Binnenkort ga ik naar de workshop ‘Het wonder van de stem’ van Arnold Sandhaus. Het vinden van je eigen stem kan lang duren. Het is een van de thema’s van mijn eerste boek. Het wonder van de stem. Dat wil ik ervaren. Dus geef ik me op. Tot mijn schrik komt er meteen een opdracht binnen. Of we een tekst naar keuze uit ons hoofd willen leren om de workshop mee te beginnen. In de loop van de workshop gaan we……..
dat dringt niet meer door.
Hoe kom ik aan een gedicht. Ik lees nooit gedichten. Of eigenlijk elke dag, sinds kort, van Ton de Gruijter en Bert Deben, twee dichters met wie ik bevriend ben geraakt dankzij facebook, twee dichters die ik kan volgen. Kies ik de een, moet ik de ander overslaan. Dat kan ik niet over mijn hart verkrijgen.
Van Arnold mag het ook een sprookje zijn. Ik heb honderden sprookjes en avonturen verteld aan mijn klas, altijd uit het hoofd. De kinderen hingen aan mijn lippen en als het voor een zaal met ouders was, hingen die er ook nog aan. Ik zag het verhaal voor me en dat vertelde ik van beeld tot beeld, van de ene emotie naar de volgende. Mijn klas huilde toen Kain Abel doodstak, want ik zag het voor me en dat was meer en erger en bloederiger en zieliger dan wat de bijbel ervan meldt.
Dit is niet wat Arnold vraagt. Hij vraagt of we een tekst uit het hoofd willen leren. Dat betekent letterlijk. Woord voor woord. Weg met de eigen fantasie, frustratie, emotie, interpretatie. Niet out of the box, maar erin.
Dat vraagt hij niet zomaar. Daar heeft hij een bedoeling mee. Een bedoeling die mij duister is. De enige manier om erachter te komen is het aan te gaan. Anders kan ik net zo goed niet deelnemen aan deze workshop. Mijn eigenwijzigheid leef ik altijd al uit, met mijzelf als resultaat. Daar kan verandering in aangebracht worden. Aldus spreek ik mezelf moed in. En zo is de workshop begonnen voor hij begint. Knap staaltje van Arnold.
Ik zoek een gedicht in onze boekenkast met 50 meter boeken. Geen gedicht te vinden. Allemaal instructies hoe huis, tuin en keuken het best aangepakt kunnen worden, hoe karakters in elkaar zitten en dieren, planten, historie, zeeën, aarde en heelal. De boekenkast van iemand die het niet weet. Hoe de boel in elkaar zit. Wat de wereld bijeen houdt.
Ik duik in mijn persoonlijke akashakroniek. ‘Mijn moeder is mijn naam vergeten, voor wie ik liefheb wil ik heten’ Neeltje Maria Min, de enige regels van het enige gedicht dat de tijd heeft doorstaan. Ik blader in Ton, ik blader in Bert. Ik wil ze allebei of ik wil ze geen van twee. Dag Ton, dag Bert.
Ik woel en wieg mezelf in slaap met een gedicht van mezelf.
binnenin mij
slaapt
om in mijn dromen
soms
omhoog te komen
Bij het ontwaken komt omhoog waar ik het zoeken moet, de bovenste plank! Ik stuit op twee gedichten, een klankgedicht en een sprookje. Ik zoek niet verder. De tijd dringt. Een van de twee moet het worden. Ligt eraan welke ik onthouden kan.
Vroeger had ik een fotografisch geheugen, waarmee ik de onnozelste spelletjes verzon en won. Wie de meeste boeken van een boekenplank kon onthouden. Arme vriendinnetjes. Ik keek naar de titels met mijn oog als camera, sloot mijn ogen en reproduceerde de hele rij, titels en schrijvers. Op mijn 30ste was ik dit oersaaie geheugen spuugzat en hing het aan de wilgen. Ik koos voor de vrijheid van fantasie en creativiteit. Mijn linkerhersenhelft ligt erbij als een verdroogde aardappel. Om te memoriseren zal ik in de krochten van Mimir moeten duiken, het oergeheugen dat niets vergeet, maar waar moet ik het zoeken?
http://www.theater-atelier.com/workshop-vertellen.html
12 reacties
Als ik dit zou moeten doen Anne, zou ik het zoeken in de tekst van “een voor jou” mooi lied…
Die tekst heb je meestal al goed in je geheugen. Je hoeft niet helemaal tot in de donkerte van de krochten te kruipen, neem, om te beginnen, hetgeen vooraan ligt…….de rest kun je stapje voor stapje weer “tot leven brengen”. Zelfs als het geschreven staat in de meest vreemde taal!
De klank van de woorden is van belang,……..zo voel ik …..;-)
Overigens…..je zult met het ontdekken van het wonder van je stem al heel vlug resultaat hebben. Ik zing zelf al sinds mijn geboorte, ben ik mee opgegroeid…heerlijk…Dat gevoel, daar kan nooit iemand invloed op uitoefenen……gelukkig!
Dankjewel voor je wijze woorden, Bertie! Niet de krochten in, maar wat vooraan ligt – dat is een goede raad. Wat heerlijk dat jij zingt vanaf je geboorte. Dat had ik ook wel mee willen krijgen. Ik begon gelijk te praten…
Ik heb dus ook helemaal niet gedacht aan een lied. Dat had mij ook niet echt geholpen, want weet je, ik kan de tekst altijd maar half verstaan, alleen Boudewijn de Groot met meneer de President was heel duidelijk, maar om dat nou te gaan voordragen maandag…. Hallo meneer de President…. Dan krijg ik van de zenuwen een lachstuip. Overigens zing ik hier in huis zeer lustig, maar ja, wel met eigen woorden. De liedjes die ik ken, zijn kinderliedjes. ‘Onder gedonder, stortend naar onder, woest waait…..’ o, die ben ik ook al vergeten.
Kan ik niet koken, kan ik niet zingen, kan niet onthouden en het regent ook nog dat het giet….. ik ga maar eens servies aan diggelen gooien – en in heel andere volgorde op een pilaar plakken voor in de tuin….. en morgen zal ik verder vertellen over mijn aandoenlijke, dappere, navolgenswaardige volharding in de strijd andermans woorden eigen te maken…..
Hoi Anne,
Ik ben zo benieuwd naar alle stemmen en het mysterieuze wat er toch wel om heen hangt.
Ik heb een gedicht gekozen.
Ik las nooit meer gedichten.
Op school kregen we “Achtien doden” van Jan Campert.
WO II heeft altijd een enorme indruk op me gemaakt als kind.
Ik kende het uit mijn hoofd.
Door een goede vriendin, die me gedichten stuurde ben ik er gevoeliger voor geworden. Wat Bertie zegt is ook wel een goed idee.
Ik ben er nog niet helemaal uit.
Bij scheikunde moest ik zo veel uit mijn hoofd leren en ik weet het nog allemaal.
Talen kwamen me aanwaaien, maar scheikunde moest ik echt leren.
De eerste twintig elementen van het Periodiek Systeem, de verdringingsreeks en alle valenties, zuurresten en alkanenreeksen.
Dit wordt een ultieme test of ik het nog kan, iets uit mijn hoofd leren.
Het moet onder hoogspanning, dan gaat het het beste.
Gisteren las ik dat Menno ter Braak een Tielse jeugd heeft gehad.
Hij zat op het Gymnasium waar jij ook op zat.
Tiel vervulde een streekfunctie met ca 11.500 inwoners.
Ook voor de welvarende dorpen aan de óverkant’.
Hij verbleef lange tijd bij zijn Oom, die huisarts van Tiel en Omstreken was.
Zijn karakter werd toch vooral bepaald door de majestueuze rivier de Waal,
rustig voortstromend in haar 320 meter brede zomerbed, kolkend in haar 1100 meter brede winterbed.
De pont naar Wamel was een tijd lang een gierpont.
Naderhand kwam de Gijsbert Stout als sleepboot er naast en voer de pont dus met een motor.
Ik kocht vaak een kaartje en verstopte me op de boot en voer dan stiekem de hele middag heen en weer.
Ik heb iets met de Waal, net als Menno ter Braak.
De Gijsbert Stout vaart nog steeds onder een andere naam.
De pont heette Zeldenrust.
Jouw verhaal over Kaïn en Abel, ik heb het ook zo gehoord ooit.
Bevlogen verteld.
Pim Fortuyn zei: “Leraren moeten verhalen vertellen. Dan blijft het je bij.”
Zo is het in mijn leven ook gegaan.
Ik onthield alles waarbij een verhaal werd verteld, zelfs scheikunde.
Pa de Jong: “Stel eens dat het één procent was.”
Of dit trucje: ‘Men verhuisde’ Helemaal geen Kofschip of Fokschaap nodig.
Dit laatste was wel geen verhaal, maar het werd er wel in geramd.
Ik hoop dat ik veel leer in die drie dagen.
En dat het een beetje droog blijft i.v.m. het kampvuur.
P.S. Het kostte veel; moeite om op jouw site te komen trouwens
Kees, errug leuk dat jij ook naar de workshop gaat en dat we elkaar gaan zien na vele decennia! Ik ben geen spat veranderd, dus je haalt me er zo uit.
Ben benieuwd hoe het met jouw geheugen staat…..
En volgens webmaster komt het vaker voor dat een site lastig te pakken te krijgen is, heeft niet met mijn website te maken, maar met iets veel groters wat (dat) ik inmiddels alweer vergeten ben!
ik zit hier te blozen, je doet me eer aan! en bij bert ben ik in goed gezelschap, ook hem lees ik met graagte.
Ha Ton, ik wou eerst jouw kortste gedicht doen: Verse melk
ik hou heel veel van koeiensap
het lekkerst lijkt mij vers
maar hoe krijg ik toch in vredesnaam
zo’n beestje op de citruspers
kijk, hadden we het nu op voorhand geweten, dan hadden Ton en ik een gedicht kunnen samen schrijven … 🙂
veel plezier met de workshop, lijkt me heel leuk om doen
benieuwd wat het geworden is en wat daar dan uit volgde
Daar ga ik nou weer van blozen, Bert, dat jullie dat dan gedaan hadden!
Ik zal het onthouden, als dat lukt, voor de volgende keer!
Deze droge van jou past overigens precies bij die sappige van Ton:
Een Sultandruif te Zeeland, Veere
lag in haar eigen sap te marineren
in een Zweedse sauna weliswaar
ontspannend is dat – sprak ie – maar
te duur betaald en iets te heet
je bent een krent voordat je ’t weet!
© bert deben
en een makkelijke om te onthouden (denk ik toch …)
je kan ons dus alsnog ‘mixen’ … 🙂
Dat wordt een rare mix, Bert, koeiensap en gemarineerde krent – maar wel een super escape! Geen mens weet nog hoe die mix eruit moet zien. Je hebt mij spontaan aangewezen als jullie mixer avant la lettre. Je bent een toffe peer. Bedankt!
Ik heb net even naar de site van Bert zitten kijken en lezen. Wat een leuke en mooie gedichten zijn dat, vaak heel indringend. Moet je daar nou 60 voor zijn om het zo te voelen? Ik had dat nooit toen ik jong was. Ik heb een compliment achter gelaten. Straks even bij Ton kijken.
Wat leuk dat je dat gedaan hebt, Kees. (Even drukken op hun naam en je bent binnen)
Bert verbaast mij dagelijks hoe hij pijn en humor mixt en van de zwaarte licht maakt.
En bij Ton sta ik te kijken van zijn (schijnbaar) gemak waarmee hij gewone dingen zeer bijzonder neerzet.
En dan die subtiele humor van allebei erbij.
Zonder hen was ik niet aan een gedicht begonnen.