Als je op de bodem zit, vol verdriet en niet weet hoe je van jezelf kunt houden, zoek dan een paard en leg contact. Ik wil niet dood, heb geen verdriet, zit propvol passie, maar ik sta wel in een blubberbak met een paard dat ik voor het eerst zie, een groot paard, meer dan manshoog. Buiten de bak staat Sijtje Jansen, mijn vriendin met passie voor paarden en mensen. Zij is paardencoach, ik proefkonijn. Wat ik niet zelf ervaren heb, geloof ik niet. Iedereen ziet tegenwoordig engelen, geesten, aura’s en chakra’s, behalve ik. Vandaar.
‘Ik gooi je in het diepe.’
Dat zei ze tien minuten geleden al bij de stal. Van de voorpret stond mijn blaas op knappen. Zo kan je geen paard ontmoeten. Geen hond. Geen mens. Je moet leeg zijn. Sijtje doet de staldeur open met een roestige sleutel en kijkt me aan met die blik, kenmerkend voor natuurmensen, jij weet niet wat zij zien dat jij niet ziet.
‘Kies er maar een, papiertje in de vuilnisbak.’
Het moet in een stal! Sijtje verdwijnt achter een groot paard. Ik sta voor een klemmende deur. Ik wil niet gelijk om hulp roepen. Ik ram tegen de deur en val met een smak door het gat in een dikke laag stro vol paardenpis. Als ik mijn portie erbij voeg, voel ik iets dat ik hartstochtelijk mis bij vlagen, mijn stinkend eigen wijze instinctieve natuur.
Buiten staat Sijtje met Melchior, haar koninklijk paard. Aan een touw leidt ze hem naar de paardenbak verderop. Het ontgaat mij volkomen hoe Melchior ineens zijn halster af heeft en ik naast hem in de bak sta, terwijl Sijtje erbuiten staat.
‘Probeer het paard jou te laten volgen.’
Nog dieper. Hoe krijg ik het paard achter me aan? Een onbekend paard dat totaal niet geinteresseerd is in onbekend mens. Hij eet gras. In de verste uithoek. Waarom heeft Sijtje hem niet eerst eten gegeven? Hoe krijg ik een hongerig paard zo gek dat hij mij liever heeft dan gras? Ik kom in beweging. Goed voorbeeld doet volgen. Daar loop ik dan kriskras door de blubber op mijn rooie laarzen. Het paard eet. Gras.
‘Maak het interessanter,’ spoort paardencoach proefkonijn aan.
Wrijf het er maar in. Daar stapvoets niet werkt, probeer ik achtereenvolgens galop, draf en steigeren. Het paard eet onverstoorbaar door in zijn uithoek. Hijgend blijf ik in de blubber steken. Het paard eet gras. Sijtje roept me.
‘Wat gebeurt er vanbinnen?’
‘Hij verteert zijn gras.’
‘Bij jou bedoel ik.’
‘Bij mij?’
‘Hoe voel je je?’
Ja, hoe voel je je in een kouwe blubberbak met een paard dat gras eet?
‘Zoiets als Don Quichot de la Mancha. Wat moet een hongerig paard met een dolende dwaas in de blubber waar hij achteraan moet sjokken.’
Sijtje scant me. Daar sta ik op mijn rooie laarzen, mijn petje, mijn jekkie en broekie. Ze glimlacht.
,,Hij reageert wel op je, Anne, hij eet gras.’’
Wrijf het er maar in. Melchior vindt gras interessanter dan mij. Daarom heet dat mannenblad natuurlijk ook Gras. Een man heeft liever Gras dan een vrouw die wat van hem wil.
‘Vind je jezelf wel belangrijk genoeg?’ Ik steiger. ‘Het is geen geen wedstrijd. Ik wil contact op gelijke voet, daarvoor ben ik gekomen. Niet om hem mijn belangrijkheid te demonstreren. Ik wil contact van hart tot hart met hem, van ziel tot ziel.’
Op dat moment heft Melchior zijn hoofd, draait zich om en komt naar me toe. Ik sta aan de grond gekleefd met kippenvel, konijnenoren, hondenogen en kattensnor. Het paard blijft pal voor me staan. Kijkt glanzend in mijn ogen. Mijn hart springt open. Hij heeft de roep van mijn ziel gehoord. Ik smelt en begin zachtjes te lopen. Het paard volgt me op de voet. Mijn hart bonst van geluk. Volgt hij me werkelijk? Ik maak een scherpe S-bocht, het paard volgt feilloos. Zonder teugel, zonder duwen, zonder trekken. Precies op dat moment komt de zon er ook nog bij. Onze schaduw loopt messcherp door de modder, een klein vrouwtje met een machtig paard. Tranen knallen uit mijn kop, tranen waarvan ik niet wist dat ze in me zaten. Ik loop bochten, cirkels en zigzaggende lijnen, Melchior als een brok immense liefde in mijn rug. We lopen tot we bij Sijtje terug zijn. Als ik haar aankijk, zie ik natte ogen.
http://www.paardenessentie.nl/
Sijtje en Melchior
12 reacties
Wat een prachtig verhaal en avontuur weer, Anne!
Aanstekelijk, prachig be- en geschreven….een tien! 🙂
wat was dat een geweldige belevenis……. en herkenning, roepen met je ziel is heel wat anders dan roepen met je lijf. Wat fijn dat je dat “aan den lijve” 😉 hebt mogen ervaren. Ik zeg graag: dat is er een voor in het doosje. Ja goed gedacht, het doosje vol herinneringen in je hoofd, beter dan het mooste fotoalbum of de mooiste film, want je ziel weet altijd wanneer het tijd is om het doosje even open te maken en je een herinnering of een geur of een andere trigger te laten ervaren. Dat helpt je vaak verder. Je ziel weet. En je ziel zegt. Maar je ziel is beleefd en zwijgt als anderen praten.
Goh, wat een genieten.
Ik heb alweer kippenvel als ik jullie lees….. mmmmm
Op dat moment heft Melchior zijn hoofd,
“Breek me de Paardenbek niet open.. Melchior.. ? Er is toch ook een Meneer – Familie Melchior uit Limburg die ernstig in de Paarden zit? Coïncidence??
Verder heel herkenbaar verhaal.. Als je in je zelf staat komt iederéén op je af..
Ook een Paard.. Dus pas maar op, als je dit bereikt hebt , wie er dan nog allemaal
op je af komt.. Don’t you worry, ik blijf hier.. Groet Joshua
Ha Joshua – wat houd ik toch van jouw humor en taalgevoel – altijd bij de tijd! Daar had ik nog niet bij stilgestaan – alles wat nu achter me aan komt…misschien wel een uitgever, ik kijk stiekempjes over mijn schouder – dus kom – Als jij maar blijft schrijven Joshua!
Ik was altijd heel bang voor paarden. Als kind zag ik hoe een molenaar een trap kreeg van een paard. De ijselijke gil zal ik nooit meer vergeten. “Nooit achter een paard gaan staan”, zei mijn vader. Ik deed dat nooit totdat mijn kinderen gingen paardrijden. Doodsangsten stond ik uit als die kleintjes achter een paard langs liepen. Het wende langzaam en ik begon van de paarden te houden. Hooghoudt, een zware knol had speciale belangstelling voor mij! Ik voelde me vereerd. Het klinkt raar, maar ik werd verliefd op dat paard. Ik ben groot en hij was groot. Ik ging voor hem staan en sloeg mijn arm om zijn hals, dan legde ik mijn hoofd tegen zijn hoofd of lange nek en genoot. Mijn dochter heeft twee paarden en ik ben niet meer bang. Alleen nog maar voor grote snelle spinnen. Dan hoor ik de kreten van mijn moeder weer.
Anne, ik heb zo iets wat jij meemaakte nog nooit gehoord. Je bent best wel vaak proefkonijn toch?
Ha Kees,
Wat fantastisch dat jouw angst in haar tegendeel verkeerd is – dat je verliefd werd op een paard! Goed gezegd, zo voelt het. En ook heel bijzonder dat jouw dochter twee paarden heeft. Sijtje ziet ook heel veel aan communicatie tussen paarden onderling – voortdurend gebeurt er iets, vooral in een grotere groep.
Heej jaaah, goed opgemerkt, mensen vragen mij werkelijk vaker als proefkonijn – en tot nog toe was het altijd heel erg leuk.
En Kees, met jouw verhaal over de molenaar en de rest maak je wel 100 verhalen bij me los…! Dank en groet.
Je verhaal raakt me in mijn hart, dat uit zich in tranen van ontroering. Hans
Alsof je in mijn huid bent gekropen… Het moment om een paard te ontmoeten, Hans. Laat je het weten als het zover is?
Met plezier gelezen. Ik ben ooit eens gevraagd of ik interesse had ook paard te rijden bij een paardrijclub voor gehandicapten in Rotterdam. Heb het niet gedaan. Wel jammer.
Zeker jammer, Johan. Maar het is nooit te laat. Misschien is dit het moment! Heb je wel eens van natuurlijk paardrijden gehoord? Daarbij gaat het om contact maken met het paard, vaak zonder zadel. Hierbij leg je je wil niet op aan het paard, maar kruip je in de huid van het paard, dwz je maakt gebruik van de taal van paarden, en die is te leren en erg boeiend! Je denkt misschien dat je dat nooit zal kunnen, maar het is te proberen. Of zoek spontaan een paard op en probeer contact te maken zonder dat iemand het hoeft te weten! En dan zie je wel wat ervan komt.