Dat ik niet dronk, kwam omdat ik het vies vond, waarschijnlijk doordat ik het te jong aangeboden kreeg en niet wist waar ik het laten moest. Ik was een jaar of tien toen het begon en mijn broertje was zeven. We kampeerden in Frankrijk bij de boer, telkens een andere en allemaal brouwden ze hun eigen wijn van hun eigen druiven in hun eigen kelder in grote houten kuipen die wij moesten bewonderen. Vervolgens moesten wij die wijn drinken uit enorme glazen, diepe kommen of kroezen met grote oren. Soms in de keuken, soms buiten.
Ik had het het liefst buiten, al regende het dat het goot, want daar kon ik de wijn kwijt op de dorstige grond. Binnen moest ik het ongemerkt in een vaas of bloempot kieperen en dat viel niet mee, want Franse boeren hebben geen vazen en bloempotten, hun keukens zijn kaler dan kaal.
Mijn broertje gaf de wijn door aan mama, want papa moest auto rijden. Mama kon geen drie glazen op en zeker geen zes, want die boeren waren guller dan wenselijk, dus als ouder zusje moest ik het zelf zien weg te werken. Dat geeft stress en stress is niet de prikkel die ik voor mijn plezier zoek. Deze anti-alcoholervaring speelde zich af in het Frankrijk van de jaren ’60. Ik was 10, 11, 12, de leeftijd waarop veel kinderen tegenwoordig beginnen te drinken. Ik niet, ik vond die boerenwijn smerig.
Een paar jaar later werd het nog erger in het toenmalige Tsjecho-Slowakije. Ook hier kampeerden we bij de boer, al waren er geen boeren maar kolchozen met enorme akkers met giga landbouwmachines, waar mijn vader lyrisch over was. Alle boeren en buitenlui brouwden hun eigen drank, Slivovitsj, 40% alcohol. De kleine glaasjes werden in één teug achterover gegooid, waarbij de ogen drie seconden gesloten waren, genoeg om mijn glaasje in de bloemenvaas leeg te kiepen. Ik was 16.
Nog weer later werkte ik op het landgoed rond een Belgisch kasteel als tuinvrouw. Het kasteel lag in de buurt van Gent en was onbewoond, op mij na. Ik vond het erg leuk in dat kasteel rond te dwalen en overal iets vandaan te scharrelen om mijn enorme kamer met ijzingwekkend hoog plafond op te sieren. De overige medewerkers van het kasteel woonden rondom in huizen en bijgebouwen. Het was de gewoonte ’s avonds bij een van de Belgen na te keuvelen en bier te drinken. Bier lust ik nog steeds niet en dat komt door al dat rare Belgische bier dat deze gasten mij voorschotelden. Kersenbier, pruimenbier, frambozenbier, witbier, zwaar bier. Bitter, zuur, zoet, wrang, alle smaken, niets viel in de mijne.
Dat ik ondanks mijn afkeer van alcohol een glas wijn dronk op mijn 29ste kwam door een wijnliefhebber. Het zal ook een keer niet. Altijd is het een ander die je eraan helpt. Hoe jonger, hoe moeilijker de groepsdruk te weerstaan is, hoe ouder, alleenstaand, klepperende eierstokken, hoe moeilijker de betovering door een aantrekkelijke wijnliefhebber te weerstaan is. Daarbij was deze wijnliefhebber astroloog en had me net verteld hoe mijn sterren en planeten erbij stonden en hoe bijzonder mijn Neptunus en Uranus driehoeken maakten met Zon en Maan. Er waren ook vierkanten, maar die zouden me kracht geven om alles te weerstaan, Pluto was daarbij van niet te onderschatten magische betekenis.
En toen kwam die fles wijn onder de tafel vandaan. Ik zie nog die groene glinstering in zijn hand en hoe daar een rode straal uitliep in zijn glas. Hoe hij de geur opsnoof. Een slok nam. Het leek of hij de wijn at voor hij hem doorslikte. En dan die blik, bijna verliefd. Op de wijn? Op mij? Natuurlijk schonk hij mij ook een glas. Naar zijn voorbeeld rook ik eraan, een zurige lucht. Nipte. Deed een hele avond over dat ene glas. Verdrinkend in woorden die ik mij niet herinner.
24 reacties
Leuk verteld. Ik hield vroeger ook van Slivovitsj 40%, en wijn zou ik de hele dag door kunnen drinken, maar doorgaans ben ik bij mijn volle verstand en waar de wijn is in de man,
is dichtvermogen in de kan.
Dank je Abel en leuk wat je erbij vertelt. Slivovitsj is het bij mij nooit geworden maar wijn ben ik gaandeweg gaan waarderen…
hahaha klepperende eierstokken, ik kom niet meer bij, ik werd, en blijf biggest fan, gewoon omdat jij zo intens beeldend schrijft, en je bent nog eens hartstikke serieus lief mooi en sociaal ook, XXX
wat lekker helemaal Maja – spontaan vlot om heel vrolijk en blij van te worden en te bijven!
Hahaha prachtig je verhaal zo herkenbaar bovendien. Kom uit een kunstenaarsnest dat wel maar alcohol en drugs ook stikkies daar hield ik(en mijn broers en zussen) me (zich)verre van, had ik echt niet nodig, stond vaak als eerste op de dansvloer en genoot gewoon van een knapperige sappige appel enzo nu lust ik wel een goed glas wijn of i.d. maar dronken worden nee dank je en stoned garregat
ik zie het helemaal voor me, dat kunstenaarsnest en die sappige appel en die voetjes van de voer van jou! Leukerd!
Mooi verhaal Anne. Ik ben opgegroeid in Zuid-Frankrijk en daar was wijn met water het drankje vanaf 10 jaar. Langzaam wennen dus. Dat is helemaal gelukt want ik kan mij een maaltijd zonder wijn niet voorstellen !
Jij bent echt een kenner Hans, en daarom lees ik je Franse/Parijse blogs ook zo graag! Maar raar dat die boeren da geen water bij de wijn deden…. of maar goed ook, wie weet wat er dan van me geworden was…. you never know, vous ne savez jamais??? Mijn Frans is weggezakt… hellup 😉
Altijd weer een mooi verhaal! Weer graag gelezen dus!
Ik ben wel wijn liefhebber… : )
Gezellig Marleen, dat je hier bent en van een wijntje houdt, ik ook hoor – maar op het moment ben ik voor de grap weer eens even in alcoholvrije periode – vandaar dat verhaal zeker 😉
toch ´voor de bijl ´gegaan …heerlijk verhaal ……alcohol met mate is een weldaad;)….op de zondagen geef ik mezelf het cadeau van een glaasje jonge jenever …
jonge jenever, Willem? dat ken ik uit de goeie oude tijd, opa en oma om vijf uur – glaasje jonge jenever met een schepje suiker – oma werd steeds lolliger en dan kwam het eten en was het pardoes over. na het eten dronken ze nooit… dat vond ik jammer 🙂
Prachtig!
xje
🙂 xje 🙂
De voetangels die je ontwijken moet in je pre volwassenheid, halen je altijd in.
Jij schrijft zo natuurlijk volgens je zelf dat ik denk al lezend ‘waarom schrijf ik niet zo, wat doe ik altijd moeilijk’. Ik geniet heel erg van jouw stukken. Humor, speels, beeldend, zelfkennis, zonder gêne . Geweldig, Anne.
Bloos…… dankjewel Athy
Mijn vader dronk graag jenever en vulde zijn glaasje helemaal tot aan de rand. Die tilde hij dan ook niet op voor de eerste slok, nee hij tuitte zijn lippen (ik zie het nog voor me) en nam zo zijn eerste teugje, want er mocht absoluut niets verloren gaan van dit kostbare goedje…..
Haha, zo had de moeder van mijn vriendin 80% Stroh-rum meegebracht en maakte daar bitterkoekjespudding mee. We kwamen allemaal dronken van tafel – 80% is niet zo gezond om koekjes in te weken 🙂 Mijn vader boos – ik was 14.
Nu drink ik helemaal niet meer en ondanks dat ik wijn, bubbels en sterke drank (in mixjes) lekker vind, mis ik het totaal niet.
Heerlijk verteld!
Stroh-rum? Dat klinkt zonder percentage erbij al behoorlijk prikkelend! Dat zal ‘bittere’ pudding geweest zijn… leuk al die herinneringen en verhalen en herkenning –
Als kind kreeg ik thuis nooit alcohol, water of limonade was ons deel en samen met de koekjes of snoepjes, plakten wij van boven tot onder na het bezoek.
later werd het een tafelbiertje, licht en zoetig tot we 16 waren en al eens mochten mee drinken van bier of wijn. Dit alles voelde goed aan en dan werd het sterke drank.
Het werd een gewoonte, vooral dat bier dan, toentertijd gaf men nog rondjes in het café.
Nu is dat gezelligheid drinken verdwenen, alleen nog bij kleine groepjes vind je dat nog.
Laat er mij wel bij vertellen dat bij het oufrt worden het aantal pinten merkelijk verminderden
gelukkig maar.
bijzonder hoe zo’n gang door je leven langs de drankjes een heel tijdperk oproept, zo leuk, dankjewel Edgard!
een waardig slot, een groene glinstering en dan verdrinken in vergeten woorden.
Ton, wat ben jij toch een dichter… 🙂
(klik op zijn naam!)
Lieve Anne,
Gelukkig dronk ik niets toen ik jouw zin las van ‘die drie seconden’. Anders was alles door mijn neusgaten naar buiten gespoten, zo schoot ik in de lach.