Auteur & kunstenaar

Vreemde vogel

vreemde vogel
Jan Vellinga, mijn vader, met mijn broertje en mij in de Ardennen

Mijn vader is al 25 jaar dood, 5 juli 1989 was hij gevlogen, de vreemde vogel die hij was, maar hij staat me levendig voor de geest alsof hij nooit dood is geweest. Daarnet bijvoorbeeld deed ik de buitendeur open en schrok een van de jonge winterkoninkjes zo erg, dat hij uit het nest onder het balkon viel op een tak van de klimhortensia. Op zo’n moment is mijn vader bij me, zien we het winterkoninkje en ga ik snel naar binnen om mijn fototoestel te halen. Hij was altijd omringd door fototoestellen en lenzen en  verrrekijkers en keek altijd naar de lucht voor geval er een vogel uit viel. Hij was vaak de eerste in Nederland die gewag maakte van een doortrekker en al zat de kamer vol visite, hij greep de kijker en starend naar de lucht liep hij naar zijn auto en ging de vogel achterna om uren later terug te komen, waarbij hij geen woord hoefde zeggen. Aan zijn blik hadden wij genoeg. Of het gelukt was of niet.

Zojuist heb ik voor het eerst een foto van een winterkoninkje gemaakt en Kees zag het gelijk aan mijn gezicht, ‘is het gelukt liefje?’, terwijl hij geen idee had wat er gelukt zou kunnen zijn, een tekst, een knutselarijtje, een gedachte. Kees maakt het niet uit, als ik maar gelukkig ben.

zoek het winterkoninkje
zoek het winterkoninkje
jong winterkoninkje
jong winterkoninkje
jonge winterkoning
jonge winterkoning

Deze liefde voor de natuur deel ik met mijn vader. Onvergetelijk en onverbrekelijk. Nu zou je kunnen denken dat het in mijn genen zit, of dat hij me meenam op trektocht en nesten wees en vogels en slangen en hagedissen en spinnen en daar enthousiast over vertelde, wat hij ook deed, maar volgens mij is de diepte van mijn band met de natuur ontstaan door de strijd die wij dagelijks voerden en die wij beiden elke dag verloren.

Het begon ermee dat ik geboren werd en de moedermelk er meteen uitspoog. Ik lustte het niet, het was te zwaar, teveel, te vet. Mijn vader zag direct dat ik een afwijking had, waarbij hij niet lette op mijn kots.
‘Ze heeft twee teentjes aan elkaar,’ constateerde hij na inspectie.
Hij was een man die het een wonder vond dat er zoveel klopt in de natuur inclusief kosmos en in het bijzonder in het menselijk lichaam. Hij geloofde niet in een schepper, hij geloofde in de evolutie.
Mijn moeder schrok van zijn terloopse slotsom en vroeg zich bezorgd af of behalve de navelstreng het vel tussen de tenen ook doorgeknipt moest worden. Jan dacht van niet.
‘Een eend heeft er ook geen last van en dan heeft ze later iets aparts.’

Die aparte tenen waren een gegeven, met eten zag hij het precies zo, een gegeven dat je maar op had te eten. Hoe ik er ook van gruwde en spuwde. Zelf verstond hij de kunst alles te lusten wat hem werd voorgeschoteld. Het is een wonder dat zo’n man een kind verwekt dat niets lust. Hij wou er echter niet aan geloven en met ijzeren discipline stond hij er elke dag opnieuw op dat zijn kind haar bord leeg at. Desnoods in de keuken, desnoods op het toilet, desnoods waar dan ook. Het bord moest leeg, al duurde het de hele middag. Hij zag het als zijn taak zijn gave over te dragen op zijn afwijkende kind. Het is aan mijn vader te danken dat ik tot in mijn maag en mijn tong, tot in mijn ziel en mijn bloed weet dat er andere smaken zijn dan de mijne.
‘Pas op! Je eet alles wat de mensen je geven, anders beledig je ze,’  zei hij toen we als een van de eersten naar het buitenland gingen, ver weg waar de mensen anders waren en anders aten. ‘Als je niet eet wat de mensen je te eten geven, leer je ze nooit kennen.’
Wat waar is en naar is.

Wat heb ik gehuiverd bij zure bruine boterhammen met reuzel en spek, bij mierzoete schuimende wei, bij sterke zwarte koffie en lauw bitter bier. Maar het is waar dat de mensen ons binnen riepen waar we ook kwamen zodra ze er lucht van kregen dat we hun eten aten. Van heinde en verre kwamen ze ons halen tot mijn grote schrik. Met angstogen keek ik hoe ze in de weer waren met het slachten van kippen en het roosteren van wildzwijn boven open vuren, het feestmaal voor ons. In doodsnood kneep ik al mijn tenen bij elkaar en gaf mijn portie aan oplaaiende vuren, dovende sintels, snelle beekjes, struiken, moeder aarde en honden met muilen als draken.
‘Hat die Kleine dann gar keine Angst für unsere Hund?’

Dankzij mijn vaders visie dat ik mijn bord leeg moest eten, kon er een onverbrekelijke, dierbare band ontstaan met gevaarlijke honden, kolkend water, heet vuur, de hele natuur.

na vele jaren krijg ik een verrekijker, niet van mijn vader, je leest het hier:
https://annevellinga.nl/2020/06/17/de-dag-erna/

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

29 reacties

  1. je zou bang worden voor al het voedsel :-))))) Lijkt me inderdaad een vader die stil maar sterk aanwezig was en die in je hele wezen gegrift staat !

  2. Wat heb je dit mooi beschreven, Anne. Het maakt weer duidelijk hoe we gevormd worden door onze ouders, onze jeugd, alle gebeurtenissen in het leven én hoe wij dit aan anderen (misschien onbewust) tonen….zoals jij dit nu toont aan Kees…zijn reactie is zo liefdevol! Ik heb genoten van deze blog 😉

  3. Tegenwoordig bestaat dat niet meer, nu geeft men algauw andere melk of een potje met baby voedsel tot men er in de kast een hele reeks staan heeft en het gepaste heft gevonden
    Of dat best is, weet ik niet, soms misschien wel soms misschien niet.
    De mensen hebben geen tijd meer hun minderen dag na dag te volgen en op te voeden zoals vroege, al ging dat opvoeden eerder door de omgeving.

    Ik durf te wedden dat je nu nog niet alles eet wat men je voorzet, alle maagjes zijn niet hetzelfde en de smaakpapillen ook niet.

    1. helemaal waar Edgard – en het klopt ook dat ik niet alles eet wat ik voorgeschoteld krijg, maar dankzij mijn vader probeer ik het meestal wel en is mijn smaak veel ruim(hartig)er geworden

  4. Weer zo’n geweldig verhaaltje, ik geniet er van. Wat een geluk dat je kan terugkijken op zulke fantastische ouders waar je al je creativiteit van hebt gekregen.

    1. Ha Marjan,
      Het wonderlijke is dat het besef groeit dat ze niet weg zijn, dat iets van hen voor altijd in mij zit en tot mijn eigen verrassing krijgt het woord herinnering een steeds mooiere betekenis.

  5. In het grote drukke huishouden waarin ik werd grootgebracht was er niet veel tijd en aandacht om onze smaakpapillen te trainen. Moeder kookte goed en veel. Als een van de kinderen het waagde om wat te jeremiëren over het eten dan sprak zij met met geërgerde blik en met stemverheffing de gevleugelde woorden welke nu door ons met genegenheid herdacht worden. “Hoe minder hoe liever!!” Nee, in het land van Maas en Waal hielden ze niet van die flauwe kul. Volgens mij werkt deze methode het best. Ik geloof niet dat er iemand in het Maas en Waalse is die iets niet lust. (dit laatste weet ik niet zeker maar het leek me een leuke afsluiting.)
    Leuk dat jouw herinneringen de mijne doen herleven Anne.

    Lieve groeten uit Tiel.

    1. Dat vind ik nou ook zo leuk, Hanny, helemaal omdat ik jullie bakkerswinkel erbij zie en je moeder en nog veel meer!
      En je slotzin is echt leuk!

  6. Lieve Anne,

    Ik herinner me dit nog van jou. Allebei bedachtenwe slinkse manieren om het maar niet op te hoe en eten. Hele zondagen met een bord voor je neus. Het moest op. Ik eet nu alles op wat door een Europese kok is gemaakt. Daar ben ik dankbaar voor. Mijn eigen kinderen heb ik nergens toe gedwongen en uiteindelijk eten die ook alles. Ik vond het toen erg, maar nu begrijp ik het wel. Ja Hanny, ik zie het ook voor me. Jouw moeder is een levendige herinnereing met haar prachtig krulletjeshaar. Misschien wel kroes?. Zelfs haar stem herinner ik me. Niet altijd, maar nu wel. En Anne, soms hoor ik jouw vaders stem ook. “Slome duikelaar”.

    1. Leuk! En wat enig om zoveel mensen uit Tiel terug te vinden op dit toneel 🙂
      Kees, ik ga nu snel naar de voetbal 🙂

  7. Hoe ont-wikkel je een kind? Juist door die strikte dwang creeert men onbewust de mooiste vaardigheden en ont-moetingen 🙂 Het is een groot geschenk om daar met een glimlach aan terug te kunnen denken, toch?

    1. Wat een leuke nieuwsgierigheid, Eef. Ik zal mijn tenen nog wel eens op de foto zetten, want ze zijn echt heel bijzonder. het zijn de twee teentjes naast de grote teen, die zitten gezellig een stukje aan elkaar vast, net of er twee gezichtjes boven een dekentje uitsteken 🙂
      en tegenwoordig ben ik een vrij gemakkelijke eter, bijna alles, maar met mate

  8. Jan Vellinga, hij was zo trots op zijn neef die biologie ging studeren, hij wilde elk bereikt studieresultaat met geld belonen. Zijn neef slaagde echter voor elk tentamen, dus was deze belofte niet vol te houden en bovendien volstrekt overbodig. En ja er zijn momenten dat je de tijd terug wil draaien om nog eens met hem te praten en vooral vragen te stellen die onbeantwoord zijn.

    1. Dit is een complete verrassing Jan! Ja, hij was heel erg ingenomen met deze neef 😉
      Ik herinner me hoe de neef studeerde: lopend door de kamer!
      Hartelijke groet van mij

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *