Auteur & kunstenaar

Mijn moeder

Denkend aan mijn toekomst, denk ik aan mijn moeder. Hoelang leeft ze nog? Ik gun haar en mezelf dat ze rustig in haar slaap overlijdt. Een poosje geleden dacht ik dat ze dood was. Ze lag zo stil, ik zag geen ademhaling. Ze voelde koud. Ik nam haar slappe, koude hand in de mijne. Ik voelde vrede met haar dood.
Plotseling kwam er een lichte beweging in haar hand. Een kneepje, nog een kneepje, drie kneepjes, als morse in mijn hand. Ik was verrast dat ze terug kwam in het leven. En blij.
Tegelijkertijd voelde ik het griezelige gegeven dat mijn huis haar laatste plek is. Dat ze hier pas weggaat, als ze dood is. Of als ik het niet volhoud. Maar ik houd het vol. Of als ik mijn eigen leven wil leiden. Maar wat is mijn eigen leven? Zij is mijn eigen leven.
Door haar ontdek ik dat het geen verschil maakt waar je energie, liefde en toewijding aan geeft.

Door haar voortdurende aanwezigheid de afgelopen jaren werd ik in het diepe gegooid van de onvermijdelijkheid, zoals ziekte dat doet, en oorlog.
Haar hulpeloosheid, haar woede, haar gevecht met zichzelf, haar wanen, haar onwillig lichaam, haar verdriet en haar gemis riepen het diepste in mij tevoorschijn, fysiek, psychisch en sociaal.
Op een dag begon ik de roman te schrijven die me al langer voor de geest zweefde, maar waarvoor ik de rust en de diepgang miste. Door te schrijven in de enorme ruimte die een roman biedt, kon ik indalen in het onbekende en steeds dichter bij mijzelf komen.
Mijn moeder die niets meer kan, is mijn leerschool in liefde en tegenwoordigheid van geest. Als je even niet oplet, steekt ze iets in haar oog of dondert op de grond. Toen ik nog bijna de hele tijd aan haar gekluisterd zat, moest ik een keer de deur openen en lette even niet op. Ze gilde. Ze had me achterna willen lopen, was gevallen en had haar heup gebroken. In het ziekenhuis schreeuwde ze elke nacht om mij, elke nacht fietste ik in de pyjama naar het ziekenhuis om haar gerust te stellen.

Het is een onbekend pad dat ik met haar bewandel. Het is of ik hierbij geholpen word.
Menigeen zal denken dat ik het nu over engelen heb. Dat is niet zo.
Als kind wilde ik niets liever dan kabouters zien en ik was verrukt toen een katholiek vriendinnetje met geelgroene zweren op haar arm me vertelde van God en de engelen. Ik rende naar huis om mijn vader die alles zag en alles wist het grote nieuws te vertellen.
‘Papa! Er zijn hier onzichtbare engelen!’
‘Engelen bestaan niet en God ook niet, dat is bedacht, opium voor het volk.’
Ik was een jaar of zes, we woonden nog op de Binnenweg in Tiel, in het huis van dokter Krijger, een kast van een huis waar ik innig gelukkig was. Ik hoorde mijn vader en dacht ‘ach, hij wil niet weten dat engelen bestaan.’
Ik besloot het met hem nooit meer te hebben over engelen of kabouters. Voor de engelen moest ik bij mijn zwerende vriendin zijn. Stiekem ging ik met haar naar de Zondagsschool, die me verschrikkelijk tegenviel. Het was er groot en kaal en leek in niets op de plek waar ik engelen verwachtte. Uren heb ik gestaard naar een beeld van Maria, of ze bewegen zou of huilen. Dat deed ze niet. De plaatjes die ik kreeg, maakten alles goed. In het geheim bekeek ik op mijn kamertje Maria en Jezus en de engelen. Vooral de vleugels hadden mijn onverdeelde aandacht. Soms zakte ik weg in zo’n plaatje, dan was ik in de ongrijpbare wereld van de afbeelding en schrok wakker van mijn moeders stem onderaan de trap dat we gingen eten. Ik verstopte de geheime plaatjes achter het kastdeurtje van de opbergkast op mijn kamer, onder de onderste plank waarvan ik twee spijkertjes had losgetrokken. Nooit heeft iemand dit geheim ontdekt.

Los van de vraag of engelen bestaan, weet ik wie mij helpt.
Zij is het, mijn moeder, haar hart, haar ziel, haar energie. Zij. Helemaal zij. Zij laat mij voelen en ervaren wat niets of niemand anders had gekund en wat zonder haar in mijn dode hoek gebleven was. Zij zwijgt met haar mond, maar spreekt tot het diepste puntje in mijn hart.

Dit brengt mij bij de schaduwen op de wand van de grot van Plato. Er zitten mensen in een grot, hun rug naar de opening. Ze kijken naar de achterwand en zien schaduwen voorbij trekken. Dit is een prachtig beeld dat opgaat voor veel situaties in het leven waarbij we worden vastgezogen door de schaduw. Schaduwen kunnen ogen vastzuigen, maar ze kunnen ook vragen oproepen. Waardoor wordt de schaduw veroorzaakt? Om dat te zien, moet je je 180 graden omdraaien.
Mijn moeder heeft mij omgedraaid.

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

23 reacties

  1. zo liefdevol mooi, zoals jij je gevoel over je moeder verwoorden kan…….jprachtig zoals je over haar denkt…zij is mijn leerschool…..en jij bent de engel voor haar….zonder dat je beseft….ik doe mijn gevoel maar uiten…..zo ik voel …..meer dan mijn denken ;)….pffff

  2. De grot was je wereld, totdat je ontdekte dat er meer was. En toen begon het grote schrijven… Je moeder was de sleutel en zij was je geleider. Nou wordt langzaam deze wereld omgedraaid. Jij neemt haar hand en begeleidt haar op het pad dat komen gaat. In Liefde en Licht. Namaste.

  3. Je gekoesterd voelen bestaat ook over de grenzen van de dood heen. Jij neemt afscheid van je moeder, ik nam al 2 maal afscheid van mijn kind, zo verschillend dacht ik, zo gelijk ervaar ik nu. Ik voel erg met je mee…

  4. Anne…….zo intens geroerd, zo herkenbaar jouw verhaal,
    Jouw “niet bestaande engel” bestaat echt, in de persoon van je moeder.
    Toen mijn moeder overleden was heb ik dat intens ervaren, soms voel ik haar hand zachtjes in mijn nek, leidt ze me de kant op die ik wil maar niet durf.

    En jij…..schrijft of alles wat je doet heel gewoon is…..zo heb ik het ook altijd ervaren………later merk je dat wat je mag doen heel bijzonder is…..hoeveel energie het soms ook van je vraagt.

    xxx

  5. Om helemaal stil van te worden, Anne …

    Jouw moeder heeft jou be-zield. Wat een groot geschenk, maar wat een nog groter geschenk voor ons dat jij dat kunt doorgeven, dat jij kunt beschrijven hoe zij jou bezielde …

    Dank je wel, Anne, voor je prachtige woorden. Mijn ziel laaft zich er aan.
    x

  6. Lieve Anne, de navelstreng werd doorgeknipt na je geboorte, de stoffelijke dan, maar de verbinding blijft hopelijk ook na de onvermijdelijke dood, de stoffelijke dood, ik heb niet zo’n verbinding dus ik weet niet of het bestaat maar ik hoop het voor jou! dikke zachte liefs voor jou en Aal xx

  7. Als ik duizend jaar kon worden, deed ik het. Of nog langer, dan ging ik ervoor. Vorig jaar werden mijn vrouw en ik geconfronteerd met haar borstkanker. Operatie, chemo’s, bestralingen… Nu een jaar later vind er weer stap voor stap herstel plaats. Het fragiele karakter van het leven was confronterend, we hadden God verbijsterd in Diens ogen gekeken: Ons leven eindig? Een zachte dood? God, wat zal ik vechten om het leven te behouden.

    Spaar me je bloemen,
    waag het niet in rouw,
    mijn naam te noemen,
    alsof men mij vergeten zou…

    Ik zal nooit gaan
    ik zal nimmer sterven
    voor hen, in hun waan,
    mijn nagedachtenis te erven.

    Nee, spaar me je rouw,
    spaar me je bloemen,
    wanneer ik des doods zwijgen zou,
    en ’t leven niet langer lijk te roemen.

    Wees verzekerd, edoch:
    In Gods verbond;
    ik ben er nog,
    ik waar nog rond.

    Vertel het rond
    ik kwam terug
    op de grond
    met beide voeten
    en rechte rug.
    Vertel het rond:
    Ik kom terug!
    Ik zal nooit gaan
    nimmer sterven
    en in Gods naam
    voor eeuwig
    hier in leven
    zwerven!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *