegeven en besproken wordt?
,,Even een bloemetje kopen. Dan zetten we dat op het graf van Joop Andernach.”
Ach. Joop zat bij mij in de klas en met Arnold en John in een band. Hij stierf rond zijn 30ste aan een geheimzinnige longziekte. Wij bezoeken de doden. Arnold met tuinschaar in de hand, ik met een pot narcissen.
,,Daar is het graf van mijn ouders.”
Hij heeft er een rozenstruik gepoot. De vorst heeft hem geen goed gedaan. Arnold is er op voorbereid en begint de dode topjes eruit te knippen. Dieper doet pijn. Hij overhandigt mij de schaar. Ik ga tot het bot, waar het leven schuilt. Hij raapt de doorntakken en ruimt ze op, zijn handen onder de bloedschrammen. Hij pakt de pot narcissen en loopt ermee naar een kraan. Druipend gaan we naar de grafsteen van Joop. Hij zet het bakje er bovenop. Er stromen twee natte sporen uit, zijdelings langs de A.
De oneindige dag gaat door. Honger knaagt. De tijd heeft niet stilgestaan. Het is na vieren.
,,Wil je een boterham, Arnold?”
,,Niet in de auto, laten we ergens picknicken, ik weet hier in de buurt heel veel leuke plekjes en ik heb een fles Apfelschorle achterin.”

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

9 reacties

  1. Wat is dat toch met jouw
    schrijfsels..
    Ik ken niemand maar het voelt anders, want het ontroert.
    Ik wil je boek graag bestellen kan het nog?
    Blijf a.j.b. schrijven

    1. Hier word ik nou echt blij van, maar dan ook echt!
      Natuurlijk kun je het boek nog bestellen, de aanstaande uitgever weet niet wat hem overkomt met al die bestellingen vooraf erbij.

  2. En ik begrijp nu ook iets waardoor ik een verkeerde mening had. Ik kom daar later op terug, te druk met werk. Hartstikke goed Anne.

  3. mooi verhaal, fijn om te lezen en…. hij ankert zich aan zijn roestvrijstalen kern en zakt in zichzelf zoals ik zelden een ander zag doen…. mooi !

  4. Tja John, ik zie ‘m een enkele keer op TV Gelderland. Zijn haren verdwenen, zijn lach gebleven.
    Een paar jaar geleden zocht ik Reintje op. Ze was net terug van de dokter waar ze op de fiets heen was geweest! Zonder me te herkennen liet ze me binnen (nooit meer doen hoor!, heb ik ‘r op t hart gedrukt). Pas binnen was het “ach zijde gij Marco?” Op 3 oktober 19 lang geleden stond ze ‘s morgens al vroeg met excuus op de stoep. Nog voor ik naar school ging. Ze was mijn verjaardag vergeten, de dag ervoor…

  5. Nu moet ik het ook kwijt door het verhaaltje van Marco. John’s moeder was altijd bij de optredens van The Dream, dus heel veel mensen kenden haar ook. Ze was zo trots op John. En terecht. Zijn muziek fascineerde mij. Pas recent ben ik er achter gekomen hoe een bijzonder mooi geluid op een langspeelplaat werd gemaakt. Het was veel simpeler dan ik dacht. Op een Hammond één register open zetten, de Lesly snel laten draaien en één toon aanhouden. Niks echo apparatuur of computers. Een virtuoos is het. Maar nu waar het om gaat. Jojn was wel eens ziek thuis. Ik bracht dan een flesje schoolmelk, dat de hele dag bij de verwarming had gestaan op school bij John thuis. Elke keer weer kreeg ik zo’n hartelijke ontvangst van zijn moeder, dat ik er verlegen van werd. Plus een volle zak snoep. En dan moet je bedenken dat ik thuis uit school vier tumtummetjes mocht uitzoeken van mijn moeder. Maar wat ik me achteraf nog het meest afvraag is of die melk nou gelijk door de gootsteen ging. Waarschijnlijk heeft John in ieder geval een afkeer van melk gekregen! Kortom een zorgzame lieve vrouw. En het sappige Tiels, ik vind het nog steeds speciaal.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *