Auteur & kunstenaar

Genius Loci – 1

Vandaag de eerste pagina van hoofstuk 1 van mijn manuscript Sophie, Genius Loci.

 

Ons huis leeft. Otto is weg en van het ene moment op het andere verstenen de muren tot skelet. Otto zou een puntige vergelijking maken,’niet de klei is de kruik, maar de leegte binnenin’. Zonder Otto is er geen leegte, zonder hem is het huis dood als steen. Je merkt Otto nauwelijks op als hij er is. Hij loopt als een shaolin door de tempel, onhoorbaar en spoorloos. Nooit heeft hij een homp klei aan zijn schoenen, nooit uitgevallen haren in het doucheputje, geen zwervende doppen van tubes tandpasta, geen messen met aangekoekte tahin, zijn dagelijks beleg, zorgvuldig uitgesmeerd op kromme plakken zuurdesembrood. Je begrijpt niet hoe hij het weg krijgt, misschien kauwt hij daarom elke hap 100 keer. Zodra de deur achter hem dichtvalt, zachter dan een deur in een ongeolied slot kan klikken, verstenen de muren. Onze schaarse meubelen veranderen in grafmonumenten. De verstarring blijft uit als Otto kortstondig de deur uitgaat, de duur van een boodschap, een frisse neus, of de langere duur van een hoor- of werkcollege. De oplossing van dit raadsel moet zijn, dat Otto bij elke uitstap verklaart wat de reden, oorzaak of noodzaak is van de boodschap, het college of de frisse neus. De pot tahin is op, het naslagwerk is stoffig, het college is noodzakelijk kwaad, dan wel onmisbaar goed.
Gisteren ging hij de deur uit zonder verklaring. Dat doet hij met de regelmaat van de seizoenen. Zwijgend. Het eerste jaar stierf ik zeven doden, tot hij na een week door dezelfde deur weer binnen kwam. Huis en haard herleefden. Otto en ik versmolten. Het tweede jaar was ik drie dagen en nachten in droom en vrees. Otto kwam terug met de paradoxale zin ‘in de afstand ben je mij het meest nabij’. Ik smolt, hij smolt, wij smolten.
Ik weet nu dat hij gehuld in zwijgen naar een grot gaat, een spelonk, een oord om zichzelf te vinden, een intrinsieke behoefte die niet bevredigd wordt door stilte, meditatie, lezing van een foliant of wetenschappelijk tijdschrift. Negenmaal eerder trok hij zich terug in een landschappelijke baarmoeder om herboren terug te keren.

November begon stormachtig, niet als liefde, maar als voorbode van een kil en kaal seizoen. Bladeren vielen, twijgen en takken, de kou begon, het donker. De eerste novemberstorm blies een plank van de schutting die het zicht op de buurtuin opende en, erger, omgekeerd. Vanaf zijn studeertafeltje achter de openslaande deuren van zijn domein zag Otto de bovenrand van de buurtuin en het voorbijgaande hoofd van de buurvrouw heen en weer naar haar schuurtje. We werken haaks op elkaar, een eigenaardigheid van ons hoekhuis, Otto teksten overdenkend, ik teksten producerend, terwijl we uitkijken op hetzelfde hoektuintje, een plaatsje van vijf bij vijf, aan weerszijden begrensd door een afbladderende schutting die nodig geschuurd en geverfd moet worden. De plank die los woei was de bovenste plank van de schutting tegenover Otto’s venster, waardoor de buurvrouw aan de keukenkant mogelijk zicht kreeg op Otto en zijn gedachteleven. De plank moest terug naar zijn plaats, zo snel mogelijk, voor de buurvrouw hem zag niksen, want zo is de buurvrouw in zijn ogen, oordelend zonder inzicht, vooroordelend en veroordelend. Otto bleef zitten waar hij zat, ik zette de plank vast met de accuboor van Felix, die hij tien jaar geleden aan me overdeed toen ik eindelijk een plekje had voor mij alleen, een benedenetage aan de rand van Amsterdam, waar zonlicht goudgeel door de ramen viel in lichtplekken op de vloer.

Deel dit bericht:

Eva Terra Incognita

Eva Terra Incognita
Te bestellen bij de boekhandel

Sophie - Genius Loci

Sophie - Genius Loci
Te bestellen bij de boekhandel

7 reacties

  1. Zit je nu nagelbijtend te wachten op de eerste reactie?
    Helemaal niet nodig!
    Dit sfeervolle intro maakt mij nieuwsgierig genoeg om door te willen lezen…
    Toch maar vast eens voorzichtig rondkijken voor een mooie galajurk voor het Boekenbal 2013.

  2. ‘in de afstand ben je mij het meest nabij’, dat herken ik zo goed. ‘De leegte is de kruik.’ Ik ben het met Nico eens, het is een prachtig intro. Zoals je de buurvrouw beschrijft, zo ken ik ze ook. Mijn norm is 20 bladzijden en ik twijfel nu al niet. Nieuwsgierig van aard verlang ik naar morgen.

  3. Leuk verhaal. Verder ben ii niet in staat tot veel. Nogal naar binnen gekeerd deze dagen.Succes en liefs, Hans Nusink

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *