Terug in de tijd zie ik kleine aanwijzingen die me toen ontgingen, zinnetjes, gebaren die me op het moment zelf hooguit verwonderden, maar niet verontrustten. Het was precies zoals mijn vader zei die eerste zondagavond dat hij me met zijn Lelijke Eend naar mijn nieuwe kamer in Ede bracht. We stonden stil voor de flat van de Boekbinders, hij keek me aan met die helderblauwe ogen, iets vergroot en glanzend door zijn brillenglazen.
‘Het kan geen kwaad een poosje bij vreemde mensen te wonen, dan zie je hoe andere mensen leven. Alle mensen zijn gelijk maar doen anders. Dat ontdek je als je bij ze woont.’
Hij boog zich over het stuur om het gebouw te zien waar zijn dochter zou gaan inwonen bij een echtpaar dat hij niet kende. Hij trok een bedenkelijke gezicht. Zo’n flat was niets voor hem, hij zat liever in de vrije natuur naar vogels te turen.
‘Kun je het nu zelf vinden?’
Hij was geen held in kennismaken. Toen we nog kampeerden bij de boer moest mijn moeder altijd vragen of we ergens mochten staan, terwijl hij leraar Frans was en zij de taal nog moest leren.
‘Daarzo!’
Ik wees naar de flat, mijn vader lachte.
‘In zo’n nieuwbouwwijk is niet veel te doen. Ik zal mijn collega’s vragen of zij iets in Wageningen weten, dat is een studentenstad. Dat lijkt me beter voor je sociale ontwikkeling.’
Hij reed weg, sloeg de hoek al om. Verbouwereerd keek ik naar de leegte waar hij daarnet nog stond. Staande voor een naargeestig gebouw voelde ik dat mijn vader mij begreep en van mij hield.
De flat had een lift. Ik had nog nooit een lift bediend en drukte op goed geluk op het cijfer van de verdieping waar ik wezen moest. De lift zoefde omhoog en stond alweer stil. De deuren gingen open, een saaie grijze gang. Ik stapte niet uit maar drukte nogmaals op de knop, nu tot de bovenste verdieping. Ook daar gingen de deuren vanzelf open. Eenmaal bovenin wilde ik zonder onderbreking naar de begane grond. Misschien was het niet de sensatie van het op en neer gaan maar uitstel, want toen ik voor de tweede keer naar boven ging, vroeg ik me af wat er zou gebeuren als ik tegelijkertijd omhoog en omlaag drukte. De lift bleef hangen tussen twee verdiepingen. Gauw drukte ik op de 3 van mijn verdieping. Er gebeurde niets. Ook de 1 gaf geen soulaas. Geschrokken zocht ik de alarmknop. Die was er niet. Ik drukte alle mogelijke combinaties, de lift bleef hangen waar hij hing. Hoe kwam ik die stomme lift uit? Hoe kon ik zo stom zijn! Van de zenuwen moest ik naar de wc en hurkte om de drang tegen te houden. Als bij toverslag zakte de lift omlaag. Ik vreesde dat hij met een klap de bodem zou bereiken. Voor ik maatregelen kon bedenken stopte de lift zachtjes op de begane grond. Een man met aktetas trad binnen. Ik sprong overeind, de lift uit. Via de trap ging ik naar mijn nieuwe huis.
Boekbinder en vrouw omarmden me als de verloren dochter, terwijl ik nog geen band met hen voelde. Gelukkig piepte de oven en was de taart klaar en de koffie vers en mocht ik plaatsnemen aan de ronde eettafel die pal voor de enorme televisie stond. Ik mocht kiezen waar we naar keken en opblijven zolang ik wilde. Geen vader die zei ‘je moet… naar bed, jongedame’. Voor mijn broertjes bedtijd floot hij tussen zijn tanden. Hier deed ik ertoe, mocht ik zelf beslissen. De flat op zich was saai, grauw behang, een wenend zigeunermeisje ingelijst aan de muur en op de vensterbank plastic planten en hondjes van aardewerk. Perzisch tapijt op de grond. Een asbak op pootjes. De lamp had een kap van bruin glas.
Om elf uur was de film afgelopen, een uur later dan het bedsignaal van mijn vader. Mevrouw ruimde kopjes en glazen op: de keuken was haar domein. Boekbinder stond op om mij de weg te wijzen naar de badkamer. Ik mocht douchen zo vaak ik wilde, als ik ‘s ochtends maar om zeven uur aan het ontbijt was, dan waren we op tijd voor de autorit naar Wageningen. Hij opende de deur tegenover de badkamer.
‘Dit is jouw kamer.’
Zij aan zij stonden we in de deuropening te kijken naar het eenpersoonsbed, de grijze kledingkast, de wastafel en de CV. Het kamertje was de helft van mijn kamer bij mijn ouders. Ik voelde me ongemakkelijk zo pal naast Boekbinder en zei maar wat.
‘Wat een luxe, een eigen wastafel en een CV. Wij zijn net van de steenkool af, een heel gedoe met die kolen en dit is nog makkelijker dan een gaskachel.’
Ik begreep ineens waarom mijn moeder onzinnige dingen zei in ongemakkelijke situaties. Boekbinder legde zijn hand op mijn schouder bij wijze van geruststelling en ging me voor de kamer in. Ik bleef aarzelend staan terwijl hij tot mijn verbazing mijn bed open sloeg. Hij ging erop zitten en klopte op de matras. In mijn onschuld dacht ik dat hij controleerde of er stof uitkwam, of het bed doorzakte, dubbelboog of brak. Dit alles was niet het geval.
‘Dat lijkt me een goed bed, fijn dat uw vrouw het al heeft opgemaakt. Ik kan er zo induiken. Ik ga niet douchen, ik vind het veel te leuk dat ik een eigen wastafel heb, hartstikke leuk. Dank-u-wel.’
Ik wilde dat hij nu wegging.
Boekbinder had het begrepen. Hij stond enigszins houterig op. Hij legde zijn hand op mijn schouder bij wijze van afscheid. Ik dook omlaag en begon het hoofdkussen te bekloppen om van zijn hand af te zijn.
‘Dit lijkt me een fijn kussen. Ik vind het verder wel. Tot morgen!’
Hij schraapte zijn keel. Hij dacht zeker dat hij nog iets moest zeggen. Voor hem was het ook wennen dat er ineens een vreemde in zijn huis woonde.
‘De wc is naast de badkamer. Ik zal een nachtlampje op de gang aanlaten.’
‘Dank u wel.’
Hij ging. Eindelijk. Bij de deur draaide hij zich toch weer om. Hij keek of ik er nog was en ik was er nog. Hij kuchte.
‘O ja, voor ik het vergeet: ik heb met mijn vrouw afgesproken dat zij het ontbijt en de lunch voor ons klaarmaakt. Ik kom je om kwart voor zeven een kopje thee brengen zodat je op tijd klaar bent voor vertrek naar kantoor.’
Ik keek hem stomverbaasd na. Mijn vader had me nog nooit een kopje thee op bed gebracht, zelfs niet toen ik zes weken geelzucht had. In die lange periode had ik hem amper gezien, heel af en toe keek hij om het hoekje van de deur en gooide dan met een komische blik boekjes op mijn bed die hij had afgenomen van leerlingen die er onder de les in zaten te lezen.
De volgende ochtend was ik wakker voor Boekbinder kwam. Zou ik mijn kleren aantrekken voor hij binnenkwam? Dan zou je zien dat hij precies kwam als ik in mijn nakie stond. Ik ging tegen het kussen zitten en trok de deken tot mijn kin en jawel, daar klopte Boekbinder op mijn deur. In zijn onberispelijke grijze muizenpak kwam hij binnen met een dienblad met dampende thee en een beschuit met jam. In plaats dat hij het aanreikte en wegging, schoof hij met zijn voet de stoel met mijn kleren aan. Mijn spierwitte BH hing erbij als een spandoek. Voortaan zou ik mijn ondergoed onder mijn bovenkleren stoppen en ik zou een kistje naast mijn bed zetten, ook handig voor een lampje en een klokje en en gezellige spulletjes.
‘Dank voor de thee. Tot straks.’
Hij begreep de hint en verliet mijn kamer.
Lees andere delen:
33 reacties
Alles is prachtig geschreven en beschreven. De lift is hilarisch, de rest zoals vaak retespannend.
wat een fijne reactie Kees, ik kan wel zeggen ‘zoals vaak!’ 🙂
Fantastisch geschreven en beschreven. Retespannend en soms hilarisch. Dat laatste vooral in de lift.
O Kees, je lijkt de lift wel 🙂 🙂 🙂
Genoten van jou blog de reacties van de lezers om te gieren .Je bent weer actief in het schrijven.
Zitten midden in de verhuizing nu snel rusten tot snel althans eind dec. gaan we over ons stekje wordt aan de Rijn Tolkamer prachtig verheugen ons erop,verlaten na 70 jaar Nijmegen !!……
Wat fijn jou hier te zien Thea, en Tolkamer is hier niet ver weg; ik hoop je daar op te kunnen zoeken als jullie er ‘klaar’ voor zijn.
En na onze verhuisperikelen vind ik nu weer wat tijd om actuele gebeurtenissen en herinneringen met mijn lezers te delen…
Een adembenemend prachtige serie. Het is weer genieten geblazen van je schrijfkunst.
wat een mooi compliment van jou, Mies, blij mee
”iets met pedofielen” suggereert een onderzoek naar ”iets met pedofielen” Je lezers vinden het maar wat spannend, zo blijkt uit de reakties, net zo spannend als een onderzoek kan zijn naar het gebruik van een ”carbid melkbus”, die ook levensgevaarlijk kan zijn.
Jouw reakties zijn zo dat ik denk dat je beschrijvingen over de ervaringen met je pedofiel inderdaad bedacht zijn, uit de duim gezogen als een spannende thriller. Gelukkig maar. En het kan ook best zo zijn zoals je het hebt bedacht, al is je naieviteit in je verhaal zeer ongeloofwaardig, dus ik herstel mijn tekst: jouw verhaal is helemaal uit de duim gezogen.
Voor pedoseksuelen moet je je waken, en jouw verhalen dragen daar helemaal niets aan bij. Maar toegegeven: je hebt gelijk, je hebt het over pedofielen, net zo onschuldig als je je zelf voordoet.
Wat een wonderlijke gedachten kronkels Jan, houd het roer recht jongen
dank voor je onomwonden reactie Jan. heb jij iets dergelijks zelf meegemaakt Jan? of op een geheel andere manier?
dit is wat ik heb meegemaakt, ik kan er niets anders van maken.
Ja Anne, die liftscene eb ik ongeveer ook zo zelf meegemaakt. Verder ken ik van nabij vier slachtoffers van pedosexuelen, drie verwoeste levens en een die er redelijk goed is uitgekomen na twintig jaar. Ik woon in een land waar veel dodelijk geweld tegen vrouwen voorkomt, evenals in Spanje. De methoden om geweld te voorkomen zetten tot nu toe niet veel zoden aan de dijk. Monica Zalaquett, directrice van een organisatie om dit geweld te voorkomen heeft betere ideejen voor een betere aanpak. In Nederland heeft Frank Koerselman het boek ‘Wie zijn wij’ geschreven, met ook heel waardevolle ideejen over de relatie man-vrouw, vooral in katholieke kringen. Pedofiel in tegenwoordig een criminele term, een pedofielennetwerk is een crimineel netwerk. Dat was veertig jaar geleden anders. Het was in die tijd een min of meer neutrale term voor de aantrekkingskracht tussen kinderen en volwassenen. Het is ook een nadeel nu dat daarvoor nu geen woord meer voor is, dit nadeel komt bijde bestrijding van pedoseksuelen naar boven, kun je lezen in de verhalen van de deskundigen. Ik zal het woord pedofiel niet meer gebruiken anders dan de criminele duiding. Het kan zijn dat met je verhaal a: toch een beetje de neutrale betekenis van het woord terugwilt of b: dat je wilt aangeven dat je er goed uitgesprongen bent na een misdadige aktie van een pedosexueel. Zoals in het boek van Kim van Kooten, lieveling dacht ik, ik moet het nog lezen.
Is b: het geval, vind ik het niet goed opgeschreven: je doet je voor als totaal naief in elk geval volstrekt onschuldig terwijl je allerlei effectieve handeling en teksten pleegt om Boekbinder tot de orde te roepen. Je schrijft er dan bij dat je allerlei rare dingen zegt, zonder te weten waarom. Wat je Moeder ook had, dus jij kan daar ook niks aan doen. Dat vind ik ongeloofwaardig. Ik heb van nabij meegemaakt en in de literatuur kun je dat ook lezen, Marja Pruis noemde dat in de Groene amsterdammer dat een vrouw als heel vroeg in de gaten heeft dat ze iets te koop heeft, vergeef me als ik haar niet helemaal juist citeer. Ik moet nu weg, kan er nog wel meer over zeggen.
Anne je begintekst is nu voor mij werkelijkheid.min of meer gedwongen is mijn huis verkocht en moest naarstig op zoek naar een thuis. In deze tijd van woningtekort. Ik heb iets geaccepteerd aan de andere kant van de stad omdat ik 18/12 zonder dak boven mijn hoofd sta.
Ik open de deur net een tack, dtap dan op de vloerbedekking in een moderne oranje hal waar links de brievenbussen , rechts het trappenhuis en voor me de lift.
Ik drik op de knop, wacht dan gaan de deuren open. Ik stap in en druk op de twee. Deuren sluiten zegt de lift dat gebeurt en ee stijgen.
Deuren open zegt de lift, de deuren gehoorzamen. Ik stap uit loop om de lift heen en zie no 12. Dat is de deur die ik vanaf 10/12 open ga maken…ja met een tack.
Vreselijk vind ik het niet meer de deur openen met de sleutel maar met een tack. Niet meer de voordeur openen en buiten op de stoep stappen…nee op de vloerbedekking.
Een ding is zeker. Ik kan binnen vier weken niet meer eerst de bovenste tree van de trap missen dat me een hersenschudding en twee afgescheurde strekpezen bezorgde. En vorige week hetzelfde masr dan bij de onderste tree waar ik een zwasr gekneusde voet en enkel en vier gekneusde ribben aan iver heb gehouden. Geen pretje als je midden in een verhuis zit.
Voordeel t o v jou in die tijd is dat ik mijn onderbroek en bh kan laten slingeren waar ik wil.
Hoef ook niet bang te zijn voor een engerd in het grijs met een krakend beschuitje en een geile grijns op zijn gezicht.
Ik had mijn leven heel anders bedacht.
Gewoon lekker in een simpel huisje met een snorrende kachel, een grote boekenkast, een bankje voor de deur.
Misschien ga ik in die tent daar jouw trucje ook eens proberen. ..moet toch wat. Ik ga het hondenpoep zakje gooien samen met Steven de dierenarts-buurman savonds vreselijk missen.
En….ik zie uit naar het vervolg van jouw enge mannenverhaal. Veel liefs
O Dimph! Ik zie jou ook in een gezellig huis met snorrende kachel en tuin… misschien komt dat nog, als de huizenmarkt gestabiliseerd is of het geluk uit de lucht komt vallen. Zo’n gebouw met lift is echt wennen, ook voor je trouwe makker, meneer de hond!
Ik hoop dat je hier ook weer een fijn wandelparcours weet te vinden en wie weet een leuke frisse buurman, ook met hond!
ik hoop het allemaal nog te horen van je, en het vervolg van dit verhaal van mij kun je hier binnenkort verder lezen. Lieve groet en wel thuis X
Anne, een vraagje. Is de naam van de man Boekbinder of was hij een boekbinder. Ik vermoed het eerste, omdat je het met een hoofdletter schrijft, maar kan ook een pseudoniem zijn natuurlijk. Hopelijk associeer je de naam of het beroep niet met saai, gezien de saaie inrichting? 😉 Hoe dan ook, weer gesmuld van jouw tekst.
Zijn naam was het eerste dat me indertijd aansprak, want ik heb altijd gehouden van alles wat met boeken te maken heeft; alleen al het woord Boekbinder heeft iets aanlokkelijks voor mij 🙂 Hij is er niet meer en in zekere zin is dit een IM.
Oh Anne, ik voel de spanning in het verhaal en bij Boekbinder…mooi geschreven!
dank Ellie
Een Slip of the Tonque begint naar meer of minder te lonken..
“Zij lonkte naar iedere man!”En oh oh oh wat komt daar een Naar-bladerigheid van!”
wat me doet denken aan een quiz van langgeleden – de interviewer vroeg aan de kandidaat of hij een snipperdag genomen had om naar de studio te komen, de kandidaat begon te blozen ‘Slipperdag?’ ~ met dank voor je immer ingenieuze invallen
Een heel goed beschreven verhaal hoe het heel vaak gaat tussen naïeve meisjes en boze wolven. Je schrijft meeslepend , Dankie
je vat de clou Attila, dit is precies wat ik in mijn terugblik onderzoek 🙂
Ik krijg zo de kriebels van deze man! Doodeng (maar dat ligt aan mij – ik lees met mijn kind-blik).
Wegwezen daar!!!
wat zeg je dat fijntjes, Marjolein, je kind-blik.
ik was er nog maar net en keek met de ogen van mijn vader hoe anders deze man deed…
Over beeldend schrijven gesproken, denk dat ik dat voor een deel heb te danken door jou te lezen. De griezen goan mie over de grauwen!
Zeggen dat je het zo wel kan vinden en ondertussen denken: donder op.!
Er kruipen wat nekharen, ik voel het.
Kijk uit naar deel 4.
Wat bijzonder dat het lezen van mijn verhalen jou dichterbij je eigen beelden kon brengen, heel leuk om te horen – bedankt hiervoor.
En die griezen die over de grauwen goan bij die!
Ik moet mijn herinnering maar gauw induiken voor deel 4.
Neem een ferme plons!
@Jan krosenbrink ~ dank voor je uitvoerige reactie/bijdrage, deze zet aan tot denken en dat is altijd goed. Ik begrijp nu het perspectief van waaruit jij hebt gereageerd beter. Je kent van nabij vier slachtoffers van pedoseksuelen en dat doet natuurlijk iets met je.
Ik vraag me wel af of je begrijpt hoe zij slachtoffer konden worden. Als alles duidelijk was voor iedereen, zouden er dan nog wel zoveel slachtoffers zijn?
Zo te lezen ben je zelf nooit in aanraking geweest met een pedofiel/pedoseksueel (of je hebt hem/haar niet als zodanig herkend).
Je weet niet uit eigen ervaring hoe de toenadering kan gaan.
Ik vertel hier wat ik heb ervaren en het is nog maar de vraag of ik seksueel misbruikt ben.
Mijn ervaring schaart zich niet onder jouw a of b; er zijn nog andere mogelijkheden.
Hoed je voor overhaast oordelen – en dat zeg ik ook tegen mezelf 🙂
Alle goeds en groet!
ik denk dat ik wel een beeld heb hoe zij slachtoffer kunnen worden: het is retespannend, en dat vinden je lezers ook, kijk hierboven. Met andere woorden, die onschuldigheid in je verhaal vind ik zo ongeloofwaardig. Jammer ook dat je niet ingaat op de tegenstrijdigheden in je verhaal dat je bijna intituatief effectieve handelingen en teksten produceert om Boekenbinder in te laten binden. Dat is heel erg onlogisch. Nog anders gezegd: De turkse verloofde van de doorgezaagde Jamal Khashoggie op oktober 2018, zal niet gauw een retespannend verhaal schrijven over het doorzagen van een kritisch journalist, terwijl het wel een retespannend verhaal kan zijn. Doch minder voor de verloofde als slachtoffer, zo mag ik haar toch wel noemen?
Een mooi beeld van de sluipende en manipulerende manier van invloed vergaren bij een potentieel slachtoffer. Het slachtoffer is daarbij altijd in een mindere positie, zij of hij manipuleert immers niet. Van buitenaf lijkt dit een tikkeltje naïef. Een slachtoffer ziet dit niet, heeft een ander doel met de ontmoeting. In Anne haar geval een slaapplaats.
Het gaat om het moment waarop de dader kans ziet zijn slachtoffer te misbruiken. Dan pas kan het slachtoffer de ware redenen van het gedrag van de dader herkennen.
Wanneer dat moment wegblijft, door welke reden ook, gebeurt er niets.
Helder, dankjewel Jozef
Spannend verhaal Anne, al zijn er volgers die mogelijk rete-negatieve ervaringen hebben opgedaan met het onderwerp en dat nog niet helemaal hebben verwerkt.
En je hoeft het niet naar iedereen zijn zin te maken. Iedereen heeft de keuze je verhalen wel of niet te lezen.
Ja…
Dankjewel Harie