Het etherisch lichaam hangt als een levende sluier om ons heen in hetzelfde model als ons lichaam, maar dan onzichtbaar. Het kan ook zijn dat het dwars door ons lichaam heen zit. Eerlijk gezegd weet ik dat niet en ik kan het niet meer vragen aan Jaant Loos, mijn leraar. Wel herinner ik me dat planten en dieren ook zo’n lichaam hebben en stenen niet. Vandaar dat het ook het levenslichaam heet. Volgens Jaant blijft dit levenslichaam heel, ook als je been eraf is. Dat zou fantoompijn kunnen verklaren. Bij wonden is je etherisch lichaam nog steeds heel en een voorbeeld voor het fysieke lichaam hoe het er weer uit moet zien. Dit schiet me te binnen als ik met de tuinschaar in mijn pink knip. Een bloed dat daar uit komt! Ik viel bijna flauw. Inmiddels is de pink weer heel dankzij een reeks aan associaties. Wie weet heb je er ooit iets aan.
Het begint ermee dat Jaant en ik jaren samen woonden in Villandry op de Bosweg in Nijmegen, waar de tiende Vrijeschool begon. Ik moest alles nog leren, zij wist alles. Ze liet mij mijn gang gaan en observeerde dat met wijze blik. Wat ik ook deed, zij wist het een geestelijke achtergrond te geven, wat mij organisch verbond met antroposofie. Zo ging ik bijna dagelijks met mijn klas het omringende bos in, rennen door knisperende herfstbladeren, kastanjes verzamelen en hutten bouwen.
Terug naar Villandry en het bos. Na al die afwezigheid uit mijn lokaal zei Jaant niet dat ik in de klas heemkunde moest geven, ze zei: ,,Mooi! Zo voed je de etherkrachten. Ik heb vier versjes voor je over bomen met elk een andere aard. De ritmes kun je met de kinderen lopen, de teksten opschrijven en de bomen erbij tekenen.’’
Toen ik de bomen op het bord getekend had, kwam zij na de les even kijken hoe het gegaan was. Met Jaant naast me zag ik mijn bomen door haar ogen en het leken eerder wolken dan bomen. Ik kreeg de neiging ze weg te poetsen voor ze er over zou vallen. Jaant viel niet, ze stond fier als de eik en glimlachte als een berk.
,,Jij tekent de etherkrachten. Zo voed je de ziel van jonge kinderen. Geen vastomlijnde vormen, maar beweging.’’
Zo voedde zij mijn zelfvertrouwen, mijn kennis en mijn etherlichaam. Helaas is Jaant er niet meer om mij verder in de etherkrachten in te wijden, toch is ze nog altijd aanwezig in mijn leven en duikt op penibele momenten op, soms met tal van aanhangende herinneringen eraan vast. Een heel verhaal drijft boven terwijl de gootsteen rood kleurt.
Om te beginnen herinner ik me de tuinman en zijn bloedende vingers.
Tuinmannen hebben altijd zin in een onderbreking van hun fysieke werk en ik heb altijd oren naar vakmensen, dus vraag ik of ze zin hebben in een kopje koffie. Dat hebben ze, en wel meteen. Ze komen aangestormd of ze nooit wat krijgen. Ongevraagd trekken ze keurig hun bemodderde schoenen uit en gaan op kousenvoeten achter me aan naar de keuken. Geen gesprek zo makkelijk als aan de keukentafel. Behalve met deze tuinmannen. Ze zwijgen als het graf. Kan ook door de toestand in de wereld komen en in toestanden hebben we geen van drieën zin. Ik open het gesprek met een vraag waar een doofstomme op antwoorden kan.
,,Willen jullie koffie met melk?’’
Niet dus. Jan wil zwarte koffie, Piet wil thee, doodgewone thee. Nog voor ik het water aan de kook heb, komt bij hem een waterval aan woorden los.
,,Ik drink alleen zwarte thee, want ik sla dood van de lucht die van die zogenaamde kruidenthee afslaat. Er zit meer chemie in dan kruiden.’’
Nu wil het geval dat ik alleen kruidenthee in huis heb.
,,O jee, dan zitten we met een probleem, want ik krijg maagpijn van looizuur.’’
,,Looizuur is beter dan chemicaliën.’’
,,Dat lijkt mij ook. Maar mijn kruidenthee heeft geen chemicaliën, het zijn pure kruiden.’’
Piet steekt zijn neus in mijn kruidenthee.
,,Dat ruikt niet verkeerd, maar het is wel een raar mengsel. Dan weet je nog niet wat je drinkt.’’
,,Dat staat erop.’’
Piet kijkt of ik niet weet dat melk uit een koe komt en aardappels uit de grond. Wie leest nou op het pak wat erin zit. Daar heb je toch een neus voor!
En jawel, daar komt de vakkennis tevoorschijn.
,,Ze kunnen er alles wel opzetten. Ik zit in de tuinen en die barsten van het onkruid oftewel kruiden, want die planten zijn gewoon planten en helemaal niet zo gewoon! Zo sterk als dat is, daar kan geen tuinplant tegenop. Toen dacht ik dat het eigenlijk heel gek is dat wij nu juist van die hele sterke planten niks willen weten. Maar toen hoorde ik van een cursus, wat je allemaal met dat zogenaamde onkruid kunt doen. Dat wou ik weten. Ik erheen.’’
Hij kijkt naar Jan wat die ervan vindt. Jan is tenslotte ook tuinman. Jan is van een ander slag. Jan staart in zijn koffie als een wilg naast een sloot. Piet niet, die komt helemaal los.
,,Ik gebruik dat onkruid nu elke dag, want met dat snoeiwerk snijd ik me de hele tijd in de vingers.’’
Jan kijkt hier niet van op. Die snijdt zich waarschijnlijk ook elke dag in de vingers. Piet heeft mijn volle aandacht. Ik vraag wat hij gebruikt. Piet kijkt me aan met de blik van een uil: levensgrote ogen die dwars door kruidenthee, keuken en muren zien.
,,Smeerwortel.” Zijn mond krult zowaar in een glimlach. ,,Dat smeer je erop en dicht zit het. Ik kan gewoon door met mijn werk. Nu heb je niet altijd en overal smeerwortel, maar weegbree kan ook, dat staat in elke tuin, maar dan moet je wel de smalle hebben. Dat ziet eruit als een mes, de ronde weegbree doe je in je schoenen als je blaren hebt.’’
Dit was zo’n moment dat Jaant opduikt. En nu dus weer. Dwars door Piets toegenomen enthousiasme, dwars door mijn rode gootsteen, hoor ik haar stem resoneren door het Grote Onbekende : ,,Dat zijn de etherkrachten, die herstellen het fysieke lichaam.’’
Ik kreeg toen geen tijd stil te staan bij de levenskracht van de natuur, laat staan ze door te geven aan Piet, dus doe ik dat aan jullie en ik geef je gelijk ook de uitsmijter van Piet erbij: ,,Zo’n kruidencursus is prima, maar één ding moeten ze afschaffen: kruidenmaskertjes. Je denkt toch niet dat ik dat opsmeer tussen al die vrouwen?’’
8 reacties
Wat leuk Anne en zo treffend, ons aller Jaant. En …. ‘wat een jeugdige etherkracht straalden we destijds uit’ gaat door me heen als ik de foto’s zie.
Lieve groet, Yvonne
O wat leuk dat je dit gelezen hebt Yvonne en dat je zo treffend reageert. Jeugdige etherkracht, inderdaad! We zaten er vol mee en gingen ervoor. Jaant ook. Zoveel werk als zij verzet heeft, gloedvol en relativerend. Wat hebben we ook vaak slap gelegen van de lach met haar! Warme groet!
Leuk beeld weer van jouw tijd met Jaant , sommige mensen laten zo’n indruk achter dat je ze de rest van je leven op bezoek krijgt. Ik denk dat je ze dan even nodig hebt.
Dat zou goed kunnen Attila. Jaant duikt vaak op als ik een actueel gebeurtenis even in wijder perspectief wil zien. Dan blijf ik niet hangen in mijn eigen tekortkomingen.
Mooi dat Jaant nog altijd met je mee-loopt, Anne. Ik heb ook eindelijk mijn kruidenboek weer uit de opslag, roept bij het inkijken ook weer herinneringen bij mij op.
Dat kan ik me helemaal voorstellen Ellie. Zo fijn dat je nu aan het uitpakken kunt. Met de cirkelrok van je bestaan om je heen voel je je toch het gelukkigst….
Ik geloof (weet) zeker dat zij die ons dierbaar waren en blijven maar dan zonder fysieke aanwezigheid, komen als wij ze nodig hebben. Zo ook jouw Jaantje..wat mooi beschreven weer lieve Anne.
Wat ben je toch een lieverd Wicky. Ja joh, soms is iemand zo dichtbij, zo aanwezig in je aandacht dat je als vanzelf met ze aan de praat raakt ook nog. Wonderlijk en fijn!