Het regent en het blijft regenen, en hard ook. Geen nood, er is de krant, er is tv, er is handwerk, een boek, er is van alles. Maar niet voor onze buitenkat. Lukkie moet, en dat moet buiten, weer of geen weer. Hij gaat naar zijn eigen tunnel dwars dor de muur, waarachter zijn eigen deurtje schuilgaat. Hij schiet de tunnel in en achteruit de gang weer in. Dit is geen regen, dit is geen weer, dit zijn ijskoude pijpenstelen die zijn kop kapot slaan. Daar gaat hij niet plassen, geen denken aan, geen haar op zijn lijf. Gelukkig strekt zijn gebied zich uit in alle windrichtingen.
Hij draaft de gang door, keuken in, regelrecht naar de terrasdeuren, waar hij klaaglijk miauwt tot zijn bediende open doet. Kop naar buiten, zijn die regenstaven ook in het zuiden. Hij haast zich naar de voordeur. Daar striemt ook regen. Na een korte aarzeling, waarin hij zijn gebied overziet, spurt hij de trap op naar het raam. Zijn bediende opent het benieuwd. Wil hij in de goot plassen? Maar nee! Regen slaat zijn gevoelige antennes plat.
De kat heeft zijn bediende nu zover dat die denkt dat dit het aangewezen moment is om hem het gemak der kattenbak te laten ervaren. Dat zou Oud en Nieuw een stuk eenvoudiger maken. Om de toekomst voorgoed veilig te stellen, gaat de bediende in de weer met de bak. Natte lap erover, verse kleikorrels erin, brandschone bak op de deurmat en toe maar.
En jawel, geheel tegen zijn principes stapt de schrik van de buurt, onze onverschrokken ratten- en mollenvanger het wereldvreemde bakje in. Hij gaat op de kleikorrels staan met zeer lange tenen, ruikt elke hoek, gaat zitten, doet zijn staart omhoog en komt tot zichzelf. Wat is hij hier in vredesnaam aan het doen? Woest springt hij de bak uit, klei vliegt alle kanten op. In hoogste nood rent hij naar zijn laatste hoop, de buitendeur van mijn moeder. Tot zijn verbijstering kiepen de weergoden ook daar hun badkuipen leeg. Het wordt hem te machtig. In een lange klaagzang laat hij weten dat het overal regent, dat kelders onderlopen, dijken op doorbreken staan en dat het vandaag pompen is of verzuipen.
Hij heft zijn kop voor een laatste noot, een hele hoge, gevolgd door een zeer lage, wat zoveel betekent als ‘dan maar zeiknat’. Als een speer rent hij naar de voordeur, snel geopend door de bediende. Daar gaat hij, de enige die deze dag het noodweer trotseert, dwars door plassen en pijpenstelen regelrecht naar buurmans rododendron, om eronder te verdwijnen, minstens een minuut. Miauwend komt de verzopen kat terug, zeilt naar binnen, een waterspoor achter zich, laat hij zich droogwrijven met handdoeken en heeft dan nog lange tijd tijd nodig voor de finishing touch met zijn eigen droogdoekje, waarbij hij telkens opkijkt naar alle kanten, waar de weergoden al zijn werelden belagen.
9 reacties
Ik zag hem springen , deze buitenkat !!
Je hebt een goed voorstellingsvermogen, Mieke 🙂
Een kat die niet op de kattenbak wil. Uniek!
Ja, en hij wil ook geen vlees, kip, hart, blikvoer… Bij de gratie van honger harde brokjes en verder muizen, muisjes en muizen dus. Vogels lust hij gelukkig niet, hij kan niet tegen de veren.
Haha, herkenbaar 🙂 Als bediende ben je mooi klaar met zulk noodweer.
Twee van mijn katten willen sowieso naar buiten om daar kat te zijn (dus niet voor de behoeftes, die doen ze op de bak). Als het hard regent, spurten ze naar de buitentafel en gaan daaronder zitten kijken hoe het regent of mij zielig aankijken omdat ze weer naar binnen willen (wat gewoon kan, de deur staat altijd op een kiertje).
Met veel plezier gelezen, Anne!
Poezen….. als je hart voor ze hebt, krijg je er nooit genoeg van – ik zie jouw katten dus helemaal zitten, Marjolein, en jou erbij 🙂
Ach, hij heeft t wel heel moeilijk gehad hoor, vreemd dat hij niet voor de kattenbak koos.
Hier zijn jagers op donderdag en zondagochtend en mijn kat weet t nu wel, dit is binnenblijven en op de kattenbak die ik dan voor hem neerzet.
Wat leuk om van jouw kat te horen, Simone. En dat hij het precies de tijd weet, jagertijd…!
Het aparte van Lukkie vond ik, dat hij elke deur, elke windrichting probeerde, of daar wellicht de zon scheen…
hahaha, in gedachten heb ik jullie weg gevolgd, de kat en haar bediende wat ‘n humor weer
Ik moest naar buiten omdat mijn hond naar buiten moest………komen we beiden kleddertje nat binnen. Gaat hij op z’n kont zitten kijkt naar het badlaken op de verwarming, naar mij, naar het badlaken, jawel meneer wil afgedroogd worden. Dat ook ik op ‘n vergiet lijk heeft hij geen boodschap aan hahaha………..dit laatste was zondag ietsje minder