Vandaag is het gastblog aan Kees Versluis, met wie ik op de ‘lagere school’ zat.
Hij vond mij via Schoolbank. En nu is hij hier op het Blog.
Kees is inmiddels bekend door zijn unieke reacties. Hij heeft ook mooie verhalen voor ons in petto. Hier komt hij.
Ik houd niet zo van merkkleding, en vooral niet om mee te showen, opdat men kan zien dat ik een broek aan heb van 200 Euri. Maar deze broeken zitten zo lekker.Vroeger droeg ik Duncan, maar die zijn gestopt met de fabricage. Helaas DIGO broeken zijn moeilijk aan te komen.
Dus heb ik ‘geGoogled’ en vond een groothandel.
De vriendelijke meneer aan de andere kant van de lijn zei:” Waar woont U? ”
Ik zeg dat ik in Delft woon.
Op alfabetische volgorde begint hij plaatsen te mompelen.
“Dat schiet niet op”, denk ik.
“Ik heb ze ooit een keer bij de Makro gekocht”, opper ik in de hoop dat hij anders gaat denken.
“Oh, bij de Makro in Delft zijn stretchbroeken in de aanbieding op dit moment”, zei de meneer.
“Dank u wel, dan ga ik daar even kijken”.
Tiny, onze schoonmaakdame komt net binnen en ik vraag haar of ze iets weet van stretchbroeken.
“Nou, je moet ze een maatje kleiner kopen omdat ze anders gaan lubberen na het wassen”.
Voordat mijn werktijd afgelopen was, fiets ik erheen om zeker te zijn dat ik met mijn moeilijke lengtemaat mijn kansen zal vergroten. Gedesoriënteerd door een massale verbouwing kom ik per ongeluk op de afdeling waar er pallets vol van staan. Ik begin te graaien in de stapels en neem voor de zekerheid toch 2 broeken in mijn eigen maat mee. Daarna nog een broek 2 maten kleiner en één 3 maten kleiner.
Er uit komen richting kassa is een crime voor mij, net als de weg vinden in een ziekenhuis.
Vlug race ik naar huis. Tijdens mijn beurt om te koken probeer ik even mijn eigen maat en die is echt te groot. En 3 maten te klein zit echt lekker, ik houd hem aan om te voelen of hij lekker blijft zitten. Na het eten ga ik weer naar de Makro op de fiets.
De twee broeken ruil ik bij de Klantenservice en ik krijg kontant geld dat ik meteen in mijn kontzak stop.
Nu weet ik de weg naar de broeken en loop er snel heen, laverend om mensen met gigantische boodschappenkarren.
FU*))^#$^T&*&CK, de pallets zijn weg.
Ik vraag aan een medewerker waar die broeken zijn gebleven en hij zegt dat ze nu boven zijn. Daar aangekomen zie ik een paar pallets staan met alleen blauwe broeken.
Een mevrouw is aan het zoeken in de stapel.
“Weet u misschien of de zwarte broeken ergens anders zijn?”
“Nee”, zegt ze, “ik zoek alleen blauwe”.
Ik zoek een winkelbediende en vraag of er geen zwarte broeken zijn.
“Die komen er aan meneer!”.
Eén voor één komen de pallets met zwarte er aan.
De mevrouw van de blauwe broeken zegt: “Heeft u die net in de winkel aangetrokken?”
“Nee hoor, die heb ik thuis al gepast en aangehouden.”
“Maar het merkje zit er nog op, zal ik het er even af halen?”
“Ja graag, dank u wel hoor mevrouw.”
Ik zoek er twee zwarte uit en ga op zoek naar de kassa. Dit keer via een andere weg loop ik in de richting van de kassa’s.
Als ik er bijna ben hoor ik: “Meneer, wilt u even met mij meelopen?”
“Waarvoor dan?”
“We willen even controleren of u die broek niet heeft ontvreemd ”
“Broek? Broek-en!”, zeg ik wijzend op de drie broeken in mijn hand.
“Nee, u heeft net zo’n nieuwe broek aan als over uw arm en ook nieuwe schoenen.”
Inwendig moet ik lachen.
(Als ik wisselgeld en retourbon zou laten zien is het opgelost, maar dat doe ik juist niet.)
“Waar gaan we naar toe?”, vraag ik.
“Met mijn collega van de beveiliging gaan we naar de heren-afdeling!”, zegt de niet onknappe jonge vrouw.
“Mag ik geen nieuwe schoenen aan in de Makro?”
Ze zegt niets terug en lacht een beetje.
De man voor me kijkt heel ernstig, hij is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid.
“Deze schoenen zijn al twee jaar oud, mooi zijn ze nog hè?”
Ze lacht weer en ze is leuk als ze lacht.
“Denkt u dat ik in mijn onderbroek ben gekomen?”, vraag ik aan de jonge vrouw.
“Nee, u kan zich wel in de winkel omgekleed hebben en uw oude broek boven hebben laten liggen.”
Nu moet ik hard lachen en zeg: :”Ik heb trouwens geen eens een onderbroek aan!”
Boven aan de roltrap gekomen gaat de jonge vrouw naar een Makro medewerker en vraagt: “Heb je een broek gevonden?”
“Nee”, zegt de Makro medewerker.
Ik haal het wisselgeld uit mijn kontzak en zeg: “Dit is het wisselgeld van de Klantenservice, en hier is de ruilbon.”
De Makromedewerker verontschuldigt zich en zegt: “Sorry hoor meneer!”
“Jullie doen toch jullie werk en ik wil best meewerken.”
“Fijn, dat u het zo sportief opvat.”
Wedden dat ik volgende keer vergeet het prijskaartje uit mijn pas gekochte jasje te knippen?
3 reacties
Wat een goed verhaal Kees, eerst word mijn aandacht gegrepen door een klerenkopende man, dan word het een spannend verhaal waar ik meevlieg en dan lijkt het toch nog mischien een love story te worden met de dame met de mooie lach, maar het leukste is dat ik dankzij jou Keesman voor het eerst van mijn leven in de makro geeest ben.
Nou Minke, dan kan ik nog wel een sfeertje schetsen. In sommige supermarkten zijn de karretjes groter, bij de Makro zijn ze SUPER groot. En als ze dan over je hakken rijden dan jeukt het. Gevaarlijk voor kinderen zelf denk ik, als zo’n kopende volwassene met blik op oneindig en verstand op nul door de zaak banjert. Kinderen mochten ook pas mee als ze twaalf waren, misschien wel om die reden. Mijn oudste zoon kon niet wachten op die dag.
Nou wonen we in een van de rijkste landen ter wereld en lopen we ook nog in één van de winkels met de grootste verscheidenheid. Vraag ik later aan mijn zoon: “En?” Zijn antwoord was dat hij het maar chagrijnige mensen vond daar in die grote winkel. Sindsdien let ik er op en het is vaak waar. Er komt toch een bepaald slag mensen. Mensen die eten weg gooien denk ik. Die geen kliekjesdag of zo iets kennen. En die elk jaar de nieuwste kunst kerstboom kopen. Die niet weten dat een broccoli een groen apparaat is, waar je de roosjes gewoon zelf af kan snijden. Die niet weten dat je pannenkoeken gewoon zelf kan bakken van meel, melk en ei. Die volkomen opgaan in de wegwerp maatschappij. Misschien hebben ze wel nooit de geur van een echte koeienstal geroken, die mensen.
Dus of het nou echt leuk is?
inderdaad Kees, toen ik een paar jaar geleden in A’dam woonde vroegen ze een paar schoolkinderen waar de melk vandaan kwam, het antoord was: van de alberthein!
Te triest voor woorden en kliekjesdag hebben wij zeker twee keer per week, en de fijnste winkel blijft voor mij DE MARKT!