Auteur & kunstenaar

Vlieggat

Onze tuin staat bol van de ingezakte en verrotte nestkastjes. Dat moeten we niet hebben met dit snelle voorjaar. De broedse beestjes zijn al druk in de weer bij rondslingerende bloempotten, fietszadels, boomstronken en bouwmaterialen, dus ik ben dik over tijd, maar een uitje is altijd welkom. Op naar Zeist, de Vogelbescherming.

Dat is nog niet makkelijk. Allereerst moet je de weg vinden naar het landhuis waar de Vogelbescherming gevestigd is, een kast van een huis. Vol nestkasten, denk je dan. Dat is niet zo. We moeten in de voorraadschuur zijn. Deze is ermee behangen van onder tot boven voor zover de veldkijkers ruimte laten. Denk niet dat je de nestkasten tegen betaling mag meenemen. Dat gaat zomaar niet. Er is namelijk een verkoper, beter gezegd een man met puur vogelbloed, herkenbaar aan het ringbaardje.

Ringbaard wil weten om welke vogels het gaat. Dat moet je maar net weten. Roodborst ziet eruit zoals hij heet, die is als eerste aan de beurt. Ringbaard haalt voor Roodborst een open hokje dat meer weg heeft van een vogelbar voor onze kat, zijn kop kan en met gemak door. Volgens Ringbaard moet ik mijn kat de bel aanbinden, binnen houden en aan de lijn uitlaten. Anders krijg ik het nestkastje niet mee.

Voor onze winterkoninkjes haalt hij een minuscuul hokje met een gaatje erin waar je pink amper in past. Voor de koolmezen haalt hij twee hokjes waar niets anders over te melden valt dan dat ze super saai zijn, dat wordt nog een hoop werk om die buitenkanten op te fleuren, maar daar is geen tijd voor en mag ook niet van Ringbaard, want kleur lokt vijanden aan.
Sta je er even gekleurd op in je knalrode jas. Gelukkig kijken vogelaars niet verder dan broedgelegenheden voor vogels. Vol vuur vertelt Ringbaard dat de nestkastjes niet bij elkaar in de buurt mogen hangen, dan wordt het vechten in plaats van vrijen, laat staan broeden. Dus voor de kolonie koolmezen wordt het eentje in de voortuin en eentje in de achtertuin. De rest zal het met de zadels en stronken moeten doen, want meer krijg ik niet mee.

Nu we er vier hebben weten los te peuteren, komt Ringbaard met de broodnodige uitleg waar het om draait bij het vogelnestkastje: het gat. Een inspirerend gezichtspunt in tijden dat je zelf met een gat in je ziel zit. De vogelman strijkt over zijn ringbaardje.
‘Is het gat te klein, dan kan-ie er niet in. Is-ie te groot, dan kan -ie er wel in, MAAR, dan kan er ook een grotere vogel in en die pikt de kleine dood.’
Dat moeten we niet hebben.
‘Dan wil ik tot slot een nestkast voor de trots van onze tuin, een kleine specht met een schitterend rood-wit-zwart verenpakje. Behalve dat hij mooi is, trommelt hij adembenemend op de pergolapalen, maar die zijn absoluut te dun om er een nest in te slaan en ik heb een zwak voor drummers.’
Ringbaard kijkt mij aan of hij geen idee heeft wat een kleine specht is.
‘De kleine specht is zeker een Zeer Zeldzaam exemplaar, want in heel Noord Holland is geen kleine spechtenkast te koop. In feite ben ik speciaal voor deze nestkast naar Zeist gekomen.’
De vogelgeleerde fronst zijn voorhoofd alvorens hij een duik neemt onder de toonbank. Hij komt boven met een enorme nestkast in beide handen.
‘Dit is de laatste in zijn soort, een echte spechtenkast.’
Hij houdt hem zo stevig vast, dat meteen duidelijk is dat hij de laatste in zijn soort niet kwijt wil.
‘Het is onmogelijk dat u een kleine specht in de tun hebt en al had u hem, dan zou hij niet bij u broeden.’
Dat had hij nou niet moeten zeggen, want nu is er maar één ding dat ik wil en dat is die allerlaatste spechtenkast.
‘Mag die specht alstublieft zelf uitmaken of hij bij mij wil broeden!?’
Ringbaard is lang zo lief niet als dat baardje doet vermoeden. Hij kijkt me toch aan!
‘Hoe ziet die specht eruit? Wat eet hij? Hoe vliegt hij? Hoe snel gaan de roffels?’
Sta ik ineens spechtenexamen te doen bij de Vogelbescherming. Ik laat me niet uit zijn habitat slaan, ik geef uitmuntend antwoord op elke vraag al zeg ik het zelf en daarbij vermeld ik ten overvloede als extraatje de leuke draaierij van het spechtenkontje rond de pergolapaal, ik ga zelfs zo ver dat ik een spechtendrumsolo van tien roffels per seconde weggeef op de toonbank.
‘Dat is geen kleine specht.’
Nou moe!
‘Dat is een grote specht.’
Hm.
Desalniettemin krijg ik de nestkast mee in ruil voor 35 euro. Toe maar.
Kees hangt het gevaarte hoog in de tamme kastanje, alwaar onze grote kleine specht menigmaal zijn kontje ronddraait. Dus.

Werk ik vanochtend in de tuin, in het zonnetje, met blote armen onder de schrammen van die ellendige bramen. Hoor ik ineens in de uiterste diepte van de spechtenbroedtoren een geluidje. Hij zit erin! Ik wil mijn fototoestel halen en de foto op de site van Vogelbescherming plaatsen met dit hele verhaal erbij. Voor ik sta, verschijnt er een vogelkopje in het vlieggat, een piepklein vogelkopje met een blauw petje en tsssssssjjjj vliegt een pimpelmeesmannetje of pimpelmeesvrouwtje, daar wil ik af wezen, uit het gigantische vlieggat waar alles om draait.
En wie hamert op alle andere spiksplinternieuwe nestkastjes rond het veel te kleine gat? Jawel, de grote specht.

Als je de juiste info wilt, zie: http://www.vogelbescherming.nl/tuinvogel/nestkasten

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

14 reacties

  1. Mooi verhaal Anne. De vogels houden ons bezig! Hopelijk heb ik ook weer snel een ‘vogeldorp’ klaar in de nieuwe tuin! Al dat moois van veren tot gekwetter en getierelier, dat wil ik niet missen 🙂

    1. Leuk Ellie! Dan word je nieuwe huis pas echt een thuis! Met vogelnestjes in de tuin. Hopelijk ben je nog op tijd! En anders maak je een voedertafel, want volgens de vogelaar mogen we het hele jaar voederen, want juist in het broedseizoen hebben vogels wel wat anders te doen dan eten bij elkaar schrapen. Het kan natuurlijk ook zijn omdat Vogelbescherming het hele jaar vogelvoer verkopen wil 😉

      1. HiHi Anne, wat ben je ‘spits’ met je laatste zin 🙂 !! Ik denk niet dat het dit jaar lukt een vogeldorp op te bouwen, maar de voedertafel komt er zeker. Mijn hoofd al vol ideeën voor huis en tuin..!!!

  2. heerlijk dat eigen wijze en in conclaaf met zo een eigenweter..ik heb genoten van je belevenis en is het gegeven een broedpaar erin…het is en blijft bijzonder…ik wacht op een filmpje …als het lukt 😉

    1. Een filmpje… daar breng je me op een idee Willem! Maar hoe ik dat voor elkaar krijg??? Vanochtend was een andere pimpelmees bezig naast mijn keukenraam in een oud nestkastje… hij timmerde net zo als de specht!

  3. Onze koolmezen-nestkastjes zijn bontgekleurd en hangen gezellig in elkaars buurt, ze worden druk bezocht. Laat de vogels maar buiten de lijntjes kleuren denk ik dan altijd…
    Graag gelezen

    1. Wat een leuk bericht Anne L.! En je zegt het ook nog eens erg leuk. Heel inspirerend, lijkt me te gek een koolmezendorp in de tuin! Kunnen ze samen de kat ook verjagen 🙂

  4. Hoi Anne,

    een leuk verhaal. Vooral de wijsheid van het vlieggat. En ik zie ringbaard zo voor me. Had hij rode koontjes en jij de neiging om Heiho Heiho te zingen? Dan ken ik hem. De grootste van de Zeven Dwergen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *